Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3164/GA, 5 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 10/3164/GA

betreft: [klager] datum: 5 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.H.H. Meulemeesters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 oktober 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Dordrecht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager bezoek zonder toezicht te laten ontvangen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat zijn verzoek om bezoek zonder toezicht op onjuiste gronden is afgewezen. Klager verblijft sinds 9 juli 2010 in de p.i. Dordrecht. Op
24 juli 2010 heeft klager een aanvraag ingediend voor bezoek in de familiekamer op 3 augustus 2010, nu zijn zoon op voornoemde datum jarig is. Het afdelingshoofd stelt dat nu klager pas een korte periode op de afdeling verblijft, er nog onvoldoende
zicht is op klagers gedrag en functioneren. Het door de directeur bedoelde reglement omtrent bezoek zonder toezicht is nimmer overgelegd, zodat klager tijdens de zitting van de beklagcommissie geen inzage heeft gehad in het reglement. Zodoende heeft
klagers raadsman tijdens de zitting van de beklagcommissie geen adequate verdediging kunnen voeren. Inmiddels heeft klagers raadsman de algemene regels omtrent bezoek zonder toezicht ontvangen. Onder punt 1 van de algemene regels omtrent bezoek zonder
toezicht is opgenomen dat men in aanmerking kan komen voor bezoek zonder toezicht na een verblijf van drie maanden in een gevangenis. Hierin is niet opgenomen dat het dient te gaan om één en dezelfde gevangenis. Uit de circulaire, omtrent bezoek zonder
toezicht, d.d. 8 september 2000 (kenmerk 5041936/OO/DJI) blijkt dat de voornoemde algemene regels zijn gebaseerd op artikel 2 van de Circulaire. In de toelichting op artikel 2 is opgenomen dat de periode van drie maanden is bedoeld om een inschatting
te
kunnen maken van het veiligheidsrisico dat aan het bezoek verbonden is. Het feit dat klager is overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht doet hieraan niet af. In artikel 2 van de Circulaire is opgenomen dat een overplaatsing van de gedetineerde van een
normaal beveiligde gevangenis naar een andere normaal beveiligde gevangenis geen invloed heeft op de gestelde termijn. In dat geval kan de directeur van de inrichting alwaar betrokkene wordt geplaatst de veiligheidsrisico’s inschatten aan de hand van
informatie van de inrichting van herkomst over betrokkene en eventuele ervaringen met het bezoek zonder toezicht. Het argument van de directeur dat klager gedurende een te korte periode in de inrichting zou verblijven om een juiste beslissing te nemen
op het verzoek gaat dan ook niet op. Het verzoek van klager had in behandeling genomen moeten worden. Het had immers in de rede gelegen dat de directeur de betreffende informatie over de voorafgaande drie maanden bij de vorige inrichting had opgevraagd
en een inschatting had gemaakt naar aanleiding van de aanwezige rapportages.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Onder 1. Algemene regels van het BZT-Reglement PI Dordtse Poorten valt te lezen: “U kunt na een verblijf van drie maanden in een gevangenis in aanmerking komen voor Bezoek zonder Toezicht (BZT genaamd)”. Naar het oordeel van de beroepscommissie
betekent
dit dat klager pas na een verblijf van drie maanden in de p.i. Dordrecht voor bezoek zonder toezicht in aanmerking kan komen. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van
de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 5 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven