3.1 Inhoud van de contracten
3.1.1 Vrijgevestigden en de inhoud van de contracten
De vrijgevestigde respondenten hebben in de contracten (vrijwel) geen inhoudelijke afspraken gemaakt. Zij hebben nauwelijks afspraken gemaakt over innovatie en de overgrote meerderheid (87%) kent de gespreksleidraad voor het terugdringen van wachttijden niet. Ze hebben dan ook (vrijwel) geen afspraken gemaakt over de onderwerpen in de gespreksleidraad zoals de juiste patiënt op de juiste plaats, voorkomen van onder- of overbehandeling, zorgen voor wachttijdbegeleiding, vergroten van de beschikbare capaciteit, en over inhoud en financiën. Dat is ook logisch, gezien het feit dat ze in het algemeen niet in gesprek zijn met de zorgverzekeraars. Er ligt hier een taak voor de zorgverzekeraars om ook in hun digitaal afgesloten contracten met vrijgevestigde zorgaanbieders aandacht te besteden aan deze onderwerpen.
3.1.2 Wachttijden en gespreksleidraad ten behoeve van terugdringen wachttijden
22 van de 48 instellingen kennen de gespreksleidraad, 7 hebben deze ook daadwerkelijk gebruikt bij de contractering voor 2020. Enkele instellingen geven aan dat ze nog in onderhandeling zijn en dat ze de thema's uit de gespreksleidraad daarin meenemen.
Maar 8 (17%) van de 48 instellingen in de steekproef hebben specifieke resultaatafspraken gemaakt over het reduceren van de wachttijden voor specifieke patiëntgroepen. Dit betreft 6 grote en 2 kleine instellingen.
4 Zorgverzekeraars (waaronder 3 grote) hebben specifieke resultaatafspraken gemaakt over het verminderen van de wachttijden. 1 grote zorgverzekeraar geeft aan dat ze die afspraken niet hebben gemaakt. Voor 3 kleine landelijke zorgverzekeraars geldt dat zij geen afspraken hierover hoeven te maken. Eén zorgverzekeraar zegt de gespreksleidraad niet te kennen. Van de overige 7 zorgverzekeraars die de gespreksleidraad wel kennen hebben 4 deze ook daadwerkelijk gebruikt.
Gezien het belang van het terugdringen van de wachtlijsten moeten zoveel mogelijk zorgaanbieders met zorgverzekeraars concrete afspraken hierover maken. Dan is het een slecht teken dat zoveel betrokkenen de gespreksleidraad niet kennen en niet gebruiken in hun contractbesprekingen. Het is belangrijk dat verzekeraars en branchepartijen de gespreksleidraad beter onder de aandacht brengen en daadwerkelijk gaan gebruiken.
Als NZa richten we onze aandacht de komende tijd specifiek op de regionale aanpak van wachttijden door zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Op basis van de regionale wachttijddata hebben we zicht op de regionale verschillen en knelpunten in de ggz. We richten onze inspanningen op de grootste probleemgebieden. Bijvoorbeeld door met zorgverzekeraars en zorgaanbieders te kijken naar wat zij meer kunnen doen om de wachttijden te verkorten. Uit de controlebezoeken bij zorgverzekeraars (december 2019) bleek dat zorgverzekeraars de aanpak van wachttijden verbeteren, maar alle zorgverzekeraars moeten ook nog stappen zetten. De ene zorgverzekeraar meer dan de andere. Wij zijn hierover met hen in gesprek.
Uit de interviews over bijcontractering hebben wij signalen opgevangen dat zorgaanbieders patiënten soms laten wachten vóórdat het omzetplafond is bereikt, om de zorg meer te spreiden over het jaar. Dit gebeurt op eigen initiatief van de zorgaanbieder of op verzoek van de zorgverzekeraar. Daarmee zorgen ze voor extra wachttijd. Dit is ongewenst en staat ook haaks op inspanningen om de wachttijden te verkorten. Zeker als dit gebeurt bij de patiëntgroepen met een complexe zorgvraag, die al te maken hebben met te lange wachttijden.
3.1.3 Afspraken over deelonderwerpen uit de gespreksleidraad
Een wisselend deel van de instellingen (23 tot 38%) geeft aan dat zij specifieke afspraken hebben gemaakt over de onderwerpen die in de gespreksleidraad worden genoemd: de patiënt op de juiste plaats, voorkomen van onder- of overbehandeling, zorgen voor wachttijdbegeleiding, vergroten van de beschikbare capaciteit, of over inhoud en financiën.
6 zorgverzekeraars, waaronder de 4 grote, geven aan dat zij specifieke afspraken hebben gemaakt over deze thema's. Eén van de 2 kleinere zorgverzekeraars geeft aan dat er wel afspraken zijn gemaakt over wachttijdbegeleiding, maar niet over de overige thema's.
3.1.4 Innovatie
Innovatie speelt een belangrijke rol bij het verbeteren en efficiënter maken van de zorg. De NZa ziet mede daarom voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd in het stimuleren hiervan.
Maar 12 van de 48 ggz-instellingen geven in hun antwoord aan dat zij voor 2020 concrete afspraken hebben gemaakt met hun grootste zorgverzekeraar over innovatieve projecten, zoals in het kader van de beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten.
Zorgverzekeraars geven allemaal aan dat ze innovatie actief ondersteunen. Ze doen dat grotendeels via een apart experiment, maar ook door meerjarenovereenkomsten af te sluiten of via aanpassingen in het te vergoeden tarief.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben bijvoorbeeld afspraken gemaakt over innovaties die leiden tot meer substitutie van de specialistische ggz naar de generalistische basis-ggz (onder andere Umami, Eleo), meer gebruik van eHealth, patiënten uitsluitend digitaal behandelen (Goalie+, Niceday), het inbedden van digitale technieken in de zorg voor patiënten (onder andere Superbrains, Virtual Reality ondersteuning bij cognitieve gedragstherapie). Een andere manier van innovatie is om de registratie zodanig te vereenvoudigen dat behandelaars meer tijd aan de patiënt kunnen besteden (ontregel de zorg, vereenvoudigde dbc tijdregistratie en agendavoering). Ook is er een experiment gestart met samenwerking over de domeinen heen, tussen ggz, verslavingszorg en het sociaal domein.
Dat maar 12 instellingen in onze enquête aangeven dat ze afspraken hebben gemaakt met zorgverzekeraars over welke vorm van innovatie dan ook, vinden wij nogal weinig. Aan de andere kant zien we ook dat een aantal zorgverzekeraars en zorgaanbieders goede afspraken heeft gemaakt. Voor de opschaling van deze experimenten is het echter nodig dat meer zorgverzekeraars en zorgaanbieders hierover serieus het gesprek met elkaar aangaan en stappen gaan zetten. We ondersteunen de lopende experimenten daar waar mogelijk en roepen alle partijen op om hiermee actief aan de slag te gaan.
3.1.5 Afspraken over kwetsbare patiënten (bijvoorbeeld EPA)
11 (23%) grote instellingen geven aan dat ze specifieke afspraken over kwetsbare patiëntengroepen hebben gemaakt. De overige instellingen geven aan dat dit onderdeel is van de normale contractering of van meerjarenafspraken. Omdat een belangrijk deel van de zorg voor EPA patiënten onder de Wmo valt, valt dit deels buiten de Zvw-contractering. In het kader van stimuleren van zorg over de schotten heen gaan we in de volgende monitor aan zorgverzekeraars vragen in hoeverre er sprake is van samenwerking met gemeenten op dit punt, en waar die afspraken dan uit bestaan.
3.1.6 Afspraken over de acute ggz
De helft van de zorgverzekeraars geeft aan dat zij naar tevredenheid afspraken hebben gemaakt over de acute ggz. Van de 21 instellingen die acute ggz leveren zijn er 7 (33%) tevreden over de gemaakte afspraken. Bij instellingen is er ontevredenheid over het proces en het gehanteerde verdeelmodel van Zorgverzekeraars Nederland.
De inkoop voor de ggz is in 2019 later op gang gekomen doordat de prestaties en tarieven 2020 een maand later dan gewoonlijk, op 1 augustus, zijn gepubliceerd (bestuurlijke afstemming). Daarnaast heeft vooral de acute ggz er voor gezorgd dat de onderhandelingen voor de instellingen lang hebben doorgelopen en de doorlooptijd van het reguliere inkooptraject voor 2020 hebben vertraagd.
3.1.7 Meerjarencontracten
Ongeveer 70% van zowel de instellingen als de vrijgevestigde zorgaanbieders heeft één of meerdere meerjarenovereenkomsten afgesloten. Het merendeel van de instellingen en vrijgevestigde zorgaanbieders heeft maximaal 20% van de geschatte omzet vastgelegd in meerjarenovereenkomsten. Zorgaanbieders zien het voordeel hiervan vooral in minder administratieve lasten en meer financiële zekerheid.
Aandeel omzet uit meerjarencontract
Bron: Vragenlijst zorgaanbieders
Individuele zorgverzekeraars schatten dat 0-50% van hun schadelast bij instellingen in 2020 onder een meerjarencontract valt (gemiddeld: 18%).
Bij vrijgevestigde zorgaanbieders geven 4 verzekeraars aan geen meerjarencontracten af te sluiten terwijl de andere 4 verzekeraars aangeven met vrijgevestigden alleen meerjarencontracten af te sluiten.
Dit laatste komt overeen met de constatering dat zorgverzekeraars vooral bij vrijgevestigde zorgaanbieders meerjarencontracten inzetten om de administratieve belasting te verminderen. De tendens van dit percentage is gelijkblijvend of stijgend voor beide groepen zorgaanbieders. Dit is een positieve ontwikkeling gezien de afspraak in het Hoofdlijnenakkoord om meerjarencontracten te stimuleren.
3.2 Ervaringen en transparantie inkoop 2020
3.2.1 Transparantie inkoopbeleid
De meeste zorgaanbieders (zowel instellingen als vrijgevestigden) kunnen de informatie die nodig is voor het contracteren goed vinden en weten dus wat ze moeten doen om een contract te krijgen. Dit laat zien dat zorgverzekeraars werken aan transparantie en goed vindbare informatie. Slechts 10% van de zorgaanbieders vond de informatie over contractering moeilijk te vinden.
Wat ook meehelpt is dat sommige branchepartijen voor hun leden overzichten maken van het contracteerbeleid van de diverse zorgverzekeraars. Dat zorgt er bij vrijgevestigde zorgaanbieders voor dat het hen minder tijd kost om informatie te verzamelen. Ook is het voor hen gemakkelijker om uit te zoeken met welke zorgverzekeraar ze willen contracteren en welke gegevens ze daarbij nodig hebben.
3.2.2 Administratieve last en uniformering
6 zorgverzekeraars geven aan dat zij voor de inkoop voor 2020 samen met andere zorgverzekeraars stappen hebben ondernomen om de opbouw van het inkoopbeleid, de structuur van contracten en/of aanvraagformulieren en de termijnen voor bijcontractering te uniformeren om zo de administratieve lasten voor zorgaanbieders te beperken. Hiermee volgt men de afspraak in het Hoofdlijnenakkoord. Het gaat daarbij voornamelijk om het uniformeren van de algemene voorwaarden en in mindere mate om het uniformeren van de opbouw van contracten en formulieren.
Ongeveer de helft van de zorgaanbieders (zowel vrijgevestigd als instellingen) ervaart echter niet meer uniformering in de inkoopdocumenten ten opzichte van 2019. Op het gebied van het uniformeren van de termijnen voor contractering ziet maar een klein percentage (10%) vooruitgang. Van de instellingen ervaart ongeveer 30% zelfs een verslechtering op dit punt.
Uniformiteit tussen zorgverzekeraars
|
Antwoord
|
Instellingen
|
Vrijgevestigden
|
Documenten:
|
Meer uniform
|
24 (50%)
|
32 (45%)
|
Documenten:
|
Minder uniform of gelijk gebleven
|
24 (50%)
|
39 (55%)
|
Documenten:
|
Totaal aantal respondenten
|
48
|
71
|
|
|
|
|
Termijnen:
|
Meer uniform
|
4 (8%)
|
9 (13%)
|
Termijnen:
|
Gelijk gebleven
|
30 (63%)
|
57 (80%)
|
Termijnen:
|
Minder uniform
|
14 (29%)
|
5 ( 7%)
|
Termijnen:
|
Totaal aantal respondenten
|
48
|
71
|
Bron: Vragenlijst zorgaanbieders
3.2.3 Bereikbaarheid en communicatie
Zorgaanbieders hebben net als vorig jaar kritiek op de bereikbaarheid van zorgverzekeraars en de wijze waarop zij inhoudelijke vragen afhandelen. Vrijgevestigde zorgaanbieders hebben hier meer last van dan instellingen, omdat instellingen vaker de mogelijkheid hebben tot 'face to face' en telefonisch contact. Die mogelijkheid komt bij vrijgevestigde zorgaanbieders weinig voor. Zij hadden, naast per e-mail, voornamelijk contact met de zorgverzekeraar via het Vecozo portaal.
Voornaamste medium voor contact met de zorgverzekeraar
Antwoord
|
Instellingen
|
Vrijgevestigden
|
Face to face
|
25 (52%)
|
2 (3%)
|
Telefonisch
|
28 (58%)
|
14 (20%)
|
Via mail
|
34 (71%)
|
24 (34%)
|
Via Vecozo portaal
|
15 (31%)
|
39 (55%)
|
Regiobijeenkomst
|
3 (6%)
|
1 (1%)
|
Anders
|
1 (2%)
|
10 (14%)
|
Totaal aantal respondenten
|
48
|
71
|
Bron: Vragenlijst zorgaanbieders
In 2019 noemden we dat regiobijeenkomsten een oplossing kunnen zijn voor het gebrek aan capaciteit van de zorgverzekeraar om iedere vrijgevestigde zorgaanbieder te woord te staan. Zorgaanbieders die graag persoonlijk contact hebben met de zorgverzekeraar kunnen op een regiobijeenkomst de zorgverzekeraar spreken.
6 zorgverzekeraars geven aan dat zij regiobijeenkomsten organiseren met zorgaanbieders. Van de zorgaanbieders geeft maar een klein deel (7 vrijgevestigde zorgaanbieders en 8 instellingen) aan dat ze in 2019 een regiobijeenkomst van een zorgverzekeraar hebben bijgewoond. Zorgaanbieders geven aan niet naar regiobijeenkomsten te gaan, omdat zij er de meerwaarde niet van zien. De informatie is volgens zorgaanbieders die er wel zijn geweest te globaal en er is geen ruimte voor individuele vraagstukken. Daarnaast geven de vrijgevestigde zorgaanbieders aan dat hun branchevereniging de belangrijkste informatie aan haar achterban terugkoppelt.
3.2.4 Tijdigheid
Meer dan de helft (62%) van de zorgverzekeraars heeft naar eigen zeggen voor de contractering 2020 aanpassingen gedaan ten opzichte van 2019 om de bereikbaarheid en antwoordtermijnen bij vragen van zorgaanbieders te verbeteren.
Het belangrijkste punt waarover 6 zorgverzekeraars ontevreden zijn is, net als bij de instellingen, de tijdigheid van het afsluiten van contracten. 30% van de instellingen geeft aan dat het afsluiten van contracten langer duurde dan het jaar ervoor. Een aantal zorgaanbieders wil graag een meerjarencontract afsluiten zodat deze lange onderhandelingen (en soms voor relatief kleine bedragen) niet jaarlijks herhaald hoeven te worden. Voor de komende jaren zou hier nog meer op ingezet moeten worden.
3.2.5 Tevredenheid over het inkoopproces
Een kwart van de vrijgevestigde respondenten heeft verbeteringen in het inkoopproces ervaren ten opzichte van hoe de inkoop het jaar ervoor verliep. Het gaat dan om het tijdiger aanleveren van contractinformatie door de zorgverzekeraars, een vermindering van de administratieve lasten en het tijdiger sluiten van contracten. Instellingen zien echter juist meer administratieve lasten ontstaan.
Tevredenheid over inkoopproces voor 2020
Antwoord
|
Instellingen
|
Vrijgevestigden
|
Zorgverzekeraars
|
Tevreden
|
15 (31%)
|
22 (31%)
|
2 (25%)
|
Neutraal
|
11 (23%)
|
14 (20%)
|
2 (25%)
|
Ontevreden
|
19 (40%)
|
15 (21%)
|
4 (50%)
|
Niet van toepassing, geen inkoopgesprekken gevoerd
|
3 (6%)
|
20 (28%)
|
|
Totaal aantal respondenten
|
48
|
71
|
8
|
Bron: Vragenlijsten zorgaanbieders en zorgverzekeraars
Zowel vrijgevestigde zorgaanbieders als instellingen zijn minder tevreden dan vorig jaar over de onderhandelingsruimte en de ruimte voor maatwerk. Deze (meestal vrijgevestigde) zorgaanbieders geven aan dat zij vaak alleen mogen tekenen bij het kruisje. Ze krijgen vaak geen inhoudelijke reactie op hun vragen.
Wij begrijpen dat de zorgverzekeraars niet met iedere individuele vrijgevestigde in gesprek kunnen gaan en maatwerk kunnen leveren, en digitaal contracten aanbieden aan deze groep zorgaanbieders. Maatwerk en individuele gesprekken zijn gezien de grote aantallen vrijgevestigde zorgaanbieders niet te organiseren.
Van zorgverzekeraars verwachten wij wel dat zij ondanks het digitale contracteerproces vrijgevestigde zorgaanbieders (al dan niet in georganiseerd verband) de ruimte te geven voor hun vragen. Ook verwachten wij dat zorgverzekeraars de inhoud en kwaliteit van zorg meer betrekken in de contractering.
Vrijgevestigde zorgaanbieders kunnen hun positie versterken en gehoord worden als ze zich bijvoorbeeld in de regio meer organiseren en zo het gesprek met zorgverzekeraars aangaan. De mededingingsregels bieden hiervoor enige ruimte.
Zorgverzekeraars moeten meer transparant zijn over de inkoop van ggz-zorg. Bijvoorbeeld door aan te geven welke concrete eisen zij aan een zorgaanbieder stellen om in aanmerking te komen voor een contract met een hoger tarief. Daarnaast is het wenselijk dat zorgverzekeraars eventuele kortingen op het NZa-maximumtarief goed onderbouwen. Zorgaanbieders moeten op hun beurt aan zorgverzekeraars kunnen aantonen waarom een aangeboden tarief niet toereikend is en welke (kwaliteit van) zorg zij voor het tarief kunnen leveren. De NZa mengt zich niet in de totstandkoming van de contracten tussen de zorgaanbieder en zorgverzekeraar, zolang er geen zichtbare belemmeringen zijn in de betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg voor de burger.
Enkele zorgaanbieders geven tot slot aan dat zij graag zien dat zorgverzekeraars in het contracteerproces meer naar de zorginhoud kijken en niet alleen naar de financiën. Zorginkopers die tevens een medische achtergrond hebben, overzien naar hun zeggen vaak beter de maatschappelijke gevolgen en kosten van het niet of laat kunnen behandelen van bepaalde patiënten(groepen).
3.3 Conclusies en aanbevelingen
Bekendheid en gebruik gespreksleidraad voor vermindering van de wachttijden
Wij vinden het geen goed teken dat zoveel zorgaanbieders de gespreksleidraad niet kennen. De daarin beschreven thema's zijn niet alleen van belang voor het terugdringen van de wachttijden, maar ook voor de kwaliteit van de zorg. Deze leidraad moet meer onder de aandacht komen van zorgaanbieders. Hier ligt een taak voor de brancheverenigingen van zorgaanbieders, maar ook voor de zorgverzekeraars. Zij kunnen in hun inkoopbeleid of contractvoorwaarden de zorgaanbieders standaard attenderen op de gespreksleidraad.
Afspraken over deelonderwerpen in de leidraad
Het verminderen van de wachttijden staat hoog op de agenda. Het is dringend nodig dat partijen concrete afspraken maken over onder andere de patiënt op de juiste plaats, voorkomen van onder- of overbehandeling, wachttijdbegeleiding, vergroten van de beschikbare capaciteit, inhoud en financiën. Alle grote en 2 kleine zorgverzekeraars geven aan dat ze dit doen, maar dat gebeurt nu bij instellingen te beperkt en bij vrijgevestigden helemaal niet. Wij verwachten van zorgverzekeraars en zorgaanbieders dat ze zich maximaal inzetten om hierover concrete afspraken te maken. Dat geldt in versterkte mate voor zorgaanbieders die patiënten behandelen met een complexe zorgvraag. Zeker voor deze groep is het ongewenst om de zorg van patiënten vanwege het bereiken van het omzetplafond meer te spreiden of behandelingen uit te stellen tot het volgende contractjaar.
Kwaliteitsstandaarden moeten geïmplementeerd worden
Dat afspraken maken over kwaliteit van zorg zo vaak niet lukt, heeft volgens ons te maken met het feit dat de kwaliteitsstandaarden nog niet geïmplementeerd zijn. Er is op korte termijn samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders nodig om er voor te zorgen dat de kwaliteitsstandaarden die zijn ingeschreven in het register ook geïmplementeerd worden. Dan zijn contracten mogelijk die bijdragen aan de kwaliteit van de zorg en de juiste zorg op de juiste plaats. Deze contracten kunnen het onderlinge vertrouwen vergroten en de administratieve lasten van het contracteren laten dalen.
Voor het maken van concrete afspraken over de inhoud van de zorg verwijzen we ook naar het programma Zinnige Zorg, bijvoorbeeld naar de trajecten Psychose en PTSS. Deze bevatten naar onze mening heel concrete voorstellen om de zorg voor deze groepen patiënten te verbeteren. Publicatie daarvan is naar verwachting eind mei 2020.
Innovatie
Innovatie is belangrijk voor het verbeteren en efficiënter maken van de zorg en voor het betaalbaar houden ervan. De NZa biedt via de beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten mogelijkheden om innovaties op te starten die niet binnen de reguliere bekostiging vallen. Ook op andere manieren neemt de NZa zoveel mogelijk drempels voor innovatie weg. Daarnaast is er nog een aantal subsidiemogelijkheden, zoals de subsidieregeling veelbelovende zorg (ZiNL).
Maar 12 van de 48 grote ggz-instellingen in onze enquête geven aan dat ze afspraken hebben gemaakt met zorgverzekeraars over welke vorm van innovatie dan ook. Dat vinden wij weinig. We zien echter ook initiatieven van zorgverzekeraars en zorgaanbieders die hierover wel goede afspraken hebben gemaakt. Voor de opschaling van deze experimenten is het nodig dat meer zorgverzekeraars en aanbieders serieus het gesprek met elkaar aangaan en stappen gaan zetten. We ondersteunen de lopende experimenten daar waar mogelijk en roepen alle partijen op om hiermee actief aan de slag te gaan.
Meerjarencontracten
Zorgverzekeraars zetten vooral bij vrijgevestigde zorgaanbieders meerjarencontracten in om de administratieve belasting te verminderen. Meerjarencontracten zijn bij uitstek geschikt om concrete afspraken te maken over de belangrijke thema's zoals wachttijden, de juiste zorg op de juiste plaats en innovatie. We verwachten van partijen dan ook dat ze het afsluiten van meerjarencontracten gebruiken om tot concrete afspraken te komen.
Digitale contractering en inhoudelijke afspraken
Gezien het grote aantal vrijgevestigde zorgaanbieders is het begrijpelijk dat zorgverzekeraars niet met individuele vrijgevestigde zorgaanbieders in gesprek kunnen gaan over het contract. Dat neemt niet weg dat er ook bij digitaal contracteren aandacht moet zijn voor de inhoud. Wij vragen dan ook met klem aan zorgverzekeraars om samen met zorgaanbieders te onderzoeken wat de mogelijkheden hiervoor zijn.
Transparantie, administratieve lasten, uniformering zorginkoop 2020
Zorgverzekeraars werken er naar eigen zeggen aan dat de informatie transparant en goed vindbaar is. De meeste zorgaanbieders kunnen de informatie die nodig is voor het contracteren goed vinden en weten wat ze moeten doen om een contract te krijgen. Voor vrijgevestigde zorgaanbieders is het ook erg handig dat sommige branchepartijen voor hun leden overzichten maken van het contracteerbeleid van de zorgverzekeraars.
Zorgverzekeraars geven aan dat ze stappen hebben gezet om hun bereikbaarheid en antwoordtermijnen te verbeteren. Ook zijn ze bezig om niet-concurrentiële zaken in hun inkoopbeleid te uniformeren om zo de administratieve lasten voor zorgaanbieders te beperken. Ongeveer de helft van de zorgaanbieders ervaart dit echter nog niet zo. Vooral op het gebied van het uniformeren van de indientermijnen en de opbouw van contracten en formulieren is nog veel winst te behalen. We roepen de zorgverzekeraars op om het contracteerproces verder te verbeteren.
Bereikbaarheid en communicatie, tijdigheid zorginkoop 2020
Zorgaanbieders geven aan dat ze vaak lang of tevergeefs moeten wachten op inhoudelijke beantwoording van hun vragen. De besluitvorming over verzoeken ervaren zij daarnaast niet altijd als transparant. Regiobijeenkomsten lijken voor vrijgevestigde zorgaanbieders daarvoor niet de oplossing, omdat de informatie die men daar krijgt als te globaal wordt ervaren en er geen ruimte is voor individuele vraagstukken. Omdat het niet haalbaar is voor zorgverzekeraars om met iedere individuele zorgaanbieder in gesprek te gaan, is het goed als zorgaanbieders zich zodanig (regionaal) organiseren dat zij wel een gesprekspartner kunnen worden. Zorgverzekeraars moeten dan ook ruimte hiervoor bieden. Verder verwachten wij van zorgverzekeraars dat zij hun bereikbaarheid op orde hebben en dat zij hun besluiten - ook bij digitale contractering- duidelijk toelichten.
Zorgverzekeraars en instellingen zijn het er over eens dat het afsluiten van contracten te lang duurt. Meerjarencontracten kunnen er aan bijdragen dat de administratieve lasten van contractering minder worden, doordat onderhandelingen niet jaarlijks herhaald hoeven te worden. Voor de komende jaren zouden partijen hier nog meer op in moeten zetten.
Tevredenheid zorginkoop 2020
Zorgaanbieders zien een verslechtering in de onderhandelingsruimte en in de ruimte voor maatwerk. Maatwerk is gezien de grote aantallen vrijgevestigde zorgaanbieders niet te organiseren voor de zorgverzekeraars. Zoals hierboven ook al aangegeven, denken wij dat het goed is als vrijgevestigde zorgaanbieders – binnen de wettelijke regels - hun positie versterken door zich meer te organiseren.
Zorgverzekeraars moeten meer transparant zijn over de inkoop van ggz-zorg en de zorginhoudelijke kant meer betrekken in hun besluitproces, in plaats van alleen te kijken naar de financiële kant. Zorgaanbieders moeten kunnen aantonen waarom het geboden tarief niet toereikend is en welke (kwaliteit van) zorg zij voor het tarief kunnen leveren.