Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0093/TA, 9 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/93/TA

betreft: [klager] datum: 9 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager, en mr. J. J. Boelaars , namens klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 januari 2011 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. J.J. Boelaars om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering toestemming te verlenen voor een geldopname van € 600,=.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers vriendin is zwanger en klager wil zijn verantwoordelijkheid nemen voor zijn aanstaande vaderschap en bijdragen in de kosten. Klager heeft begeleide verloven en mag binnenkort op onbegeleid verlof. In het behandelplan staat niets opgenomen over
het beheer van klagers geld. Het past bij dit verlofkader dat klager meer vrijheden en verantwoordelijkheden krijgt. Het is onredelijk om pas achteraf geld te mogen overmaken, omdat zijn vriendin dat geld nodig heeft voor de aanschaf. Niet is gebleken
dat klager niet op een verantwoorde manier met zijn geld omgaat sinds hij in de tbs verblijft. Het feit dat er afgelopen najaar drugs op de afdeling was doet daartoe niet af. De uitspraak 06/197/TA van 7 juli 2006 is in onderhavige zaak niet van
toepassing omdat het daar ging om de bevoegdheid van het hoofd van de inrichting om excessieve uitgaven tegen te gaan.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting persisteert bij hetgeen in eerste aanleg is aangevoerd.
De inrichting heeft klager onder voorwaarden toegestaan geld op te nemen voor de aanschaf van de kinderkamer. Klager heeft inmiddels al meerdere uitgaven gedaan voor zijn kind. Hij heeft een lijst gemaakt met de spullen die hij wilde aanschaffen en wat
de kosten daarvan zijn. Hierna heeft hij toestemming gekregen voor de aanschaf van een aantal zaken.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat de inrichting klagers verzoek tot een geldopname van
€ 600,= heeft toegestaan, mits hij en zijn vriendin een begroting opstellen waaruit blijkt waar het geld aan zal worden uitgegeven. Voorts dient klager bonnetjes te overleggen van de aankopen. Nu klager daaraan niet mee wil werken is de weigering van
het hoofd van de inrichting niet onredelijk of onbillijk.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven