Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0112/GB, 8 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/112/GB

Betreft: [klager] datum: 8 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de toelichting op het beroep van klagers raadsvrouw, mr. J. Serrarens, en de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 april 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard. Op 26 januari 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Sittard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Klager heeft recht op resocialisatie. Hij functioneert uitstekend in detentie. Klagers fictieve v.i.-datum valt in juni 2011. Er zijn geen contra-indicaties voor detentiefasering. Bovendien is er ook een positieve rapportage van TR. In maart 2011 wordt
het hoger beroep van klagers strafzaak behandeld. Klager is deels vrijgesproken. Hij gaat ervan uit dat het onmogelijk is dat in hoger beroep een hogere straf zal worden opgelegd dan in eerste aanleg. De opmerking van de selectiefunctionaris dat
inhoudelijk niet geoordeeld wordt over de strafzaak is te rechtlijnig. Het advies van de Advocaat-Generaal wordt namelijk wel blindelings gevolgd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager werd na een gevangenisstraf van vijf jaren op 20 januari 2010 in vrijheid gesteld. Op 27 april 2010 is klager voor een nieuw strafbaar feit in verzekering gesteld. Klager is in eerste aanleg veroordeeld in september 2010 tot een gevangenisstraf
van tien maanden. Klager heeft niets geleerd van zijn vorige detentie. Zowel klager als de Officier van Justitie zijn in hoger beroep gegaan tegen het vonnis. De Officier van Justitie heeft een gevangenisstraf geëist van vier jaren. Er is nog geen Risc
afgenomen. Verwezen wordt naar het selectieadvies van de locatie Sittard, waaruit blijkt dat klager detentie ziet als ‘risico van het vak’.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Sittard is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele
gemeenschap worden geplaatst.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Uit het selectieadvies van 8 december 2010 van de locatie Sittard volgt dat klager sinds 1988 regelmatig in aanraking komt met Justitie en vaak in detentie heeft verbleven. Klagers huidige strafzaak, die momenteel in hoger beroep behandeld
wordt, betreft de verdenking van strafbare feiten gepleegd nadat hij ongeveer zes weken in vrijheid was gesteld. Gelet op voornoemde gegevens oordeelt de beroepscommissie dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven