Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3534/TA, 9 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3534/TA

betreft: [klager] datum: 9 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager, en mr. D.J. Olie, namens klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 november 2010 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. D.J. Olie om het beroep schriftelijk toe te lichten. Klager heeft bij brief van 12 april 2011
een
nadere reactie gegeven.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, de arbeidstherapie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager meent dat hij als volledig arbeidsongeschikt moet worden aangemerkt, hetgeen blijkt uit de UWV-beslissing van 1 april 2005. Klager is niet in staat de hem door de inrichting opgedragen arbeid te verrichten. Klager heeft zich bereid verklaard
gepast werk op zijn kamer te verrichten, hetgeen door de inrichting wordt geweigerd. Ten onrechte ziet de beklagcommissie de van klager verlangde arbeid als arbeid in het kader van de behandeling. De inrichting gaat voorbij aan het gestelde in artikel
18.1.1 van de Huisregels Pompekliniek waarin is bepaald dat gezocht dient te worden naar werkzaamheden die zoveel mogelijk aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de patiënt. Ten onrechte wordt aan klager ziekengeld geweigerd, dan wel gedane
uitkeringen met terugwerkende kracht teruggevorderd. Klager wil graag voor tien uur arbeid per week worden afgekeurd, waardoor hij € 23,50 per week kan ontvangen. Klager heeft in de Pompestichting te Vught verbleven en hij was daar volledig
arbeidsongeschikt verklaard. Klager kan zich slecht concentreren en dat is ook vastgelegd in de WAO-keuring.
Klager verzoekt de beroepscommissie hem te horen opdat hij zijn standpunt nader kan toelichten.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager dient niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard aangezien geen sprake is van een beperking van een recht als bedoeld in artikel 56, eerste lid onder e, Bvt. Er bestaat geen recht op arbeidstherapie.
Subsidiair dient het beklag ongegrond te worden verklaard, aangezien het feit dat klager in het verleden door de UWV arbeidsongeschikt is verklaard geen invloed heeft op klagers deelname aan arbeidstherapie.
In klagers behandelplan is opgenomen om in samenwerking met klager een basisstructuur te creëren die is gericht op basale daginvulling en Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL). Het behandelteam probeert hierbij klagers belastbaarheid te
vergroten, waarbij rekening wordt gehouden met klagers beperkingen. De betrokken psychiater acht de door klager te volgen arbeidstherapie goed haalbaar. Klagers wens om arbeidstherapie op zijn kamer te volgen strookt niet met genoemd behandelplan.
In eerste instantie volgde klager arbeidstherapie op zijn eigen afdeling en sinds 3 februari 2011 krijgt klager individueel arbeidstherapie aangeboden, afgestemd op zijn wens, namelijk schilderen, in een prikkelarme ruimte voor vier maal een half uur
per week. Klager krijgt wekelijks, naast standaard zes uur ziektegeld, vier uur arbeidstherapie uitbetaald. De totale wekelijkse beloning is € 23,50. Gebleken is dat vanaf 1 januari 2010 tot en met 24 februari 2011 voor klager 203 uur arbeidstherapie
stond ingepland. Klager is 62 afspraken nagekomen en hij heeft zich twee keer overeenkomstig artikel 18.1.3 van de Huisregels ziek gemeld. Klager krijgt de keren dat hij afwezig was zonder zich conform artikel 18.1.3. ziek te melden geen beloning
uitbetaald.
Klager heeft vorig jaar eenmaal te veel beloning, € 23,50, ontvangen, hetgeen is teruggevorderd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek van klager om de zaak ter zitting te brengen daarom af.

Artikel 46 Bvt bepaalt onder meer dat de verpleegde voor het verrichten van werkzaamheden - behoudens werkzaamheden van huishoudelijke aard die betrekking hebben op de ruimten waar de verpleegden verblijven - recht heeft op een door de Minister vast te
stellen vergoeding. Een vermeende schending van dit recht is vatbaar voor beklag en klager kan in zoverre in zijn beklag worden ontvangen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat het enkele gegeven dat een tbs-gestelde voor zijn detentie in de
vrije maatschappij in meer of mindere mate arbeidsongeschikt is verklaard niet impliceert dat binnen de tbs-inrichting van een zelfde arbeidsongeschiktheid sprake zou zijn. Afhankelijk van de aard en de intensiteit van de werkzaamheden die binnen de
inrichting kunnen worden verricht, zal een zelfstandige afweging moeten worden gemaakt of klager geschikt moet worden geacht werkzaamheden te verrichten. Hierbij speelt een rol dat de arbeidstherapie in een tbs-kliniek een heel ander karakter en andere
functie heeft dan arbeid in de maatschappij. Arbeidstherapie dient (mede) om de tbs-gestelde een zinvolle dagbesteding te geven.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting blijkt dat aan klager wekelijks, naast standaard zes uur ziektegeld, vier uur arbeidstherapie wordt uitbetaald. De totale wekelijkse beloning is € 23,50.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven