Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2781/GA, 4 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2781/GA

betreft: [klager] datum: 4 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Schutterswei te Alkmaar,

gericht tegen een uitspraak van 16 september 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 januari 2011, gehouden in de locatie Zoetermeer, is de directeur van voormelde locatie, [...], gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Klagers raadsman mr. drs. A. Boumanjal is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van het verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en geen termen aanwezig geacht voor het toekennen van een tegemoetkoming. Tegen laatstgenoemde beslissing heeft klager zijnerzijds geen beroep
ingesteld.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers verlof is geweigerd op grond van negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie (OM), de politie en de inrichting.
Klager heeft in de inrichting geen rapporten gekregen. Klager was achterdochtig en wantrouwend en hij vertoonde agressief gedrag. De inrichting heeft het verlof afgewezen wegens gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde. Klager is op 18
september 2010 aangemeld voor plaatsing in het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) te Amsterdam.
Het advies van het OM is niet binnen de inrichting besproken. Het komt voor dat gedetineerden, ondanks een negatief advies van het OM, toch met verlof gaan.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur nader toegelicht waarom klagers verlof is afgewezen. Klager was achterdochtig en wantrouwend en hij vertoonde agressief gedrag. Op 18 september 2010 heeft de inrichting verzocht klager over te
plaatsen naar het PPC te Amsterdam. Klager is daar op 27 september 2010 geplaatst.
Uit de stukken blijkt dat de politie ter zake van het door klager opgegeven verlofadres een negatief advies heeft uitgebracht. Klager veroorzaakte op dit adres van zijn ouders gedurende geruime tijd voor overlast en problemen. Het OM heeft negatief
geadviseerd omdat volgens het reclasseringsrapport het risico op het onttrekken aan de voorwaarden hoog is. Voorts is er volgens het Reclasseringsrapport waarop het OM zich beroept, een hooggemiddeld recidiverisico en een risico op letselschade voor
willekeurige personen. Het delict waarvoor klager was gedetineerd heeft hij tijdens een proeftijd gepleegd.
De beslissing van de directeur tot afwijzing van klagers verlofaanvraag kan gelet op al het voorgaande, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b, e en j van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, prof. mr. P.A.M. Mevis en mr. C.J.G. Bleichrodt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 4 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven