Inleiding
Sinds de uitbraak van de COVID-19 pandemie afgelopen jaar zet het zorgpersoneel zich maximaal in om onder grote druk de zorg te kunnen leveren. Tegelijkertijd zien we dat het ziekenhuizen nog onvoldoende is gelukt om de wachtlijsten die zijn opgelopen door de COVID-19 pandemie naar een acceptabel niveau terug te brengen. Dit ondanks relatief lage coronadruk in de ziekenhuizen. De afgelopen jaren zijn er tijdens de pandemie meerdere periodes geweest waarin er minder coronagevallen waren. Tijdens die periodes verwachtte de NZa een inhaalslag op het gebied van uitgestelde zorg, maar deze blijft helaas grotendeels uit.
Dit kader[1] richt zich specifiek op het maximaliseren van de toegankelijkheid van de msz-zorg. Om ervoor te zorgen dat mensen die zijn geconfronteerd met bijvoorbeeld uitstel van zorg ook weer geholpen kunnen worden, en daarbij regionale verschillen in toegankelijkheid te minimaliseren, is in dit kader een aantal randvoorwaarden geformuleerd. Daarbij is oog voor de gehele zorgketen, zowel de eerste- als tweedelijns zorg, als de vervolgzorg die nodig is als de patiënt het ziekenhuis verlaat. Samen houden we zicht op (de ontwikkeling van) de noodzakelijke zorgvraag, de beschikbaarheid van capaciteit en actuele wachttijden van zorg.
Samen met alle betrokken partijen moeten we ervoor blijven zorgen dat patiënten zo snel mogelijk de passende zorg gaan krijgen die zij nodig hebben. Centraal staat daarbij de communicatie tussen zorgprofessional en patiënt: samen beslissen zij welke zorg onder welke voorwaarden aan de patiënt geleverd wordt. Het belang van de patiënt om passende zorg te ontvangen op een plek waar dat het snelst geleverd kan worden, zoals dat is besproken met de patiënt, staat te allen tijde voorop.
Bij de spreiding van zorg maken partijen zoveel mogelijk gebruik van en bouwen voort op de bestaande netwerken, structuren en digitale mogelijkheden, die ook tijdens de COVID-19 pandemie zijn geïntensiveerd. Samenwerking tussen zorgaanbieders onderling en zorgverzekeraars en zorgaanbieders blijft onverminderd noodzakelijk. Daar waar het leveren van zorg leidt tot financiële kwetsbaarheden moet dit tijdig besproken worden en een maatwerkoplossing worden gevonden.
Dit kader is een beschrijving van rollen en verantwoordelijkheden, die niet afwijken van de rollen en verantwoordelijkheden zoals die op dit moment al binnen het zorgstelsel gelden. Vanuit die hoedanigheid maken zorgaanbieders met zorgverzekeraars. Alle betrokken partijen hebben hun commitment uitgesproken om met elkaar de schouders hieronder te blijven zetten en bij te dragen aan het oplossen van knelpunten die kunnen ontstaan met betrekking tot de toegankelijkheid, betaalbaarheid en/of kwaliteit van zorg.
Bij de duur van dit tijdelijk kader wordt aangesloten bij het ‘actieplan toegankelijkheid msz’ dat is opgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders voor het jaar 2023. Periodiek zal in 2023 de noodzaak voor dit kader worden besproken op basis van knelpunten die naar voren komen bij de monitoring van de toegankelijk. Indien wordt vastgesteld dat ook in 2024 behoefte is aan een tijdelijk kader rond toegankelijkheid van msz-zorg, zal er een opnieuw een kader worden vastgesteld. Hierover wordt opnieuw de dialoog met betrokken branchepartijen gezocht.
[1] Dit kader is gezamenlijk opgesteld met ZN, NZV, NFU, ZKN, FMS, Patiëntenfederatie, LHV en VenVN.
Tijdelijk kader voor het borgen van de toegankelijkheid van zorg: msz
Het tijdelijk kader bevat de volgende elementen:
- Randvoorwaarden voor toegankelijke medisch specialistische zorg.
- Transparantie over de toegankelijkheid van zorg via monitoring.
- Verantwoordelijkheden van partijen.
- Communicatie.