Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2721/GA, 18 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2721/GA

betreft: [klager] datum: 18 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V.P.J. Tuma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 september 2010 van de beklagcommissie bij de locatie De Kruisberg te Doetinchem

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, en de directeur bij de locatie De Kruisberg zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2011, gehouden in de penitentiaire inrichting Lelystad, te worden gehoord. Hoewel klager op
behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. Klagers raadsman heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. De directeur van de locatie De Kruisberg heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter
zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen;
b. de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard wat betreft de duur van de opgelegde maatregel en de tegemoetkoming vastgesteld op € 10,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verwijst naar zijn klaagschrift. Het personeel van de inrichting heeft nooit kunnen constateren dat klager naar alcohol rook. Het is immers een
feit van algemene bekendheid dat men alcohol in alcoholhoudende drank niet kan ruiken, doch de drank zelf. Bovendien is klager niet aan een onderzoek (adem- of urinetest) onderworpen waaruit kan worden afgeleid dat klager al dan niet alcohol heeft
genuttigd.
De door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming is disproportioneel laag. Klager meent dat de tegemoetkoming gelijk dient te zijn aans de vergoeding die wordt toegekend bij een verzoek ex artikel 89 Sv, namelijk € 105,= per dag. Voor vijf dagen
komt dit neer op in totaal € 525,=.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de stukken komt naar voren dat meerdere personeelsleden bij klager na terugkomst in de inrichting een sterke alcohollucht roken. Klager toonde vreemd gedrag, doordat hij volgens de directeur traag reageerde en niet meer in een rechte lijn kon
lopen.
Aangezien niet onomstotelijk kon worden vastgesteld dat klager had gedronken, heeft de directeur hem geen disciplinaire straf opgelegd maar een ordemaatregel. De opgelegde ordemaatregel diende om klager te laten ontnuchteren. In dat licht bezien is
onvoldoende aannemelijk geworden waarom de ordemaatregel langer dan 24 uur heeft moeten duren. Het beroep is derhalve gegrond voor zover de ordemaatregel langer heeft geduurd dan één dag.

Wat betreft de tegemoetkoming komt uit de stukken naar voren dat klager vier dagen in afzondering heeft verbleven, waarvan dus drie dagen ten onrechte. Gelet hierop acht de beroepscommissie een hogere tegemoetkoming aangewezen. De beroepscommissie zal
dit onderdeel van het beroep gegrond verklaren, in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en de tegemoetkoming vaststellen op € 30,=, waarbij het gebruikelijke tarief is gehanteerd van € 10,= per ten onrechte in een afzonderingscel
doorgebrachte dag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag gegrond voor zover de ordemaatregel langer dan één dag heeft geduurd.
Zij verklaart het beroep voor zover gericht tegen de tegemoetkoming gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 18 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven