Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0467/GB, 9 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/467/GB

Betreft: [klager] datum: 9 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 19 april 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Alphen aan den Rijn en op 17 januari 2011 is hij geselecteerd voor de gevangenis aldaar, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De zaak met parketnummer 15-071484-09 is op 10 december 2010 geseponeerd en kan dus geen invloed hebben op de einddatum van detentie.
Klager heeft hoger beroep ingesteld van het vonnis van de Rechtbank te Amsterdam, maar dat is echter geen reden om hem niet aanmerking te laten komen voor plaatsing in een inrichting met regimair verlof.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het Justitieel Documentatie Register blijkt inderdaad dat zaak met parketnummer 15-071484-09 is geseponeerd. De Advocaat-Generaal heeft een negatief advies uitgebracht met betrekking tot het verlenen van vrijheden aan klager. In die gevallen waarin
het hoger beroep nog loopt en het vonnis nog niet onherroepelijk is, weegt een negatief advies van het Openbaar Ministerie zwaar.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De Advocaat-Generaal heeft een executie indicator ingesteld en na het verzoek om informatie negatief geadviseerd. Klager heeft zich schuldig gemaakt aan een overval op een woning waarbij het slachtoffer in zijn bed is mishandeld. Dit heeft
grote
impact op het slachtoffer alsmede op de samenleving als geheel. Klager is vele malen eerder veroordeeld voor geweldgerelateerde delicten en begeleiding door de reclassering is noodzakelijk in de proeftijd van het voorwaardelijk gedeelte van de straf.
Het Openbaar Ministerie acht vrijheden in het kader van het onvoorwaardelijk deel niet verantwoord.
Uit het selectieadvies van het huis van bewaring Alphen aan den Rijn van 10 december 2010 blijkt dat klager een disciplinaire straf heeft gekregen van zeven dagen strafcel voor het in bezit hebben van twee simkaarten, twee bitjes en een bitjeshouder.
Mede vanwege de (toen nog) openstaande zaak adviseerde de inrichting klager niet in aanmerking te laten komen voor vrijheden. Bij de beoordeling speelt de openstaande strafzaak waarop in het selectieadvies een beroep wordt gedaan, thans geen rol.
De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven