Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2901/TB, 31 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2901/TB

betreft: [klager] datum: 31 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A.G.M. Landeloo, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 28 september 2010 van de toenmalige Minister van Justitie, verder te noemen verweerder, in deze uitspraak wordt onder verweerder tevens verstaan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 februari 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.A.G.M. Landeloo, en namens de verweerder, [...], werkzaam bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en d[...] van de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De verweerder heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere tbs-kliniek, bij voorkeur het FPC De Pompestichting, afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch van 23 juli 2003 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij besluit van 28 september 2004 geplaatst in het FPC Oldenkotte en bij besluit van 7 februari 2008 overgeplaatst naar de Van der
Hoevenkliniek.
Op 15 juli 2010 heeft klager verzocht om overplaatsing en verweerder heeft dit verzoek op 28 september 2010 afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Uit de pro justistiarapportage van mei 2010 van [...], psychiater, en [psycholoog], psycholoog, blijkt dat tijdens klagers verblijf in de Van der Hoevenkliniek het recidiverisico is toegenomen. Klager is nooit voorstander geweest van een verblijf in
die
kliniek en de behandeling van klager verkeert al geruime tijd in een impasse. Klager heeft nu allerlei lichamelijke klachten en is zeer depressief. Klager wil graag overgeplaatst worden naar het FPC De Pompestichting. Klager staat positief tegenover
een
tijdelijke plaatsing ten behoeve van een second opinion in De Rooyse Wissel, wat in de dagen voorafgaand aan deze zitting door de kliniek aan klager is geopperd, maar nog niet is voorgelegd aan De Rooyse Wissel.
Reeds in juli 2010 heeft de raadsvrouw om overplaatsing verzocht en er werd steeds afwijzend op gereageerd. Naar aanleiding van deze zitting wordt nu opeens door de Van der Hoevenkliniek gesproken over tijdelijke overplaatsing. Dit is echter nog te
weinig concreet. De raadsvrouw kan zich vinden in het voorstel van de beroepscommissie om de zaak voor drie maanden aan te houden teneinde de vorderingen met betrekking tot de beoogde tijdelijke plaatsing te kunnen bezien.

Namens de verweerder is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Klagers behandeling in de Van der Hoevenkliniek verloopt uiterst moeizaam. In januari 2011 is een machtiging voor begeleid verlof verleend. De inrichting ziet nog wel mogelijkheden en verwacht dat verlof een gunstige invloed op klagers behandeling zal
hebben. Overplaatsing naar een andere tbs-kliniek zal een herhaling van zetten worden en zal niet tot een nieuwe situatie leiden. De Van der Hoevenkliniek heeft steeds klagers belang voorop gesteld. De tbs-inrichtingen kunnen onderling patiënten
ruilen.
DJI staat daar buiten. In de reactie van verweerder van 15 november 2010 wordt gesteld dat het onverantwoord is om klager thans over te plaatsen. Dit is wat zwaar gesteld en eerder is bedoeld dat het onverstandig zou zijn klager over te plaatsen.
Namens
verweerder wordt het voorstel van de beroepscommissie om de zaak aan te houden afgewezen. Het gaat om de rechtmatigheid van het besluit van 28 september 2010 en het overplaatsingsverzoek is op goede gronden afgewezen.
De heer [...]deelt mee dat op allerlei manieren geprobeerd is om een opening te krijgen. Om de impasse te doorbreken wordt nu een ‘proefplaatsing’ in het FPC De Rooyse Wissel overwogen. Het is een feit dat klager veel weerstand heeft tegen zijn
behandelaars. Als het goed gaat in De Rooyse Wissel is het de bedoeling dat klager daar blijft.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient verweerder, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de verweerder geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

In het verlengingsadvies van de Van der Hoevenkliniek van 4 juni 2010 wordt aangegeven dat klager vooralsnog niet reageert op behandeling en dat er geen overeenstemming is met klager over zijn behandelingstraject. Klager is niet gemotiveerd voor
behandeling en houdt vast aan zijn wens tot overplaatsing.
Uit eerdergenoemde pro justitia rapportage van [psychiater], psychiater, en [psycholoog], psycholoog van mei 2010 in het kader van de verlenging van klagers tbs komt naar voren dat niet te verwachten is dat het nog tot een goede samenwerking tussen
klager en de behandelaars in de Van der Hoevenkliniek zal komen. De rapporteurs zijn van mening dat het aanbeveling verdient om klager over te plaatsen naar een andere kliniek. Voorts achten zij het wenselijk om enige urgentie achter deze overplaatsing
te zetten. Inmiddels heeft ook de kliniek de mogelijkheid van een tijdelijke plaatsing in De Rooyse Wissel geopperd.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen moet de weigering om klager over te plaatsen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, onredelijk en onbillijk worden geacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

Nu de bestreden beslissing op materiële grond dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder a van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt de verweerder opdragen
binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op materiële grond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de verweerder op binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven