Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0336/GB, 11 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/336/GB

Betreft: [klager] datum: 11 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C. Vingerling, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 18 maart 2011 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) en de beslissing hem te plaatsen in de locatie Noordsingel Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 maart 2003 gedetineerd en nam sinds 13 december 2010 deel aan een p.p. Op 18 januari 2011 is beslist tot beëindiging van deelname aan het p.p. en is klager geselecteerd voor de locatie Noordsingel Rotterdam. Op 21 februari 2011 is
klager geselecteerd voor de gevangenis bij de penitentiaire inrichting Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Op school toonde een meerderjarige medescholiere interesse in klager. Zij smste klager voortdurend. Op haar initiatief heeft klager gemeenschap met haar gehad. Op het moment dat klager
heeft te kennen gegeven dat hij zijn vriendin niet zou verlaten voor haar, heeft zij aangifte van verkrachting gedaan.
Klager is op 8 februari 2011 gelicht door de politie en op 9 februari 2011 teruggekeerd naar de inrichting. Hij heeft bij de politie een verklaring afgelegd en daarna niets meer vernomen. Door klager wordt ter zitting een brief overgelegd van 28
februari 2011 van de Officier van Justitie, waaruit blijkt dat nog geen beslissing is genomen over verdere vervolging.
Klagers v.i.-datum is 25 november 2011. Het ging goed met klager en zijn gezin tot het moment van de aangifte. Klager heeft een lange gevangenisstraf achter de rug. Resocialisatie is voor hem belangrijk. Als wordt gesteld dat er sprake is van een
onderzoek, dan moet dat ook zo zijn. Klager is op 19 februari 2011 in het huis van bewaring van de p.i. Dordrecht geplaatst. Drie weken na de beeindiging van het p.p., op 8 februari 2011, heeft hij bij de politie een verklaring kunnen afleggen. Ook uit
het rapport van de reclassering wordt duidelijk dat het enige tijd zou duren voordat hij gehoord zou worden. Klager meent dat hij te lang uit het p.p. wordt gehouden. Hij heeft meegewerkt aan het onderzoek door de school. Hij heeft tijdens het p.p.
hard
gewerkt aan zijn toekomst. Hij is er kapot van hier thans niet meer aan te kunnen werken. Klager wil graag terug om zijn vriendin en kinderen te zien. Hij is onschuldig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers p.p. is beëindigd omdat hij verdacht wordt van een nieuw strafbaar feit. Op 12 januari 2011 heeft klager op het Albeda College een deelneemster het toilet
ingetrokken en verkracht. Naar aanleiding van deze melding is klager de toegang tot het college ontzegd. Op 18 januari 2011 heeft de moeder van het slachtoffer aangifte gedaan. Klager is hangende het onderzoek ingesloten in het huis van bewaring. Uit
telefonische informatie is gebleken dat klager wel degelijk wordt verhoord. Klager is op 8 februari 2011 door de politie gelicht en op 9 februari 2011 weer naar het huis van bewaring teruggebracht. Op 21 februari 2011 is opnieuw telefonisch bevestigd
dat de zaak wordt aangebracht en dat klager wel degelijk verdachte is in de nieuwe zaak. Omdat klager nog niet als preventief gehechte is ingesloten, is hij inmiddels overgeplaatst naar een gevangenis.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Nu klager wordt verdacht van een nieuw strafbaar feit, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 11 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven