Bekendmaking aan de scheepvaart tot wijziging van Bekendmaking
aan de scheepvaart no. 260/1990 (Aanbrengen van lichtterugkaatsend materiaal op
reddingmiddelen)
Het Hoofd van de
Scheepvaartinspectie,
Gelet op artikel 30, eerste lid, onder 1.7,
van bijlage XIA van het Schepenbesluit 1965;
Maakt bekend:
Artikel I
Bekendmaking aan de scheepvaart no. 260/1990 komt te luiden:
Artikel 1
Lichtterugkaatsend materiaal als bedoeld in artikel 30.1.7 van
bijlage XIA van het Schepenbesluit 1965 moet worden beproefd en op de
reddingmiddelen worden aangebracht op de wijze als aangegeven in de als bijlage bij
deze bekendmaking gevoegde IMO-resolutie A.658(16).
Artikel 2
In aanvulling op het gestelde in de paragrafen 1 en 7 van de Annex
I en punt 7 van de Annex II van IMO-resolutie A.658(16) moet, indien er meer dan één
reddingboot aan boord is geplaatst, het bootnummer met een cijferhoogte van ten
minste 300 mm, bovenop de overkapping zijn aangebracht met gebruikmaking van
lichtterugkaatsend materiaal.
Artikel 3
Met de in deze bekendmaking bedoelde materialen worden
gelijkgesteld materialen die rechtmatig zijn geproduceerd of in de handel zijn
gebracht in een andere lid-staat van de Europese Unie, dan wel zijn geproduceerd in
een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte,
en die ten minste aan gelijkwaardige technische eisen voldoen.
Artikel II
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag
na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze bekendmaking zal met de toelichting in de
Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden
geplaatst, met uitzondering van de bijlage bij deze bekendmaking die in Nederland
ter inzage ligt bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6
te Den Haag en bij de Scheepvaartinspectie, ’s-Gravenweg 665 te Rotterdam.
Van de terinzagelegging van de bijlage in de Nederlandse Antillen
en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant en in de
Landscourant van Aruba.
Het Hoofd van de
Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.
Toelichting
Deze Bekendmaking aan de scheepvaart strekt tot het opnieuw
vaststellen van Bekendmaking aan de scheepvaart no.260/1990 (Stcrt.1990, 200). Het
ontwerp van die bekendmaking werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8,
eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en
technische voorschriften (PbEG L109)*. Om alsnog aan de verplichting tot notificatie
te voldoen is deze bekendmaking in ontwerp aan de Commissie van de Europese
Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken II 1996/1997, 25 389).
De tekst van de bekendmaking is identiek aan de tekst van de
oorspronkelijke bekendmaking, behoudens het volgende.
In artikel 3
is een bepaling opgenomen betreffende wederzijdse erkenning van technische normen en
technische eisen. De ontwerp-bekendmaking is op 25 augustus 1997 gemeld aan de
Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienr. 97/0644/NL), ter voldoening
aan artikel 8, eerste lid, van de eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. De
ontwerpbekendmaking is op 1 oktober 1997 gemeld aan het Secretariaat van de Wereld
Handelsorganisatie (notificatienr. G/TBT/Notif.97.580), ter voldoening aan artikel
2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst
inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de
ontwerp-bekendmaking is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 197.
Deze
notificaties zijn noodzakelijk aangezien de bekendmaking technische voorschriften
bevat in de zin van richtlijn nr. 83/189/EEG, zoals gewijzigd, en als bedoeld in
voornoemde overeenkomst.
Als technische voorschriften kunnen
worden aangewezen de artikelen 1 en 2. Deze voorschriften, die zonder onderscheid
van toepassing zijn op Nederlands en ingevoerd lichtterugkaatsend materiaal op
reddingmiddelen aan boord van zeeschepen zijn uit hoofde van een doeltreffende
bescherming van de openbare veiligheid en de gezondheid en het leven van personen
noodzakelijk. Ook zijn zij evenredig aan de met deze voorschriften beoogde doelen.
Voor zover deze bekendmaking kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van
gelijke werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag bevat, zijn deze derhalve
gerechtvaardigd ter bescherming van de bovengenoemde belangen.
In
het kader van de notificatie ingevolge de richtlijn is in artikel 3 de bovengenoemde
bepaling betreffende wederzijdse erkenning opgenomen met het oog op de
geharmoniseerde toepassing van technische voorschriften. De
WTO-notificatie-procedure heeft niet geleid tot wijziging van de
ontwerp-bekendmaking.
Het Hoofd van de
Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.
* Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100).
Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1997,
C 78.
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 10-02-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: