Regeling houdende vrijstelling van de eisen van het
Schepenbesluit 1965 voor schepen die voldoen aan de internationaal van kracht zijnde
voorschriften van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de
beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) (Tijdelijke
vrijstellingsregeling Schepenbesluit 1965)
14
oktober 2002/Nr. HDJZ/SCH/2002-2021
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de
Nederlandse Antillen en de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba; Gelet op
artikel 5, eerste lid, van de Schepenwet;
Besluit:
Artikel 1
In deze
regeling wordt verstaan onder SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen tot
stand gekomen Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee
(Trb. 1976, 157).
Artikel 2
Schepen waarvoor een internationaal veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel
4, onderdeel a of b, van het Schepenbesluit 1965 benodigd is, zijn, indien zij
voldoen aan de op die schepen toepasselijke voorschriften van de hoofdstukken II-1
tot en met V en XII van het SOLAS-verdrag, vrijgesteld van de eisen, bedoeld in de
artikelen 39, eerste en derde lid, 40, tweede lid, 41, eerste lid, 42, eerste lid,
44, vierde lid, tweede volzin, 45, eerste en derde tot en met vijfde lid, 48, tweede
lid, voorzover betrekking hebbend op bijlage II, 49, 50, 52, 57, 59, eerste lid,
tweede volzin, 62, 67b, 88, 89, 94 tot en met 97 en 100a van het Schepenbesluit
1965.
Artikel 3
Schepen
waarvoor een internationaal radioveiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 4,
onderdeel c, van het Schepenbesluit 1965 benodigd is, zijn, indien zij voldoen aan
de op die schepen toepasselijke voorschriften van de hoofdstukken III, voorzover
betrekking hebbend op radiocommunicatiemiddelen, en IV van het SOLAS-verdrag,
vrijgesteld van de eisen bedoeld in artikel 67b en, voorzover betrekking hebbend op
radiocommunicatiemiddelen, de eisen van bijlage XIA van het Schepenbesluit 1965.
Artikel 4
De kapitein van een
schip waarvoor een vrijstelling als bedoeld in artikel 2 of 3 geldt, draagt er,
voorzover nodig in afwijking van hoofdstuk X van het Schepenbesluit 1965, zorg voor
dat het schip blijft voldoen aan de in artikel 2, onderscheidenlijk artikel 3,
bedoelde voorschriften van het SOLAS-verdrag.
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van de
tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 6
Deze regeling wordt
aangehaald als:
Tijdelijke vrijstellingsregeling Schepenbesluit
1965.
Deze regeling zal met de toelichting in de
Staatscourant, in de Curaçaose Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden
geplaatst.
De Minister van Verkeer en
Waterstaat,
Roelf H. de Boer.
Toelichting
Algemeen
Deze regeling beoogt een voorziening te
bieden voor de certificering van schepen op grond van het Internationaal Verdrag
voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) (hierna:
SOLAS-verdrag), zoals dat verdrag met inachtneming van alle internationaal in
werking getreden wijzigingen luidt. Bij de nationale implementatie van de
wijzigingen van het SOLAS-verdrag, dat voor het Koninkrijk in het Schepenbesluit
1965 is uitgevoerd, is namelijk geleidelijk aan een achterstand ontstaan, die
onlangs nog verder is toegenomen door de inwerkingtreding per 1 juli 2002 van
resoluties MSC.69(69) en MSC.99(73) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de
Internationale Maritieme Organisatie, waarbij onder meer de hoofdstukken II-2
(brandbescherming) en V (veiligheid van navigatie) van het SOLAS-verdrag
integraal zijn herzien.
Voor de mondiaal opererende
zeescheepvaartsector is het van belang dat, ondanks de implementatieachterstand,
schepen toch overeenkomstig de internationaal van kracht zijnde voorschriften
van het SOLAS-verdrag kunnen worden gecertificeerd, onder meer om te voorkomen
dat die schepen in buitenlandse havens in het kader van havenstaatcontroles
zouden worden aangehouden. In de praktijk was daarom reeds het gebruik gegroeid
dat aan het Schepenbesluit 1965 bij de certificering van schepen een
SOLAS-conforme toepassing werd gegeven, indien besluit en verdrag uiteenliepen.
Met de inwerkingtreding van de hierboven aangehaalde resoluties MSC.69(69) en
MSC.99(73) is het echter wenselijk geworden om de SOLAS-conforme certificering
van schepen ook een formele basis te geven. Daartoe strekt de onderhavige
regeling. Overigens zij opgemerkt dat de veiligheid van de schepen en hun
opvarenden door de SOLAS-conforme certificering nooit in het geding is gekomen.
Omdat de (gewijzigde) SOLAS-voorschriften vaak een iets hoger veiligheidsniveau
hebben dan de (nog ongewijzigde) voorschriften van het Schepenbesluit 1965, is
de veiligheid eerder toegenomen.
De regeling is opgezet als
een vrijstellingsregeling: schepen die voldoen aan de eisen van het
SOLAS-verdrag, zijn vrijgesteld van de (soms verouderde) eisen van het
Schepenbesluit 1965. Omdat de internationaal benodigde certificaten en de
onderzoeken waaraan schepen ter verkrijging van een certificaat worden
onderworpen, ongewijzigd zijn gebleven, behoeft in de regeling daaromtrent niets
te worden geregeld. Met betrekking tot de benodigde certificaten en de
onderzoeken waaraan schepen in verband met die certificaten worden onderworpen,
blijven gewoon de regels van het Schepenbesluit 1965 van toepassing.
Tot besluit zij nog opgemerkt dat de regeling slechts een
tijdelijk karakter heeft. Momenteel wordt gewerkt aan een volledige herziening
van het Schepenbesluit 1965, dat door de vele wijzigingen die het sinds zijn
totstandkoming heeft ondergaan en door de toegenomen omvang en complexiteit van
de bij of krachtens het besluit te implementeren internationale en Europese
regelgeving, inmiddels in veel opzichten dringend toe is aan modernisering. Het
streven is erop gericht om het nieuwe Schepenbesluit in de eerste helft van 2003
gereed te hebben. Omdat de moderniseringsoperatie er mede toe strekt om de
bestaande implementatieachterstand op te ruimen, kan de onderhavige regeling na
de totstandkoming van het nieuwe besluit weer worden ingetrokken.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Dit artikel
bevat de begripsomschrijving van de in de regeling toegepaste verkorte
aanduiding van het SOLAS-verdrag. Van belang is dat de verwijzing naar het
SOLAS-verdrag een dynamische is en dus mede de wijzigingen van dat verdrag
omvat.
Artikelen 2 en 3
Deze artikelen vormen de kern van de regeling. Aangesloten is bij de op grond
van het SOLAS-verdrag verplichte internationale veiligheidscertificaten, die
overeenkomen met de op grond van artikel 4 van het Schepenbesluit 1965 benodigde
certificaten.
De in artikel 2 aangehaalde hoofdstukken met
technische eisen uit het SOLAS-verdrag vormen het kader voor de
veiligheidscertificering van passagiersschepen en van vrachtschepen van 500 ton
of meer (vgl. artikel 4, onderdelen a en b, van het Schepenbesluit 1965).
Vanwege de samenhang tussen die hoofdstukken (en de onderlinge samenhang van de
in die hoofdstukken opgenomen voorschriften) is ervoor gekozen om bedoelde
hoofdstukken in hun geheel van toepassing te verklaren en de vrijstelling
betrekking te laten hebben op alle voorschriften uit het Schepenbesluit 1965
die, gelet op de onderwerpen waarop zij betrekking hebben, met deze
SOLAS-hoofdstukken overeenkomen. Een belangrijke overweging daarbij is ook dat
deze methode voor de uitvoeringspraktijk wel zo eenvoudig is.
Voor vrachtschepen van 300 tot 500 ton geldt op grond van het SOLAS-verdrag
uitsluitend de verplichting tot het hebben van een radioveiligheidscertificaat
(vgl. artikel 4, onderdeel c, van het Schepenbesluit 1965). De vrijstelling in
artikel 3 ziet dan ook slechts op de eisen die verband houden met
radiocommunicatiemiddelen. Deze middelen kunnen zich overigens ook aan boord van
reddingboten e.d. bevinden, reden waarom artikel 3 mede ziet op hoofdstuk III
van het SOLAS-verdrag (reddingmiddelen en -voorzieningen) en de met dat
hoofdstuk corresponderende bijlage XIA van het Schepenbesluit 1965.
Artikel 4
Op de kapitein
van een schip rust de verplichting om ervoor te zorgen dat het schip aan de op
dat schip toepasselijke eisen blijft voldoen. Voor een overeenkomstig de eisen
van het SOLAS-verdrag gecertificeerd schip dient dan uiteraard het SOLAS-verdrag
en niet het Schepenbesluit 1965 als uitgangspunt te worden genomen. Aan de
vrijstellingen uit de artikelen 2 en 3 wordt in artikel 4 dan ook het
voorschrift verbonden dat de kapitein ervoor zorgt dat het schip aan de
SOLAS-eisen blijft voldoen.
De Minister van
Verkeer en Waterstaat,
Roelf H. de Boer.