Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0951/SGB, 1 april 2011, schorsing
Uitspraakdatum:01-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/951/SGB

Betreft: [klager] datum: 1 april 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, thans niet gedetineerd.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 18 maart 2011, strekkende tot de oproep van verzoeker om een
hem opgelegde vrijheidsstraf te ondergaan met ingang van 19 april 2011 om 11.30 in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift van 23 maart 2011 alsmede de aanvulling daarvan van 24 maart 2011, van de beslissing op het bezwaarschrift van 25 maart 2011, het op 29 maart 2011 tegen de beslissing van de
selectiefunctionaris ingediende beroepschrift, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 1 april 2011.

1. De standpunten van verzoeker en de selectiefunctionaris
Verzoeker heeft – zoals in het schorsingsverzoek en de bijlagen daarbij uitvoerig naar voren is gebracht – aangevoerd dat hij thans om zakelijke en medische redenen thans niet in staat is om de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde vrijheidsstraf
te ondergaan in de b.b.i. van de locatie Westlinge. Hij verzoekt daarom aan de voorzitter om te bepalen dat de tenuitvoerlegging zal worden opgeschort tot het moment waarop de beroepscommissie op het beroep zal hebben beslist, dan wel tot het moment
dat
verzoeker in staat is om de hem opgelegde vrijheidsstraf alsnog te ondergaan in een b.b.i.

Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt, onder meer en voor zover hier van belang zakelijk weergegeven, naar voren dat de selectiefunctionaris enkel de mogelijkheid heeft verzoeker te selecteren voor plaatsing in een b.b.i. Een andere
mogelijkheid is er niet. Het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging bereikte de selectiefunctionaris eerst op 28 maart 2011 en dus na het nemen van de beslissing op het bezwaarschrift. Overigens had verzoeker de door hem genoemde redenen voor
uitstel van een oproepdatum eerder kunnen aangeven en niet behoeven te wachten tot na het indienen van het bezwaarschrift. Ten aanzien van de door verzoeker gestelde grote gevolgen voor zijn persoonlijke situatie geldt voor de selectiefunctionaris dat
deze twijfelt aan de zwaarte zoals die door verzoeker is omschreven.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing van de selectiefunctionaris. Naar het voorlopig oordeel
van
de voorzitter is daarvan hier sprake.
De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat hij geen rekening heeft kunnen houden met het verzoek om uitstel, nu dit verzoek hem eerst bereikte nadat hij op het bezwaarschrift had beslist. Weliswaar had het op de weg van klager gelegen om meteen alle
omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van zijn verzoek te melden. Niet kan evenwel gezegd worden dat klager niet al een aantal andere gronden heeft aangevoerd die een verlening van uitstel – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter
– rechtvaardigen. Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de selectiefunctionaris tot het moment waarop de beroepscommissie zal hebben beslist op het door verzoeker ingediende beroep.

aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris op 1 april 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven