Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel experiment Wlz-zorg in onderwijstijd - BR/REG-22161
Vaststellingsdatum:19-07-2022Status: Niet in werking getreden

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Grondslag

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Onder verwijzing naar artikel 58 van de Wmg, is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing van 1 juli 2022 met kenmerk 3383563-1031031-PZO, bedoeld in artikel 59, aanhef en onder f, van de Wmg, is door de Minister voor Langdurige Zorg en Sport met brief van 1 juli 2022, met kenmerk 3383563-1031031-PZO, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2022, 18208.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

 

aanvraag:

een tussen een deelnemende zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder ondertekend verzoek om een besluit te nemen.

 

deelnemer:

een zorgaanbieder en/of zorgkantoor/Wlz-uitvoerder die een beschikking van de NZa heeft ontvangen voor deelname aan het experiment. De school is geen deelnemer aan het experiment.

 

doorlopende kosten:

kosten van deelnemers die zij voor het leveren van zorg in onderwijstijd voor leerlingen met een Wlz-indicatie hebben moeten maken bij afwezigheid van een leerling. Het gaat om eventuele verschillen tussen gedeclareerde en afgesproken uren/dagdelen voor Wlz-zorg in onderwijstijd.

 

experiment:

een op grond van deze beleidsregel goedgekeurde werkwijze, vastgelegd in een beschikking van de NZa, van een zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder. De werkwijze is in het kader van het experiment Wlz-zorg in onderwijstijd zoals beschreven in:

  • de brief van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 19 mei 2022, Kamerstukken II 2021/2022, 31497, nr. 435;

  • de aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport aan de NZa van 1 juli 2022, met kenmerk 3383563-1031031-PZO, Staatscourant 2022, 18208.

 

modulair pakket thuis:

zorg geleverd in natura zoals geregeld in artikel 3.3.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wlz.

 

productieafspraak:

het totaalbedrag van de afspraken met betrekking tot de prestaties en tarieven ten laste van de contracteerruimte die door de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder zijn overeengekomen in de budgetronde of herschikkingsronde.

 

school:
uit 's Rijkskas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 1 van de Wet op de expertisecentra.

 

Wlz-sluittarief:

een vast tarief voor een geheel van prestaties, dat betrekking heeft op de totale overeengekomen en gerealiseerde productie van een zorgaanbieder en dat door de NZa voor elke gebudgetteerde zorgaanbieder in de Wlz afzonderlijk kan worden vastgesteld.

 

Wlz-uitvoerder:

de rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wmg en artikel 1.1.1 van de Wlz: de rechtspersoon die geen zorgverzekeraar is, die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wlz heeft aangemeld voor de uitvoering van deze wet, het zorgkantoor daaronder begrepen.

 

Wlz-zorg in onderwijstijd:
zorg gedurende onderwijstijd geleverd aan leerlingen met een Wlz-indicatiebesluit als bedoeld in artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg (Wlz) die zijn ingeschreven bij een school.

 

zorgaanbieder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1°, van de Wmg.

 

zorgkantoor:

zoals omschreven in artikel 1.1.1 van de Wlz: een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder.

Artikel 2 Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om het experiment Wlz-zorg in onderwijstijd vorm te geven. Het experiment is bedoeld om zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders te laten experimenteren met de organisatie van de Wlz-naturazorg in onderwijstijd en daarbij te onderzoeken wat een redelijke afwezigheidscomponent is voor de Wlz-zorg in onderwijstijd.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg en/of dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz, geleverd in natura via het modulair pakket thuis (mpt).

Artikel 4 Uitgangspunten

Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, houdt de NZa binnen haar mogelijkheden rekening met het experiment. De NZa hanteert in het kader van het experiment in het bijzonder de volgende uitgangspunten:

  • Zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders krijgen op grond van dit experiment de mogelijkheid om af te wijken van de reguliere bekostiging voor Wlz-zorg die wordt geleverd tijdens onderwijstijd;

  • Zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders kunnen hierdoor deelnemen aan collectieve afspraken met meerdere partijen over financiering van zorg in onderwijstijd op een school;

  • Een zorgaanbieder kan geen beroep doen op extra financiële middelen in verband met deelname aan het experiment;

  • Het experiment heeft geen gevolgen voor het budgettair kader Wlz;

  • De administratieve lasten die de uitvoering van het experiment met zich brengen, blijven zo beperkt mogelijk.

Artikel 5 Aanvragen deelname experiment, wijze van indienen aanvraag, beschikking NZa

1. Een aanvraag om te mogen deelnemen aan het experiment wordt door de deelnemers gezamenlijk, tweezijdig, ingediend bij de NZa. De NZa stelt hiervoor een format experimentovereenkomst ter beschikking. De school is geen deelnemer aan het experiment en kan geen aanvraag voor deelname indienen.

2. Waar in deze beleidsregel wordt gesproken van een tweezijdige aanvraag, bedoelt de NZa dat:

  • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) gezamenlijk eensluidend indienen; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) hebben overeenstemming;

  • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) ieder afzonderlijk indienen en de indieningen eensluidend zijn; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) hebben overeenstemming.

Indieningen anders dan tweezijdig beschouwt de NZa als eenzijdig.

Zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) kunnen dus niet volstaan met eenzijdige indiening. Indien toch een eenzijdige aanvraag wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder(s) of de zorgaanbieder om de aanvraag mede te ondertekenen. Een eenzijdige aanvraag wijst de NZa af.

3. De aanvraag voor deelname aan het experiment is ingevuld conform het daarvoor berschikbaar gestelde format experimentovereenkomst en bevat ten minste de volgende onderdelen:

  • NAW-gegevens deelnemend(e) zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s);

  • de startdatum en duur van het experiment;

  • aantal Wlz-cliënten dat zorg in onderwijstijd ontvangt;

  • tussen deelnemers aantal afgesproken uren/dagdelen als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregel voor Wlz-zorg in onderwijstijd;

  • tussen deelnemers overeengekomen prijsafspraak voor Wlz-zorg in onderwijstijd.

4. De NZa wijst de aanvraag voor deelname aan een experiment in ieder geval af:

  • als het experiment niet valt binnen de reikwijdte als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel;

  • voor zover die strijdig is met een uitgangspunt als vermeld in artikel 4 van deze beleidsregel;

  • als in de aanvraag niet tenminste de in artikel 5 lid 3 van deze beleidsregel genoemde onderdelen zijn opgenomen.

5. Vanwege de beheersbaarheid en uitvoerbaarheid verleent de NZa maximaal twintig zorgaanbieders een beschikking voor deelname aan het experiment als bedoeld in deze beleidsregel. Het aantal van twintig beoordeelt de NZa op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

6. Als de NZa een verzoek tot deelname aan het experiment toewijst, geeft de NZa aan de deelnemende zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) een beschikking af.

Artikel 6 Wlz-zorg in onderwijstijd, procedure

1. Wlz-zorg in onderwijstijd omvat de prestatie Begeleiding (H300) met bijbehorende maximum beleidsregelwaarde per uur en de prestatie Dagbesteding kind licht (H814, H834, H854, H874) met bijbehorende maximum beleidsregelwaarde per dagdeel, zoals vastgelegd in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2022, met kenmerk BR/REG-22124c, en opvolgers.

2. Om declaratie van Wlz-zorg in onderwijstijd inzichtelijk te maken, zijn ten behoeve van het experiment aparte codes beschikbaar gesteld. Als Wlz-zorg in onderwijstijd wordt afgesproken en gedeclareerd, moeten onderstaande codes worden gebruikt/vermeld:

Code

Omschrijving

H307

Begeleiding Zio (zorg in onderwijstijd)

H308

Dagbesteding vg kind licht Zio (zorg in onderwijstijd)

H309

Dagbesteding lg kind licht Zio (zorg in onderwijstijd)

H310

Dagbesteding zg kind auditief licht Zio (zorg in onderwijstijd)

H311

Dagbesteding zg kind visueel licht Zio (zorg in onderwijstijd)

3. Zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder geven gezamenlijk in de herschikking-opgave het bedrag op met de totaalafspraken Wlz-zorg in onderwijstijd zoals zij zijn overeengekomen.

4. Op grond van dit experiment krijgen een zorgaanbieder en een zorgkantoor/Wlz-uitvoerder de mogelijkheid om eventuele verschillen tussen gedeclareerde en afgesproken uren/dagdelen voor Wlz-zorg in onderwijstijd gezamenlijk op te nemen in de nacalculatie-opgave van de zorgaanbieder. Het gaat om een vergoeding voor doorlopende kosten die het gevolg zijn van afwezigheid van de Wlz-cliënt terwijl die Wlz-zorg wel beschikbaar was. De nacalculatie-opgave kan op dit onderdeel uitsluitend tweezijdig bij de NZa worden ingediend.

5. De vergoeding van doorlopende kosten voor Wlz-zorg in onderwijstijd op grond van dit experiment kunnen additioneel worden meegenomen in de vaststelling van de aanvaardbare kosten in het nacalculatieformulier Wlz. De NZa neemt de vergoeding voor deze kosten op in het Wlz-sluittarief.

Artikel 7 Beleidsregels

1. Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar beleidsregels toe.

2. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4 van deze beleidsregel, wijkt de NZa van haar beleidsregels af. In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor deelnemers voor de toepassing van deze beleidsregel gedurende deelname aan het experiment het volgende:

  • Artikel 1, 5, derde en vierde lid, Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2022 en opvolgers:

Voor de toepassing van deze beleidsregel worden doorlopende kosten Wlz-zorg in onderwijstijd ook gezien als onderdeel van de productieafspraak.

Artikel 1 en 5 Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2022 en opvolgers:

In dit artikel wordt de totaal financieel gerealiseerde productie gedefinieerd als de financiële waarde van de productie zoals deze feitelijk is geleverd en gedeclareerd door de zorgaanbieder. Waar normaal alleen de daadwerkelijk gerealiseerde productie in aanmerking voor vergoeding komt, wordt voor de toepassing van deze beleidsregel de vergoeding voor doorlopende kosten van Wlz-zorg in onderwijstijd behorend bij de niet-geraliseerde productie als gevolg van afwezigheid van de Wlz-cliënt additioneel meegenomen in de vaststelling van het sluittarief, zodat zorgaanbieders dekking krijgen voor de doorlopende kosten.

  • Artikel 4, eerste tot en met derde lid, en 5 Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2022 en opvolgers:

    Bij de nacalculatie-opgave en berekening en vaststelling van de aanvaardbare kosten wordt tevens Wlz-zorg in onderwijstijd meegenomen. Dit betekent dat een vergoeding voor (doorlopende kosten van) Wlz-zorg in onderwijstijd wordt meegenomen in de berekening van het sluittarief.

  • Artikel 5, eerste lid, Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2022 en opvolgers:

    Bij enkele onderdelen van de nacalculatie-opgave is eenzijdige indiening niet mogelijk. In aanvulling op de opsomming in onderdeel b) van dit artikel geldt dat de doorlopende kosten van Wlz-zorg in onderwijstijd onderdeel zijn van de nacalculatie waarbij de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder verplicht zijn tweezijdig in te dienen.

  • Artikel 1, 11, 12 en 13 Beleidsregel budgettair kader Wlz 2022 en opvolgers:

    Voor de toepassing van deze beleidsregel worden doorlopende kosten van Wlz-zorg in onderwijstijd ook gezien als onderdeel van de productieafspraak. Bij de indiening van de productieafspraken geven zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder gezamenlijk het bedrag op met de totaalafspraken Wlz-zorg in onderwijstijd zoals zij zijn overeengekomen.

Artikel 8 Regelingen

1. Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar regelingen toe.

2. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4 van deze beleidsregel, wijkt de NZa van haar regelingen af. In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor deelnemers voor de toepassing van deze beleidsregel gedurende deelname aan het experiment het volgende:

  • Artikel 1 en 10 Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2022 en opvolgers:

    Het nacalculatieformulier en de nacalculatie-opgave bevatten tevens de onderdelen zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregel.

  • Artikel 9 Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2022 en opvolgers:

    In aanvulling op het genoemde artikel, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    De doorlopende kosten van een aan een experiment deelnemende zorgaanbieder die niet alle afgesproken productie voor Wlz-zorg in onderwijstijd heeft kunnen declareren, kunnen worden meegenomen bij het vaststellen van het Wlz-sluittarief. Die vergoeding van kosten via het Wlz-sluittarief betreft kosten van een zorgaanbieder die zij voor overeengekomen en wel gerealiseerde zorg in onderwijstijd voor leerlingen met een Wlz-indicatie heeft moeten maken. Eventuele verschillen tussen gedeclareerde en afgesproken uren en/of dagdelen voor Wlz-zorg in onderwijstijd kunnen rechtmatig opgenomen in het sluittarief van de betrokken zorgaanbieders. De zorgaanbieder legt deze elementen (gerealiseerde zorg, eventuele verschillen, etcetera) vast in zijn administratie.

    Overige elementen die volgen uit deze beleidsregel worden door zorgaanbieder tevens vastgelegd in zijn administratie.

Artikel 9 Duur en einde van een experiment

1. De ingangsdatum van de individuele beschikking als bedoeld in deze beleidsregel is 1 september 2022 of een andere datum in de periode 1 september 2022 tot en met 1 september 2025.

2. Een experiment heeft een looptijd van maximaal drie jaar en eindigt uiterlijk op 1 september 2025. Een experiment eindigt eerder indien de deelnemers dit in de aanvraag hebben opgenomen dan wel tussentijds gezamenlijk overeenkomen.

3. Indien de deelnemers een experiment eerder wensen te beëindigen of niet meer voldoen aan de in artikel 4 genoemde uitgangspunten, melden zij dit op het eerst mogelijke moment bij de NZa.

4. De NZa kan met onmiddellijke ingang een experiment beëindigen, in ieder geval indien:

  • een experiment niet meer valt onder de reikwijdte van deze beleidsregel, als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel;

  • een experiment naar het oordeel van de NZa niet meer voldoet aan een uitgangspunt als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregel;

  • op verzoek van één of meer van de deelnemers als bedoeld in artikel 9 lid 3 van deze beleidsregel.

5. Indien de NZa van oordeel is dat zij van haar recht als bedoeld in artikel 9 lid 4 van deze beleidsregel gebruik dient te maken, informeert de NZa onverwijld de Minister voor Langdurige Zorg en Sport.

Artikel 10 Evaluatie van een experiment

1. De NZa evalueert een experiment op basis van het door de deelnemers aangeleverde tussen- en/of eindverslag van de bevindingen.

2. Deelnemers aan een experiment leveren ieder kalenderjaar, uitgezonderd het laatste jaar, vóór 1 juli aan de NZa een tussenverslag aan.

3. Deelnemers leveren in het laatste jaar van een experiment aan de NZa een eindverslag op. De NZa ontvangt dit eindverslag uiterlijk op 1 september van dat jaar.

4. Voor het tussen- en eindverslag stelt de NZa een standaard format beschikbaar. In dat format zijn in ieder geval de volgende punten opgenomen:

  • een overzicht van de (tussentijdse) leerpunten;

  • de zienswijze van de zorgaanbieder over de (tussen)resultaten;

  • de zienswijze van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder(s) over de (tussen)resultaten;

  • de zienswijze van de school over de (tussen)resultaten;

  • het aantal Wlz-cliënten dat zorg in onderwijstijd ontvangt;

  • een overzicht van de tussen deelnemers aantal afgesproken uren/dagdelen voor Wlz-zorg in onderwijstijd;

  • de tussen deelnemers overeengekomen prijsafspraken voor Wlz-zorg in onderwijstijd;

  • aandachtspunten voor het vervolgtraject indien gewerkt wordt naar een reguliere prestatie Wlz-zorg in onderwijstijd.

5. De NZa informeert de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de (tussen)resultaten van de experimenten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2025.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel experiment Wlz-zorg in onderwijstijd.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van dit experiment kunnen zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders experimenteren met een andere wijze van bekostigen van (Wlz-)zorg tijdens onderwijstijd. De inzet daarbij is dat de zorgkantoren/Wlz-uitvoerders en Wlz-aanbieders kunnen deelnemen aan collectieve afspraken waarin met gemeenten en scholen afspraken worden gemaakt over collectieve financiering van zorg in onderwijstijd en waarbij de betrokken zorgaanbieders vooraf van de Wlz-uitvoerder de zekerheid krijgen dat de noodzakelijke inzet van Wlz-zorg in onderwijstijd in de klassen wordt gefinancierd.

Voor de duur van het experiment kan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder financiële zekerheid geven door de mogelijkheid te bieden om dekking te geven voor de doorlopende kosten van Wlz-zorg in onderwijstijd in geval de zorgaanbieders het afgesproken Wlz-budget niet geheel kunnen realiseren en declareren in geval van afwezigheid van de Wlz-cliënt op school. Deze vergoeding is bij wijze van experiment mogelijk via opname in het vast te stellen sluittarief bij de nacalculatie-opgave van de betrokken zorgaanbieders. Een zorgkantoor/Wlz-uitvoerder kan daardoor voor de duur van het experiment deelnemen aan collectieve afspraken tussen gemeenten, school en zorgaanbieders over zorg in onderwijstijd.

Artikelsgewijs

Artikel 3 Reikwijdte

De zorg en/of dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz, bekostigd met een persoonsgebonden budget, is uitgesloten van het experiment.

Artikel 4 Uitgangspunten

Een afspraak over collectieve financiering van zorg in onderwijstijd en een daaruit volgend zorg/onderwijsplan maakt het voor zorgaanbieders/zorginstellingen mogelijk om voor zorg in onderwijstijd voor alle domeinen gelijktijdig een afspraak te maken over het aantal te leveren uren/dagdelen en bijbehorend tarief.

Artikel 5 Aanvragen deelname experiment, wijze van indienen aanvraag, beschikking NZa

Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen. Bij de vormgeving van een experiment wordt veel vrijheid aan experimenteerpartijen gelaten. De daadwerkelijke uitvoering van een experiment hangt af van de belangstelling daarvoor en de bereidheid van de deelnemers om de kosten voor deelneming aan een experiment te dragen. Dat wordt geborgd doordat één (of meerdere) Wlz-uitvoerder(s) een overeenkomst met een zorgaanbieder moet hebben gesloten. Ook speelt een rol dat een experiment een tijdelijke afwijking van de reguliere bekostiging/verantwoording is die slechts voor enkele partijen geldt (niet voor iedereen). Door tweezijdige indiening kan enige balans worden bereikt tussen wensen van partijen, nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid. Tot slot is tweezijdige indiening belangrijk voor de kans van slagen van een experiment. Als zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder(s) vertrouwen hebben in een experiment, is er bereidwilligheid om er een succes van te maken en na te denken over mogelijke inbedding in de reguliere bekostiging/verantwoording.

Indien er op andere, niet aan een experiment deelnemende, scholen afspraken over collectieve financiering tot stand komen, is navolging aan het experiment door andere zorgkantoren/Wlz-uitvoerders en Wlz-zorgaanbieders mogelijk. De NZa is bevoegd in het aantal zorgaanbieders dat mag experimenteren te beperken. Met het oog op de beheersbaarheid en uitvoerbaarheid geeft de NZa maximaal twintig Wlz-zorgaanbieders de mogelijkheid om deel te nemen aan dit experiment.

Artikel 6 Wlz-zorg in onderwijstijd, procedure

Zorgaanbieders leveren aan Wlz-cliënten die Wlz-zorg in onderwijstijd ontvangen de mpt-prestaties Begeleiding individueel of Dagbesteding met bijbehorende maximum beleidsregelwaarde zoals vastgesteld in de Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarieven modulaire zorg. Zij declareren deze prestatie tijdens het experiment onder een andere code, zodat de NZa kan monitoren wat aan Wlz-zorg in onderwijstijd wordt gedeclareerd en dit niet vermengt met 'reguliere' begeleiding of dagbesteding die door de zorgaanbieder wordt geleverd en gedeclareerd.

Declaratiecode bij zorg in onderwijstijd:

Te leveren mpt-prestatie:

H307

H300

H308

H814

H309

H834

H310

H854

H311

H874

Zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder(s) maken reguliere productieafspraken over de omvang van de productie en de prijs voor Wlz-zorg in onderwijstijd via mpt-afspraken. Zorgaanbieders declareren de geleverde Wlz-zorg op cliëntniveau. Bij de nacalculatie gaat de NZa bij het vaststellen van de productie in verband met de aanvaardbare kosten uit van de gerealiseerde productie. Voor de looptijd van het experiment kan de NZa doorlopende kosten van een aan een experiment deelnemende zorgaanbieder die niet alle afgesproken productie voor Wlz-zorg in onderwijstijd heeft kunnen declareren, meenemen bij het vaststellen van het Wlz-sluittarief. De vergoeding van kosten via het Wlz-sluittarief betreft kosten van een zorgaanbieder die zij voor overeengekomen en wel gerealiseerde zorg in onderwijstijd voor leerlingen met een Wlz-indicatie heeft moeten maken. Voor de looptijd van het experiment kunnen eventuele verschillen tussen gedeclareerde en afgesproken uren en/of dagdelen voor Wlz-zorg in onderwijstijd bij de nacalculatie rechtmatig worden opgenomen in het sluittarief van de betrokken zorgaanbieder.

Artikel 7 Beleidsregels & Artikel 8 Regelingen

Om de toepassing van deze beleidsregel en het experiment mogelijk te maken, zijn in de artikelen 7 en 8 van deze beleidsregel de onderdelen opgenomen waarmee ten behoeve van het experiment van andere geldende NZa regelgeving wordt afgeweken. Deze afwijkingen gelden alleen voor deelnemers aan het experiment die daarvoor van de NZa een beschikking hebben ontvangen en voor de duur van het experiment. Dit geldt voor de regelgeving waarnaar in deze artikelen is verwezen, en diens opvolgers in opvolgende jaren zolang het experiment loopt. In die gevallen waar deze beleidsregel niet wordt toegepast, zijn de andere geldende beleidsregels en regelingen van de NZa onverminderd van toepassing.

Naar boven