Grondslag
Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel e, van de Wmg, worden tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve vastgesteld door de NZa.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
externe cliënt:
een externe cliënt is een cliënt met een Wlz-indicatie voor verblijf en behandeling die niet bij de Wlz-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.
eigen cliënt:
een eigen cliënt is een cliënt met een Wlz-indicatie voor verblijf en behandeling die bij de Wlz-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.
materiaal- en/of techniekkosten:
de kosten van tandtechniek die noodzakelijk zijn voor de behandeling en extra zijn ingekocht door de zorgaanbieder en de kosten van de materialen die specifiek toe te rekenen zijn aan de betreffende prestatie. Hier worden expliciet niet de verbruiksmaterialen bedoeld.
Artikel 2 Doel van de beleidsregel
Het doel van deze beleidsregel is om Wlz-zorgaanbieders met een eigen tandartspraktijkruimte de mogelijkheid te bieden om de kosten te declareren van:
Artikel 3 Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders.
Artikel 4 Prijspeil
Het in artikel 5 genoemde bedrag voor de prestatie 'Gebruik tandartspraktijkruimte' (G013) is inclusief de definitieve indexen 2021 en de voorlopige indexen 2022.
Artikel 5 Prestaties en tarieven
Prestatie
|
NZa-code
|
Tarief per uur
|
Gebruik tandartspraktijkruimte
|
G013
|
€ 72,07
|
Intraveneuze sedatie of narcose voor Wlz-zorgaanbieders
|
G201
|
Werkelijke kosten per uur
|
De hierboven gepresenteerde prestaties met bijbehorende NZa-codes kunnen door de Wlz-zorgaanbieder in rekening worden gebracht bij de Wlz-zorgaanbieder waar de door hen behandelde externe cliënt verblijft. Dit kan alleen als de cliënt een indicatie voor verblijf met behandeling heeft. Het G201 tarief is in tegenstelling tot de prestatie G013 ook van toepassing op de eigen cliënten van een Wlz-zorgaanbieder met tandartsprakrijk (mits aangevraagd, zie artikel 6).
De door de NZa in de tariefbeschikking vastgestelde tarieven zijn vaste tarieven.
Artikel 6 Wijze van declareren
Wlz-zorgaanbieders met een tandartspraktijk ingericht voor het verlenen van tandheelkundige hulp kunnen de in artikel 5 genoemde prestaties leveren en op de volgende wijze declareren:
De Wlz-zorgaanbieder kan een deel van de praktijkkosten via één tarief (het G013-tarief) declareren bij de zorgaanbieder van de externe cliënt.
-
Als een cliënt elders verblijft, en er op grond van artikel 1 geen sprake is van een externe cliënt, dan kunnen de kosten voor tandheelkundige hulp worden gedeclareerd aan de cliënt of diens zorgverzekeraar.
-
Intraveneuze sedatie of narcose.
De Wlz-zorgaanbieder kan de kosten van intraveneuze sedatie of narcose declareren via het G201-tarief, voor zowel eigen als voor externe cliënten zover deze kosten niet voor rekening komen van het ziekenhuis of de anesthesist.
-
Voordat de Wlz-zorgaanbieder de in artikel 5 genoemde G-tarieven kan declareren, moeten deze via het budget-/herschikkingsformulier Wlz of nacalculatieformulier Wlz bij de NZa zijn aangevraagd en vermeld zijn op de tariefbeschikking van de Wlz-zorgaanbieder. De aanvraag voor het G201-tarief dient een overzicht te bevatten van de verwachte jaarlijkse meerkosten (uitgesplitst naar kapitaallasten, loon- en materiële kosten) die betrekking hebben op het narcose-deel van de behandeling én het aantal uren narcosebehandeling per jaar. Het uurtarief wordt berekend door de totale verwachte werkelijke kosten te delen door het aantal begrote behandeluren.
Artikel 7 Onderdelen ter vaststelling van de tariefopbouw
Het tarief voor tandheelkundige hulp aan externe cliënten (G013) is opgebouwd uit de onderstaande posten:
-
Formatie ondersteunend tandheelkundig team en klinisch psycholoog;
-
Verbruiksmaterialen, bij- en nascholing ondersteunend tandheelkundig team en overige kosten (te weten: telefoon, porti, wachtkamer, kantoor, verzekeringen, accountant, representatie, textiel, vervoer en preventief hygiënische maatregelen);
-
Huisvesting (energie en schoonmaakkosten), rente, afschrijvingen (overige investeringen) en onderhoud.
Het tarief is exclusief honorarium van de tandarts. Deze kosten kan de mondzorgverlener via het U25-tarief rechtstreeks bij het zorgkantoor in rekening brengen. Daarnaast is het tarief exclusief materiaal- en/of techniekkosten (extra-orale voorzieningen en implantaatkosten), kosten van bepaalde röntgenopnamen en van intraveneuze sedatie en narcose. Deze kosten kunnen in overeenstemming met de werkelijke kosten één op één worden doorberekend aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
Als de Wlz-zorgaanbieder tandtechnische werkstukken (zelf) vervaardigt, is hij verplicht om aan het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder de materiaal- en/of techniekkosten te specificeren conform de Beleidsregel tandtechniek in eigen beheer, met kenmerk BR/REG-21127 of de opvolger hiervan, van de NZa.
Artikel 8 Intrekken oude beleidsregel
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk 2021, met kenmerk BR/REG-21119, ingetrokken.
Artikel 9 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk 2021, met kenmerk BR/REG-21119, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk 2022.
TOELICHTING
Wijzigingen ten opzichte van Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk 2021 (BR/REG-21119):
In 2017 heeft ZN in het project 'Mondzorg in de Wlz - Uniformering en Digitalisering van de Uitvoering' samen met zorgaanbieders een nieuwe digitale declaratiewijze ontwikkeld. Met de nieuwe declaratiewijze zijn de administratieve lasten voor zorgaanbieders verminderd door af te stappen van de papieren facturen voor Wlz-mondzorg en hebben zorgkantoren betere mogelijkheden voor het opbouwen van data-analyse en controlemogelijkheden. Voornaamste wijziging in het nieuwe proces is rechtstreekse declaratie van de uitvoerende tandarts bij het zorgkantoor, zonder tussenkomst van de opdrachtgevende Wlz-zorgaanbieder die door het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder voor de betreffende prestatie is gecontracteerd. Vanaf januari 2021 is deze rechtstreekse declaratiewijze verwerkt in de regelgeving van de NZa.
Dit leidt er echter toe dat ook bij behandeling van een externe cliënt bij een Wlz-zorgaanbieder met tandartspraktijk de mondzorgverlener een deel van de gemaakte kosten (honorarium tandarts) rechtstreeks bij het zorgkantoor kan declareren. De onderlinge verrekening tussen Wlz-zorgaanbieders voor dit deel van de kosten is dus niet langer nodig. Het G011 tarief is vanaf 2022 dan ook vervangen door het G013 tarief. De hoogte van dit laatste tarief is gebaseerd op het voormalige G011 tarief verminderd met de direct declareerbare kosten.
In het in artikel 5 genoemde bedrag zijn de definitieve indexen 2021 en de voorlopig indexen 2022 opgenomen.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Materiaal- en/of techniekkosten
In artikel 1 (Begripsbepalingen) van de Beleidsregel tandheelkundige zorg met kenmerk BR/REG-21125 is dit begrip verder toegelicht.
Artikel 6 Wijze van declareren
Eigen cliënten Wlz-zorgaanbieder
Als tandheelkundige hulp wordt geboden aan eigen cliënten (met een indicatie voor verblijf en behandeling) kan de Wlz-zorgaanbieder de kosten voor het honorarium van de tandarts via het U25-tarief declareren bij het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
De kosten van intraveneuze sedatie of narcose zijn niet inbegrepen in het reguliere Wlz-budget en kunnen separaat (door middel van het G201 tarief) bij het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder gedeclareerd worden voor zowel externe- als eigen cliënten.
Externe cliënten
Als tandheelkundige hulp wordt geboden aan externe cliënten, die elders verblijven en worden behandeld, kan de Wlz-zorgaanbieder gebruikmaken van de in deze beleidsregel opgenomen prestaties en tarieven. De Wlz-zorgaanbieder kan de prestaties alleen in rekening brengen bij de Wlz-zorgaanbieder waar de externe cliënt verblijft.
De tarieven voor behandeling van externe cliënten zijn inclusief het honorarium van de tandarts. De tarieven zijn exclusief materiaal- en/of techniekkosten, kosten van bepaalde röntgenopnamen en van intraveneuze sedatie en narcose.
Het tarief kan in rekening worden gebracht bij de zorgaanbieder waar de externe cliënt verblijft. Als de cliënt geïndiceerd is voor verblijf met behandeling betreft deze behandeling tevens tandheelkundige zorg (artikel 3.1.1. Wlz). De kosten voor tandheelkundige zorg vallen dan onder de Wlz. De Wlz-zorgaanbieder waar de behandeling plaatsvindt, declareert de kosten (met de G-tarieven) voor tandheelkundige zorg bij de Wlz-zorgaanbieder waar de cliënt verblijft. De Wlz-zorgaanbieder waar de cliënt verblijft, kan vervolgens het honorarium van de tandarts (het U25-tarief) declareren bij de Wlz-uitvoerder.
Wanneer een cliënt op grond van artikel 1 geen externe cliënt is, dan kunnen de kosten voor tandheelkundige hulp worden gedeclareerd bij de cliënt of diens zorgverzekeraar. Zie hiervoor de Beleidsregel tandheelkundige zorg met kenmerk BR/REG-21125 of de opvolger hiervan.