Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1011/GV, 4 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1011/GV

betreft: [klager] datum: 4 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 maart 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tweemaal positief gescoord op softdrugs, maar dat was vier maanden voor zijn verlofaanvraag. Voorts heeft hij tweemaal urine geproduceerd met een te laag kreatininegehalte. De laatste keer dat dit het geval was, was op 16 februari 2011.
Deze uitslag is de reden om het verlofverzoek af te wijzen. Hierover meldt klager dat er geen ochtendurine is afgenomen, maar urine nadat klager naar de arbeid en crea was geweest. Klager had toen al ranja, koffie en thee gedronken. Ook is niet een dag
van te voren aangegeven dat klager een urinecontrole zou krijgen. Klager vindt dat de piw-er schuld heeft aan het feit dat klager urine met een te laag kreatininegehalte heeft geproduceerd. Klager is naar aanleiding van de uitslag niet disciplinair
gestraft. Klagers gedrag in de inrichting is goed.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is geconstateerd dat klager meerdere malen softdrugs heeft gebruikt. Ook heeft hij recent bij een urinecontrole urine met een te laag kreatininegehalte ingeleverd. Klager wist dat hij een urinecontrole zou krijgen. Dat klager heeft meegedraaid in
het
dagprogramma en daarbij ranja, koffie en thee heeft gedronken, komt voor zijn eigen verantwoordelijkheid. Bovendien dient buitensporig veel water gedronken te worden om tot een laag kreatininegehalte te komen. Conform het Drugsontmoedigingsbeleid is
het
verlofverzoek afgewezen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuid van de penitentiaire inrichtingen Arnhem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Daarbij is aangegeven dat klager tijdens zijn huidige detentie tweemaal positief gescoord heeft op het gebruik van
softdrugs en daarnaast is er tweemaal sprake geweest van een te laag kreatininegehalte in de urine.
De Officier van Justitie van het parket Arnhem heeft aangegeven akkoord te gaan met verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens diefstal onder strafverzwarende omstandigheden c.q. met geweldpleging. Aansluitend dient hij nog twee vrijheidsstraffen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt
op
of omstreeks 1 november 2011.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

Onweersproken is dat klager tweemaal positief heeft gescoord op het gebruik van softdrugs en dat op 16 februari 2011 sprake is geweest van een te laag kreatininegehalte in de urine. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een
forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze, gelet op het Drugsontmoedigingsbeleid, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 4 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven