Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0158/GV, 14 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/158/GV

betreft: [klager] datum: 14 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 januari 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof toegewezen voor een kortere duur dan waarom hij had verzocht.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Aan hem is twee uur begeleid verlof toegestaan terwijl hij om 12 uur onbegeleid verlof had gevraagd. Door een fout van een bsd medewerkster heeft klager niet tijdig bij het gerechtshof een verzoek om
schorsing in kunnen dienen. Klager is twee maal eerder geschorst geweest, zonder problemen. Hij begrijpt niet waarom hij dit keer slechts twee uur heeft gekregen en dan ook nog onder begeleiding en geboeid, waardoor hij zijn kindje niet in zijn armen
heeft kunnen nemen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek, maar toestemming verleend klager onder begeleiding naar zijn partner en pasgeboren kind te laten gaan. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan
geoordeeld zou moeten worden dat de partner met haar kind klager niet in de inrichting zou kunnen komen bezoeken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn heeft positief geadviseerd ten aanzien van de aanvraag, mits begeleid.

De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Haag heeft aangegeven incidenteel verlof toe te staan onder begeleiding, om de kans op onttrekking zo gering mogelijk te laten zijn en onder de voorwaarde van het gebruik van handboeien.
De politie Haaglanden heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het gevraagde verlof.

3. De beoordeling
Klager verblijft in voorlopige hechtenis na een veroordeling in hoger beroep wegens doodslag. De fictieve einddatum valt op of omstreeks 27 maart 2013.

Krachtens artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is. Krachtens artikel 21, tweede lid, van de Regeling kan dit verlof indien nodig onder begeleiding plaatsvinden.
Gelet op het advies van de advocaat-generaal heeft de Staatssecretaris tot de beslissing om klager voor niet meer dan twee uur begeleid verlof te verlenen kunnen overgaan. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat niet is gebleken dat moeder
en kind niet op bezoek kunnen komen. Dat aan klager eerder een schorsing is verleend, welke zonder problemen is verlopen, doet aan vorenstaande niet af.
Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet , secretaris, op 14 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven