Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratie Stichting Zorggroep Manna - Stichting Zeker Zorg
Ondertekeningsdatum:28-11-2019Publicatiedatum:18-12-2019Versie:vergelijk
Vergelijk versie 1 met:

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Verzoek tot ontheffing van het concentratieverbod zonder voorafgaande goedkeuring

 

1. Op 22 november 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een verzoek ontvangen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), tot het verlenen van ontheffing van het verbod om een concentratie tot stand te brengen. In dit verzoek is medegedeeld dat Stichting Zorggroep Manna voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over de onderneming van Stichting Zeker Zorg in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (Mw).

 

Partijen

 

2. Stichting Zorggroep Manna (hierna: Zorggroep Manna) biedt, vanuit een christelijke basis, verpleging en verzorging aan ouderen, wijkverpleging bij met name ouderen, huishoudelijke ondersteuning en ambulante begeleiding bij een ieder met een indicatie voor een ondersteuningsvraag. Zorggroep Manna is actief in de regio Twente en heeft twee locaties in Enschede.

 

3. Stichting Zeker Zorg (hierna: Zeker Zorg) biedt maatschappelijke zorg en zorg met overnachting en dagverblijven voor jeugdigen en (jong) volwassenen. Zeker Zorg is actief in alle gemeentes in Twente met uitzondering van Tubbergen, Twenterand en Wierden.

 

Het voornemen

 

4. Het voornemen betreft de overname van de activa en een deel van het personeel van Zeker Zorg door Zorggroep Manna. Het voornemen is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegd bod van Zorggroep Manna van 13 november 2019 en een conceptkoopovereenkomst van 25 november 2019.

 

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

 

5. Betrokken organisaties zijn Zorggroep Manna en de onderneming van Zeker Zorg.

 

6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.

 

7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is bij betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

 

8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Zorggroep Manna uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de onderneming van Zeker Zorg.

 

 

Beoordeling

 

9. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

 

10. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

 

A. Spoedeisendheid

 

11. Zeker Zorg verkeert sinds 30 oktober 2019 in staat van faillissement.[1] Na 1 december worden de contracten van het personeel van Zeker Zorg stopgezet. Door partijen is gemotiveerd dat de zorgverlening aan cliënten na die datum niet langer voortgezet kan worden door Zeker Zorg waardoor de kwaliteit en continuïteit van zorg in gevaar komt.

 

12. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan cliënten van Zeker Zorg gevaar loopt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan cliënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt. De NZa concludeert dan ook dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49, eerste lid Wmg.

 

B. Redelijk vermoeden van goedkeuring

 

13. In het algemeen geeft de NZa haar goedkeuring voor een voorgenomen concentratie tussen partijen, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

- partijen hebben voldoende inzicht gegeven in de verwachte effecten van de beoogde concentratie;

- het oordeel en de aanbeveling van cliënten, personeel en andere betrokkenen zijn overtuigend en beargumenteerd meegewogen in   de besluitvorming tot concentratie;

- de continuïteit van cruciale zorg komt door de voorgenomen concentratie niet in het geding.

 

14. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht dat ten aanzien van de onderhavige voorgenomen concentratie tussen partijen aannemelijk, mits aan een te stellen voorschrift wordt voldaan. Daartoe is het volgende redengevend:

 

 

De verwachte effecten van de beoogde concentratie

 

15. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor het zorgaanbod, de ondersteunende diensten en eventuele risico’s die samenhangen met de concentratie. In het kader van de in randnummer 13 en 14 genoemde beoordelingsstandaard en gelet op artikel 49b, tweede lid, Wmg acht de NZa de overgelegde effectrapportage in beginsel toereikend.

 

Betrokkenheid belanghebbenden

 

16. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[2]

 

17. Zeker Zorg doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Zeker Zorg door de NZa niet beoordeeld.

 

18. De ondernemingsraad en cliëntenraad van Zorggroep Manna zijn door het bestuur van Zorggroep Manna geïnformeerd over de voorgenomen concentratie. Zij zijn in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, opmerkingen te maken en een advies te geven over de voorgenomen concentratie. Vervolgens hebben zij positief geadviseerd. Om die reden acht de NZa het aannemelijk dat het personeel en de cliënten van Zorggroep Manna op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.

 

Andere stakeholders

 

19. Naast het personeel en de cliënten hebben partijen aangegeven dat zij met andere betrokkenen, waaronder het betrokken zorgkantoor en gemeenten, in contact zijn geweest over de voorgenomen concentratie.

 

Continuïteit cruciale zorg

 

20. Zorggroep Manna en Zeker Zorg bieden zorg aan op grond van de Wet langdurige zorg. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vormen van zorg.

 

 Conclusie

 

21. Gelet op het bovenstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. Het verzoek om ontheffing zal derhalve worden toegewezen.

 

Datum: 28 november 2019

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

 

mw. mr. drs. K. Raaijmakers
directeur Toezicht en Handhaving

 

 

 

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit
              t.a.v. unit Juridische Zaken
              Postbus 3017
              3502 GA  UTRECHT
              (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 

 

[1] Insolventienummer F.08/19/302, kenmerk 08.ove.19.302.F.1300.1.19, te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

[2] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven