Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratie Equipe Zorgbedrijven Holding B.V. – Holding Heuvelrug B.V. – Stichting Oogkliniek Heuvelrug
Ondertekeningsdatum:04-10-2019Publicatiedatum:06-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

1. Op 11 september 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

Partijen

2. Equipe Zorgbedrijven Holding B.V. (hierna: Equipe) is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van de behandeling van spataderen en anale aandoeningen, cosmetische chirurgie, klinische hand- en polszorg en orthopedische chirurgie en gespecialiseerde zorg bij vaginale klachten. Equipe is actief in Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Rotterdam en Velp. Equipe houdt 100% van de aandelen in Equipe Oogheelkunde NL B.V. (hierna: Equipe Oogheelkunde). Equipe Oogheelkunde is opgericht ten behoeve van de voorgenomen concentratie. Voorgenoemde partijen hierna gezamenlijk: het Equipe concern.

3. Holding Heuvelrug B.V. (hierna: Holding Heuvelrug) is via haar dochterondernemingen en met de gelieerde Stichting Oogkliniek Heuvelrug (hierna gezamenlijk: Heuvelrug) actief op het gebied van oogheelkundige zorg in Zeist en Veenendaal.

Het voornemen

4. Het voornemen betreft de overname van alle aandelen in Holding Heuvelrug door Equipe Oogheelkunde. Daarnaast zal Equipe zeggenschap verkrijgen over Stichting Oogkliniek Heuvelrug door plaats te nemen in de raad van bestuur en raad van toezicht van Stichting Oogkliniek Heuvelrug. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende share purchase agreement van 26 augustus 2019.

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

5. Betrokken organisaties zijn Equipe en Heuvelrug.

6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.

7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Equipe uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Heuvelrug.

Beoordeling

9. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria van artikel 49c, tweede lid, Wmg.

A. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie

10.De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg.

B. Betrokkenheid belanghebbenden

11. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]

12. Heuvelrug doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Heuvelrug door de NZa niet beoordeeld.

Cliënten

13.Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het Equipe concern weliswaar geen cliëntenraad in de zin van de Wmcz heeft ingesteld, maar zij wel al haar cliënten over de voorgenomen concentratie heeft geïnformeerd en de mogelijkheid heeft gegeven hierop te reageren.

Personeel

14. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat personeel en andere betrokkenen door het Equipe concern op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.

15. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van personeel en andere betrokkenen door het Equipe concern overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

 

C. Cruciale zorg

16. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.

 

Besluit

17. De NZa heeft vastgesteld dat partijen hebben voldaan aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 49c Wmg. De NZa verleent goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Datum: 4 oktober 2019

 

Hoogachtend,

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

mw. mr. drs. K. Raaijmaker
directeur Toezicht en Handhaving

 

 

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit
              t.a.v. unit Juridische Zaken
              Postbus 3017
              3502 GA  UTRECHT
              (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven