Onderwerp: Bezoek-historie

Circulaire - Toepassing MBI medisch-specialistische zorg voor de jaren 2015, 2016 en 2017 - CI/18/34c
Ondertekeningsdatum:19-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Behandeld door; directie Regulering  

Telefoonnummer; (088) - 770 87 70

E-mailadres; info@nza.nl 

Kenmerk; CI/18/34c

Onderwerp; Toepassing MBI medisch-specialistische zorg voor de jaren 2015, 2016 en 2017

Datum; 19 november 2018

Het bestuur van

  • Algemene ziekenhuizen (010)
  • Categorale ziekenhuizen (011)
  • Academische ziekenhuizen (020)
  • Epilepsiecentra (040)
  • Revalidatie-instellingen (100)
  • Dialysecentra (060)
  • Audiologische centra (070)
  • Radiotherapeutische centra (090)
  • Klinisch Genetische Centra (390)
  • Zelfstandige Behandelcentra (291)
  • Productiesamenwerkingsverbanden (411)
  • Zorgverzekeraars
  • NVZ
  • NFU
  • ZN
  • Coziek

 

Geacht bestuur,

Met deze circulaire informeert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) u dat het macrobeheersinstrument (MBI) voor de medisch specialistische zorg niet wordt toegepast voor de jaren 2015, 2016 en 2017.

Met brief 1van 28 juni 2018 heeft de minister van Medische Zorg en Sport de NZa geïnformeerd over de over- en onderschrijdingen op de macrokaders van 2015, 2016 en 2017. Daarbij heeft de minister ook aangegeven wat de consequenties zijn ten aanzien van de inzet van het MBI.

2015
Voor 2015 is het geïndexeerde macrokader voor medisch specialistische zorg (msz) door de minister van VWS vastgesteld op € 20.297,6 miljoen (prijspeil 2014)2.
De relevante uitgaven voor de medisch-specialistische zorg voor het jaar 2015 zijn lager dan het beschikbare macrokader. De onderschrijding bedraagt € 387 miljoen (stand jaarverslag 2017).

Gelet op deze onderschrijding van het macrokader medisch specialistische zorg 2015, en overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de NZa-beleidsregel ‘Integraal macrobeheersmodel’ (BR/CU-2128), bestaat er geen aanleiding tot toepassing van het MBI.

Omdat het ministerie van VWS heeft aangegeven dat de landelijke omzetgrens (het macrokader) voor het jaar 2015 niet is overschreden, geldt voor iedere individuele instelling dat de bij NZa-beschikking3 vastgestelde individuele bovengrens 2015 gelijk is aan de gerealiseerde individuele omzet 2015.

2016
Voor 2016 is het geïndexeerde macrokader voor medisch specialistische zorg (msz) door de minister van VWS vastgesteld op € 21.049,0 miljoen (prijspeil 2015).4

De relevante uitgaven voor de medisch-specialistische zorg voor het jaar 2016 zijn hoger dan het beschikbare macrokader. De overschrijding bedraagt € 126 miljoen (stand jaarverslag 2017).

In het bestuurlijk akkoord medisch-specialistische zorg 2019-2022 is ten aanzien van de overschrijdingen 2016 en 2017 afgesproken dat het MBI niet wordt ingezet. Op grond hiervan en in afwijking van het bepaalde in artikel 6 van de NZa-beleidsregel ‘Integraal macrobeheersmodel’ (BR/CU-2128), bestaat er geen aanleiding tot toepassing van het MBI.

Omdat het ministerie van VWS heeft aangegeven dat de overschrijding voor het jaar 2016 niet hoeft te worden geredresseerd, geldt materieel voor iedere individuele instelling dat de bij NZa-beschikking5vastgestelde individuele bovengrens 2016 gelijk is aan de gerealiseerde individuele omzet 2016.

2017
Voor 2017 is het geïndexeerde macrokader voor medisch specialistische zorg (msz) door de minister van VWS vastgesteld op € 21.649,7 miljoen (prijspeil 2016).6

De relevante uitgaven voor de medisch-specialistische zorg voor het jaar 2017 zijn hoger dan het beschikbare macrokader. De overschrijding bedraagt € 292 miljoen (stand jaarverslag 2017).

In het bestuurlijk akkoord medisch-specialistische zorg 2019-2022 is ten aanzien van de overschrijdingen 2016 en 2017 afgesproken dat het MBI niet wordt ingezet. Op grond hiervan en in afwijking van het bepaalde in artikel 6 van de NZa-beleidsregel ‘Integraal macrobeheersmodel’ (BR/CU-2128), bestaat er geen aanleiding tot toepassing van het MBI.

Omdat het ministerie van VWS heeft aangegeven dat de overschrijding voor het jaar 2017 niet hoeft te worden geredresseerd, geldt materieel voor iedere individuele instelling dat de bij NZa-beschikking7 vastgestelde individuele bovengrens 2017 gelijk is aan de gerealiseerde individuele omzet 2017.

Tot slot
Deze circulaire is, tezamen met de hierboven genoemde brief van de minister van Medische Zorg en Sport van 28 juni 2018, te raadplegen op de website van de NZa, www.nza.nl.

 

Hoogachtend,
Nederlandse Zorgautoriteit

 


M. Commandeur MSc
unitmanager Tweedelijns Somatische Zorg

 

 

Naar boven