Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet
op artikel 174, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;
Maakt
bekend:
Artikel 1
1. In deze bekendmaking wordt verstaan onder:
STCW-Code: de ’Seafarers’ Training, Certification and
Watchkeeping Code’, bedoeld in artikel I/1, eerste lid, onder 21, van de bijlage bij
het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag betreffende de
normen van zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, met
bijlage (Trb. 1981, 144).
2. In de STCW-Code wordt verstaan
onder:
a. officer in charge: de officier, belast met het
houden van de wachtdienst;
b. Chapter II, III en VII:
hoofdstukken II, III en VII van de STCW-Code;
c. chief engineer
officer: hoofdwerktuigkundige;
d. International
Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972: de Internationale
bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, zoals van toepassing verklaard bij
het besluit van 7 november 1989 (Stb. 502);
e. International
Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS 1974): het Schepenbesluit
1965, voorzover daarin uitvoering is gegeven aan de bepalingen van SOLAS 1974
waarnaar in de STCW-Code wordt verwezen;
f. Radio
Regulations: het Radioreglement (Trb. 1981, 78), behorende bij het op 6
november 1982 te Nairobi tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de
Telecommunicatie (Trb. 1983, 164);
g. artikel 10 van de
Conventie: artikel 10 van het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen
Internationaal verdrag betreffende de normen van zeevarenden inzake opleiding,
diplomering en wachtdienst, 1978, met bijlage (Trb. 1981, 144).
Artikel 2
1. Aan boord van een schip dat op zee gebruikt wordt, dan
wel van zee komt of naar zee gaat, geschiedt het houden van de wachtdienst met
inachtneming van deel A van de STCW-Code, met dien verstande dat daarvan de
voorschriften A-VIII/1 en A-VIII/2, onderdelen 8 en 84, niet van toepassing zijn.
2. Van een wijziging van deel A van de STCW-Code wordt
mededeling gedaan in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de
Landscourant van Aruba, met vermelding van het tijdstip waarop deze wijziging voor
de toepassing van deze bekendmaking in werking treedt.
Artikel 3
De Bekendmakingen aan de Scheepvaart nr. 117/1976 (Stcrt. 76), nr.
131/1977 (Stcrt. 118), nr. 170/1981(Stcrt. 247) en 171/1981 (Stcrt. 247) worden
ingetrokken.
Artikel 4
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag
na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze bekendmaking zal met de toelichting in de
Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden
geplaatst.
Rotterdam, 12 mei 1997.
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H. G. H. ten Hoopen.
Toelichting
Tijdens haar van 26 juni tot 7 juli 1995 te Londen gehouden
zitting heeft de Conferentie van partijen bij het op 7 juli 1978 te Londen tot stand
gekomen Internationaal verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake
opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, met bijlage (Trb. 1981, 144), (hierna
aangeduid als STCW-verdrag), twee resoluties aangenomen. Resolutie 1 wijzigt op
onderdelen de bijlage bij het STCW-verdrag en resolutie 2 bevat een Code inzake
opleiding, diplomering en wachtdienst voor zeevarenden (hierna aangeduid als
STCW-Code). Zo bepaalt het in resolutie 1 gewijzigde voorschrift VIII/2 dat het
houden van de wachtdienst moet geschieden met inachtneming van de daartoe in de
STCW-Code gestelde eisen, beginselen en richtlijnen. De tekst van beide resoluties
is gepubliceerd in het Tractatenblad (Trb. 1996, 249).
Door de
rechtsvoorganger van de Internationale Maritieme Organisatie zijn reeds eerder
bepalingen inzake het houden van de wachtdienst vastgesteld. De Algemene Vergadering
van de toenmalige Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (hierna
aangeduid als IMCO) heeft op 20 november 1973 resolutie A.285(VIII) en op 12
november 1975 resolutie A.337(IX) aangenomen: beide resoluties bevatten
aanbevelingen inzake het wachtlopen op de brug en aan dek. Aan deze aanbevelingen is
binnen het Koninkrijk der Nederlanden wat betreft de brugwacht uitvoering gegeven in
Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 117/1976 (Stcrt. 76) en voor de dekwacht in
Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 131/1977 (Stcrt. 118).
Daarnaast zijn door de IMCO, bij gelegenheid van de totstandkoming van het
STCW-verdrag in 1978, onder meer in resolutie 2 richtlijnen voor de wacht in de
machinekamer en in de resoluties 5 en 6 aanbevelingen voor onder meer het houden van
de radio-luisterdienst vastgesteld. Ook aan deze aanbevelingen is binnen het
Koninkrijk uitvoering gegeven: voor de machinekamerwacht in Bekendmaking aan de
Scheepvaart nr. 170/1981 (Stcrt. 247) en voor de radiowacht in Bekendmaking aan de
Scheepvaart nr. 171/1981 (Stcrt. 247).
De in genoemde
bekendmakingen opgenomen aanbevelingen zijn te vrijblijvend en voldoen niet meer aan
de huidige aan de wachtdienst te stellen eisen. Dit heeft ertoe geleid dat tijdens
genoemde conferentie in 1995 in de STCW-Code bepalingen inzake het houden van de
wachtdienst zijn opgenomen. Belangrijkste wijziging ten opzichte van de oude
bepalingen is het verbindend karakter van de voorschriften. Voorts zijn de
voorschriften gemoderniseerd en aangepast aan de huidige inzichten en de stand van
de techniek. De internationale voorschriften zijn op 1 februari 1997 in werking
getreden, als gevolg waarvan genoemde bekendmakingen moeten worden ingetrokken.
De onderhavige bekendmaking strekt tot uitvoering van deze
internationale voorschriften. Met betrekking tot varende schepen is in de artikelen
113 en 114 van het Schepenbesluit 1965 en in artikel 14 van bijlage V bij dat
besluit reeds de verplichting opgenomen tot het houden van een wachtdienst op
respectievelijk de brug, in de machinekamer en bij de radio-installatie. Daarbij is
echter niet bepaald dat op schepen die zich in havens bevinden wachtdienst moet
worden gehouden en is niet voorgeschreven op welke wijze de wachtdienst op de
onderscheiden plaatsen moeten plaatsvinden. Artikel 2, eerste lid, voorziet hierin.
In de bekendmaking wordt verwezen naar deel
A van de STCW-Code, waarvan de Engelstalige tekst is opgenomen in het Tractatenblad.
Hiervoor is gekozen omdat uit een oogpunt van nationaal beleid geen behoefte bestaat
de internationale voorschriften aan te passen: de internationale voorschriften, met
uitzondering van de bepalingen die tot de overheid zijn gericht, kunnen met
inachtneming van artikel 1, tweede lid, zonder meer van toepassing worden verklaard.
In verband met flexibele en snelle implementatie van
toekomstige wijzigingen van deel A van de STCW-Code, heeft de verwijzing een
dynamisch karakter. In artikel 2, tweede lid, is dan ook bepaald, dat van een
wijziging van deel A van de STCW-Code mededeling wordt gedaan in de Staatscourant,
in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba, met vermelding van het
tijdstip waarop deze wijziging voor de toepassing van deze bekendmaking in werking
treedt. Op deze wijze is verzekerd dat de doelgroep adequaat wordt geïnformeerd over
de in deze bekendmaking doorwerkende wijzigingen van deel A van de STCW-Code.
Verwijzing naar Engelstalige voorschriften sluit voorts goed aan
bij het mondiale karakter van de doelgroep die de Engelse taal als voertaal
gebruikt.