Onderwerp: Bezoek-historie

BadS 271/1991 Periodiek nazien en beproeven van brandblustoestellen
Geldigheid:06-05-1990 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op:
het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, van Bijlage lV van het Schepenbesluit 1965:
Maakt bekend:

1.1 Een brandblustoestel moet telkenmale na verloop van ten hoogste één jaar worden geïnspecteerd.
1.2 Deze jaarlijkse inspectie moet worden verricht overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4.2 van de Nederlandse norm NEN 2559.
2.1 Een brandblustoestel moet telkenmale na verloop van ten hoogste vijf jaar worden gereviseerd door de fabrikant van het betreffende brandblustoestel of door een erkend deskundige.
2.2 De vijfjaarlijkse revisie moet worden verricht overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4.3 van de Nederlandse norm NEN 2559. Deze vijfjaarlijkse revisie geldt zowel voor de brandblustoestellen met een vulling op waterbasis als voor de overige brandblustoestellen.
3.1 De vijfjaarlijkse revisie geldt tevens als de onder 1.1 bedoelde jaarlijkse inspectie.
3.2 Een erkend deskundige als bedoeld onder 2.1 moet in dienst zijn van een, op grond van de Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen, erkend bedrijf alsmede in het bezit zijn van een geldig legitimatiebewijs, zijnde het bewijs van vakbekwaamheid van `erkend deskundige’ voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan brandblustoestellen.
4.1 Bij het periodiek nazien en beproeven van brandblustoestellen in het buitenland moet erop worden toegezien dat de daartoe optredende personen dan wel onderhoudsbedrijven ten minste beantwoorden aan de definities betreffende de deskundige, de erkend deskundige en het erkend onderhoudsbedrijf zoals bepaald in hoofdstuk 3 van de Nederlandse norm NEN 2559.

Trekt in:
Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 77/1972 van 22 februari 1972

Rijswijk, 6 mei 1990
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Drs. J.K. Vreeswijk


Toelichting
Onderhoudsbedrijven van kleine blusmiddelen moeten aan een aantal criteria voldoen, willen zij in aanmerking komen voor erkenning.
De voornaamste: het onderhoudspersoneel moet een vakopleiding hebben genoten en het te erkennen bedrijf moet beschikken over de juiste outillage om het onderhoudswerk te kunnen uitvoeren.
De Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen (REOB) en de in het kader van deze regeling gegeven REOB-cursus staan onder toezicht van de Inspectie voor het Brandweerwezen (Ministerie van Binnenlandse Zaken), de Scheepvaartinspectie (Ministerie van Verkeer en Waterstaat), het Technisch Bureau ter Bevordering van Schadepreventie (TBBS) en de Stichting Bedrijven met Bedrijfsbrandweer (SBB).
Een exemplaar van de in de bekendmaking genoemde Nederlandse norm NEN 2559, 'Draagbare blustoestellen - controle en onderhoud', is verkrijgbaar het Nederlands Normalisatie-instituut te Delft.
Een lijst van erkende onderhoudsbedrijven is desgevraagd ter inzage bij de districtskantoren van de Scheepvaartinspectie.
Naar boven