Onderwerp: Bezoek-historie

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg - BR/REG-18116
Publicatiedatum:22-06-2017Geldigheid:01-01-2018 t/m 31-12-2018Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Gelet op artikel 53, aanhef en onderdeel b juncto artikel 52, aanhef en onderdeel e, Wmg, worden tarieven en prestatiebeschrijvingen die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.

 

Gelet op artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van VWS met brief van 14 juli 2014, met kenmerk 642422-123511-MC, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg, aan de NZa gegeven.

1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 

Zorgaanbieder

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig

zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

 

Zintuiglijk gehandicaptenzorg

Zintuiglijk gehandicaptenzorg zoals omschreven in artikel 2.5a Besluit zorgverzekering (Bzv).

 

Prestatie(s)
De prestaties zoals omschreven in artikel 4 van de nadere regel ‘Zintuigelijk gehandicaptenzorg’.

 

Visuele beperking

Visuele beperking zoals vastgesteld in de richtlijnen van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) voor vaststelling van een visuele beperking. Er is sprake van een visuele beperking indien:

1. een gezichtsscherpte van < 0.3 aan het beste oog en

2. een gezichtsveld < 30 graden, of

3. een gezichtsscherpte tussen 0.3 en 0.5 aan het beste oog met daaraan gerelateerde ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren. De diagnostiek van visuele beperkingen vindt plaats door middel van metingen met een hulpmiddel (bril).

 

Auditieve beperking
Auditieve beperking zoals vastgesteld in de richtlijnen van de Nederlandse Federatie van Audiologische Centra (FENAC) voor vaststelling van een auditieve beperking. Er is sprake van een auditieve beperking indien:

1. het drempelverlies bij het audiogram ten minste 35 dB bedraagt, verkregen door het gehoorverlies bij frequenties van 1000, 2000 en 4000 Hz te middelen, of

2. als het drempelverlies groter is dan 25 dB bij meting volgens de Fletcher index, het gemiddelde verlies bij frequenties van 500, 1000 en 2000 Hz. De mate van gehoorverlies wordt vastgesteld middels audiometrie van het beste oor, zonder gebruik te maken van een eventueel hulpmiddel zoals een gehoorapparaat.

 

Communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis (TOS)

TOS zoals vastgesteld in de FENAC-richtlijnen voor diagnostiek voor vaststelling van een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis. Er is sprake van een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis als de stoornis te herleiden is tot neurobiologische en/of neuropsychologische factoren. Hiervoor geldt als voorwaarde dat de taalontwikkelingsstoornis primair is, dat wil zeggen dat andere problematiek (psychiatrisch, fysiologisch, neurologische) ondergeschikt is aan de taalontwikkelingsstoornis.

 

Maximum tarief

Bedrag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wmg, dat ten hoogste als tarief voor een prestatie in rekening mag worden

gebracht.

2. Doel van de beleidsregel

In deze beleidsregel beschrijft de NZa haar beleid met betrekking tot de vaststelling van prestaties en tarieven op het gebied van zintuiglijk gehandicaptenzorg.

3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op zintuiglijk gehandicaptenzorg als omschreven in artikel 2.5a Besluit zorgverzekering (Bzv). 

 

4. Prestaties

De prestaties zijn onderverdeeld in:

-      Zorg in verband met een visuele beperking.

-      Zorg in verband met een auditieve beperking.

-      Zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis.

-      Uittoeslag zorgverlener.

-      Verblijf.

 

De prestatieomschrijvingen zijn opgenomen in de Regeling zintuigelijk gehandicaptenzorg. Bij de toepassing van deze prestaties

gelden registratie- en declaratiebepalingen zoals de regeling Zintuigelijk gehandicaptenzorg.

5. Tarieven

Voor de prestaties gelden maximum tarieven.

6. Uitgangspunten maximumtarieven 2018

Aan de basis van de maximumtarieven 2016 van de onderstaande prestaties van ZG-zorg liggen kostengegevens 2013 van alle concerns die in 2013 extramurale ZG-zorg hebben geleverd:

-      Zorg in verband met een visuele beperking.

-      Zorg in verband met een auditieve beperking.

-      Zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis.

-      Uittoeslag zorgverlener.

 

De totstandkoming van de maximumtarieven 2016 heeft plaatsgevonden volgens het gehanteerde kostprijsmodel dat is beschreven in Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg (met kenmerk: BR/CU-7134).

 

De volgende wijzigingen hebben in de maximumtarieven  ten opzichte van de maximumtarieven 2016 plaatsgevonden:

-      Indexatie: de maximumtarieven worden jaarlijks trendmatig aangepast met een gewogen gemiddelde index voor personele- en materiële kosten en kapitaallasten. De trendmatigeaanpassing voor jaar t wordt gebaseerd op de voorcalculatie voor jaar t en de nacalculatie op de indices jaar t-1.

-      Vergoeding voor gederfd rendement op eigen vermogen (VGREV): conform de beleidsregel Algemeen kader tariefprincipes curatieve zorg is een generiek vergoedingspercentage berekend voor de VGREV. Dit betreft een uniforme opslag op het tarief voor ondernemingsrisico’s dat noodzakelijkerwijs normatief bepaald wordt. De basis voor deze berekening is het CAPM-model. Op basis van dit model heeft de NZa voor ZG-zorg een vergoedingspercentage van 1,47% bepaald.

-      Aanpassing maximumtarief prestatie ‘zorg in verband met een visuele beperking’ aangezien het maximumtarief 2016 een opslag bevatte voor verblijf aan volwassenen.

 

Voor het maximumtarief van de prestatie verblijf wordt aangesloten bij het tarief voor de verblijfscomponent GHZ ZG die conform de tariefberekening voor de Wlz tot stand is gekomen. Zie hiervoor de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten. Het maximumtarief voor verblijf in het kader van deze regeling bevat ook een opslag voor de VGREV.

7. Vervallen oude beleidsregel

De Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg, met kenmerk BR/REG-17122, die een geldigheidsduur had tot en met 31 december 2017, is op laatstgenoemde datum van rechtswege komen te vervallen. 

8. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg met kenmerk BR/REG-17122, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

9. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 en vervalt met ingang van 1 januari 2019. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

 

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg.

Toelichting

Inleiding

De extramurale zintuiglijk gehandicaptenzorg, waar deze beleidsregel betrekking op heeft, betreft zorg zoals omschreven in artikel 2.5a Bzv.

 

Reikwijdte

Onder de reikwijdte van de beleidsregel valt niet de monodisciplinaire zorg zoals omschreven in artikelen 2.4, 2.6 en 2.9 Bzv. Voor onder andere audiologische zorg en logopedische zorg zijn prestaties beschreven in respectievelijk de beleidsregels en nadere regels voor medisch specialistische zorg en logopedie.

Naar boven