Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratie Max Ernst B.V. - GGZON (Geestelijke GezondheidsZorg Oost Nederland) B.V.
Ondertekeningsdatum:08-05-2019Publicatiedatum:17-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

1. Op 15 april 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

Partijen

2. Calder Holding B.V. (hierna: Calder Holding) is via haar dochteronderneming Max Ernst B.V. (hierna: Max Ernst GGZ) actief op het gebied van ambulante geestelijke gezondheidszorg in Almere, Arnhem, Den Bosch, Den Haag, Ede, Eindhoven, Groningen, Haarlem, Hengelo, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Utrecht, Venlo, Venray en Zwolle.

3. GGZON (Geestelijke GezondheidsZorg Oost Nederland) B.V. (hierna: GGZON) is actief op het gebied van basis en specialistische geestelijke gezondheidszorg in Oost-Nederland.

Het voornemen

4. Het voornemen betreft de overname van alle aandelen van GGZON door Max Ernst GGZ. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst van 29 maart 2019.

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

5. Betrokken organisaties zijn Max Ernst GGZ en GGZON.

6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.


7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
 

8.Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Max Ernst GGZ uitsluitende zeggenschap verkrijgt over GGZON.
 

Beoordeling

9. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria van artikel 49c lid 2 Wmg.

A.  Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie
 

10. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg.

B. Betrokkenheid belanghebbenden

11. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]
 

12. GGZON doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van GGZON door de NZa niet beoordeeld.
 

13. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat cliënten, personeel en andere betrokkenen door Max Ernst GGZ op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.
 

14. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen door Max Ernst GGZ overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

C. Cruciale zorg

15. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.


Besluit

16.De NZa heeft vastgesteld dat partijen hebben voldaan aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 49c Wmg. De NZa verleent goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum: 8 mei 2019

 

Hoogachtend,

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

 

 

mw. mr. drs. K. Raaijmakers

directeur Toezicht en Handhaving

 

 

 

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA  UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax:        030 – 296 82 96

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 


[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven