Onderwerp: Bezoek-historie

Bestuurlijk oordeel indirecte meerkosten huisartsendienstestructuur 2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

1 Inleiding

Er is geen landelijke compensatieregeling voor huisartsendienstenstructuren om de door de betreffende zorgaanbieders in 2021 gemaakte indirecte meerkosten van COVID-19, te vergoeden. Zorgverzekeraars kunnen in dat geval de NZa individueel verzoeken om een plausibiliteitstoets waarbij de vergoeding is gebaseerd op de werkelijk gemaakte meerkosten.

Regelgeving

In de Regeling Zorgverzekering is in artikel 6.6.5 opgenomen dat de zorgverzekeraar op de door Zorginstituut Nederland (ZIN) aangegeven wijze moet aantonen dat mede gelet op de bijzondere omstandigheden van de catastrofe, sprake moet zijn van een plausibele bepaling van de meerkosten.

In de Beleidsregels catastroferegeling 2020 en 2021 COVID-19 van ZIN is vervolgens als voorwaarde voor inbreng in de catastroferegeling opgenomen, dat de hoogte van de indirecte meerkosten plausibel moet zijn. Wanneer een zorgverzekeraar geen landelijke afspraken heeft gevolgd is hier volgens deze beleidsregel aan voldaan als de zorgverzekeraar aan de NZa kan aantonen dat deze vergoeding gebaseerd is op de werkelijke kosten.

2 Beoordeling door zorgverzekeraars

Door 5 aanbieders is een aanvraag ingediend voor vergoeding van de gemaakte indirecte meerkosten. De zorgverzekeraars hebben € 242.307 aan indirecte meerkosten toegekend onder voorbehoud van goedkeuring door de NZa.

Via een deelwaarneming heeft de NZa vastgesteld dat de zorgverzekeraars de vergoedingen hebben gebaseerd op de werkelijke kosten.

De NZa is van mening dat voldoende is aangetoond dat de door de zorgverzekeraars aan aanbieders over 2021 toegekende vergoeding van in totaal € 242.307 daadwerkelijk gemaakte indirecte meerkosten als gevolg van COVID betreft.

Het aandeel per individuele zorgverzekeraar is opgenomen in separate addenda.

3 Oordeel toegekende vergoeding voor indirecte meerkosten

Op grond van bovenstaande beoordeling is de NZa van oordeel dat de door zorgverzekeraars aan aanbieders betaalde bedragen van in totaal € 242.307 plausibele meerkosten betreffen conform artikel 6.6.5 lid 2.b van de Regeling Zorgverzekering en dat deze voldoen aan de voorwaarden voor inbreng in de catastroferegeling, onder voorbehoud van een (hernieuwde) aanlevering KPV 2021.

Naar boven