Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0931/GV, 9 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/931/GV

betreft: [klager] datum: 9 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 maart 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. De politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de vrijhedencommissie hebben allen geen bezwaar tegen verlof. De politie wilde geen advies uitbrengen. Het Bureau Selectie- en
Detentiebegeleiding heeft aangegeven dat het niet uitbrengen van een advies wordt gelijkgesteld aan een positief advies. Ook de inrichting heeft geen bezwaar ten aanzien van het door klager genoemde verlofadres. Ondanks alle positieve adviezen heeft de
Staatssecretaris een negatieve beslissing genomen. Klager vermoedt dat dit te maken heeft met het feit dat hij de selectiefunctionaris een aantal keer zelf heeft gebeld. Verder geeft klager aan dat het feit dat er veel Marokkanen op bezoek komen op het
verlofadres niet af doet aan het gegeven dat het een geschikt verlofadres is. Klager is nu eenmaal een Marokkaan. Het verlofadres is het adres van klagers tante. Zij woont daar alleen, zij geeft les op een basisschool en heeft geen antecedenten of
boetes. Het aanvoeren van het enkele feit dat er Marokkanen op bezoek komen is dan ook racistisch. Klagers detentie duurt nog drie maanden. Mensen die ernstiger misdrijven hebben gepleegd dan hij, krijgen wel een kans. De politie geeft bovendien
onjuiste informatie. Zo wordt er onder meer verklaard dat klager in 2009 in het bezit was van een vuurwapen, terwijl klager al sinds december 2008 in detentie zit. Het is allemaal een politiek spel, ook tussen de selectiefunctionaris en de RSJ. Zowel
de
uitspraken van de RSJ als de beslissingen van de selectiefunctionarissen laten lang op zich wachten.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft al meerdere verlofaanvragen gedaan. Deze zijn steeds afgewezen wegens het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. Bij de huidige aanvraag moet opnieuw worden geoordeeld dat er geen aanvaardbaar verlofadres is aangeleverd. In het
schrijven van de politie wordt duidelijk gesteld dat ze geen positief advies kunnen leveren. Men weet niet wie er op het adres woont. Wel is bekend dat er veel Marokkanen verblijven. Aan klager is aangegeven dat wanneer hij met een goed verlofadres
komt, de Staatssecretaris bereid is zijn beslissing te herzien. Een nieuw adres is nog niet ontvangen. In klagers verlofaanvragen is al veel tijd geïnvesteerd. Klager heeft meerdere malen de kans gehad met een aanvaardbaar verlofadres te komen, maar
deze blijken telkens niet acceptabel. Een positief advies en een positieve beslissing zijn dan ook onmogelijk. Tot slot wordt verwezen naar de bijgevoegde stukken van de inrichting, het OM en de politie.

Klager heeft daarop, zakelijk weergegeven, als volgt gereageerd. In de brief van de selectiefunctionaris komt klager weinig antwoorden tegen. Er wordt aangegeven dat klager fout zit, omdat hij iedere keer een ongeschikt verlofadres opgeeft, maar dat
klopt niet. Dat heeft klager in zijn beroepschrift al uiteengezet. Op het adres staan zijn moeder en broer ingeschreven. Er wordt beweerd dat zijn broer crimineel is, maar dat is niet het geval. Klagers broer studeert rechten en werkt bij de
beveiliging
op Schiphol. Bovendien is er een uitspraak van de RSJ waarin wordt gesteld dat het adres geschikt is en klagers broer niet crimineel is. Klager heeft ook nog een ander adres opgegeven. De politie wil daarover echter niet adviseren, omdat dit
korpsbeleid
is. Daar kan klager echter niets aan doen. Klager weet niet wat hij nu nog kan doen. Wanneer men zegt dat het aan klager ligt, moet men wel reageren op de standpunten die klager in zijn beroepschrift aanvoert. Dat is nu niet gebeurd. Voorts wordt
gesproken over een incident in januari. Dit heeft klager voorgelegd aan het afdelingshoofd en die heeft geconstateerd dat er een fout is gemaakt. Dit is allemaal na te vragen. Klager voegt een brief van de regiopolitie Amsterdam - Amstelland bij waarin
staat dat zijn broer geen antecedenten heeft.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis van de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn heeft zich onthouden van het geven van een advies.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Alkmaar heeft aangegeven dat algemeen verlof, mits binnen het regime gebruikelijk - akkoord is.
De politie Amsterdam - Amstelland heeft zich onthouden van het geven van een advies.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 44 maanden met aftrek. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 8 juli 2011.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris niet in stand kan blijven. Zij overweegt daartoe als volgt.
Gezien de beslissing van 17 maart 2011 is de verlofaanvraag afgewezen vanwege het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. Waar de politie ten aanzien van eerdere verlofadressen negatief was, heeft zij zich ten aanzien van het verlofadres in
Uithoorn
onthouden van het geven van een advies.
De opmerking dat niet bekend is wie er op het opgegeven adres verblijven, maar dat er veel Marokkanen verblijven, is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat het verlofadres onaanvaardbaar is. Volgens klager woont zijn tante daar en is door de
familie aangegeven dat klager zijn verlof daar mag doorbrengen.
Gelet hierop moet de beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren en de Staatsecretaris opdragen een nieuwe beslissing te
nemen binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 9 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven