Onderwerp: Bezoek-historie

Ontwerpbesluit Verlenging vergunning DGNV-34095807 Nieuwe Sluis Terneuzen
Geldigheid:12-09-2024 t/m 30-06-2025Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Op 26 juli 2024 is door uw gemachtigde een verzoek ingediend om een verlenging van de looptijd van de vergunning voor de Natura 2000-activiteit van het project Nieuwe Sluis Terneuzen. De vergunning is verleend voor het verspreiden (feitelijk gaat het hier om het nuttig toepassen van de baggerspecie; hierna: toepassen), inclusief het transporteren van grond of baggerspecie die vrijkomt binnen het genoemde project in de Westerschelde (Pas van Terneuzen en Inloop van Ossenisse).

Bij uw verzoek heeft u de 'Memo verlenging doorlooptijd vergunning

(DGNV-34095807)' gevoegd, waarin de ecologische impact van deze verlenging staat beschreven.

Eerdere besluitvorming

Op 1 oktober 2018 is aan Rijkswaterstaat de Nb-wetvergunning verleend met kenmerk DGAN-NB/18245635 voor het verspreiden (toepassen), inclusief het transporteren van grond of baggerspecie die vrijkomt binnen het genoemde project in de Westerschelde (Pas van Terneuzen en Inloop van Ossenisse).

Op 8 november 2023 is op een wijzigingsverzoek een gewijzigde vergunning verleend met kenmerk DGNV / 34095807. In deze wijziging was de looptijd aangepast naar 31 december 2024 (voorschrift 17) en totale toe te passen volume naar 6.004.000 m3 (voorschrift 12).

In de passende beoordelingen die aan deze vergunningen ten grondslag lagen, zijn de gevolgen van dit project op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden in kaart gebracht. Uit deze beoordelingen bleek dat aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden Westerschelde & Saeftinghe en Vlakte van Raan door deze activteit met zekerheid uitgesloten kon worden. Dit gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de voorschriften in beide besluiten.

 

Uw verzoek

U verzoekt om de looptijd van het besluit van 8 november 2023 te verlengen. U geeft als reden aan dat, hoewel de bouw vordert, mogelijk niet alle werkzaamheden afgerond zijn binnen de looptijd van de vergunning. U verzoekt om maximaal 150.000 m3 van de in totaal vergunde hoeveelheid van 6.004.000 m3 baggerspecie in de periode van 1 januari 2025 tot en met 30 juni 2025 toe te passen.

In de 'Memo verlenging doorlooptijd vergunning (DGNV-34095807)', wordt geconcludeerd dat de wijziging in planning voor het toepassen van 150.000 m3 baggerspecie in 2025 niet resulteert in meer effecten op de instandhoudingsdoelstellingen dan die van de vergunde activiteit uit de Passende Beoordeling (Arcadis, 2023a).

De slibwolk van het toepassen van 150.000 m3 leidt niet tot een grotere slibwolk dan die voor de toepassing van 400.000 m3 die gemoduleerd ten behoeve van de Passende Beoordeling DGNV-34095807. De effecten van vertroebeling en sedimentatie zullen naar verwachting lager zijn dan de eerder beoordeelde effecten. De uitvoering van de bagger- en stortwerkzaamheden in 2025 leidt niet tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden.

Cumulatieve significante effecten met andere projecten en activiteiten zijn eveneens uitgesloten; er wordt immers binnen de grenzen van eerder beoordeelde en vergunde effecten gebleven.

U draagt aan dat, conform artikel 16.53c, lid 2 van de Ow, een nieuw PB niet hoeft te worden aangeleverd, omdat op basis van deze verkenning het maken van een nieuwe passende beoordeling geen nieuwe gegevens of inzichten oplevert. Het gaat enkel om het later plaatsvinden van een beperkt deel van de reeds toegestane werkzaamheden, zonder andere of aanvullende natuureffecten.

Bevoegdheid tot vergunningverlening

De bevoegdheid van de minister om de geldigheidsduur van de vergunning te

verlengen is ontleend aan artikel 4.12 lid 2 onder c van het Omgevingsbesluit (hierna: Ob).

De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder beleid- en regelgeving'.

Beoordeling

De activiteiten worden ongewijzigd uitgevoerd overeenkomstig de uitgangspunten

en inhoud van de eerder bij de aanvraag van het besluit van 8 november 2023 ingediende passende beoordeling. Er is slechts sprake van een opgeschoven uitvoering. De onderbouwing is destijds door het bevoegde gezag geaccepteerd en heeft mede ten grondslag gelegen aan de vigerende toestemming.

Ik onderschrijf de conclusie in de memo dat significant negatieve effecten door later uitvoeren van de activiteit kunnen worden uitgesloten en de stelling dat een nieuwe passende beoordeling redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten zal opleveren over de significante gevolgen van de activiteiten.

Artikel 16.53c, lid 2 van de Omgevingswet (hierna: Ow) is van toepassing.

Besluit

Op grond van artikel 5.1 van de Ow is deze activiteit vergunningplichtig.

Ik besluit voorschrift 21 van het besluit van 1 oktober 2018 met als kenmerk DGAN-NB/18245635 als volgt te wijzigen:

21. De vergunninghouder stuurt jaarlijks vòòr 1 december schriftelijk of per e-mail de resultaten van de monitoring aan het bevoegd gezag, telkens over de periode van 1 oktober tot en met 30 september. De laatste rapportage betreft de periode van 1 oktober 2024 tot en met 30 juni 2025.

Teven besluit ik op dezelfde grond om voorschriften 12 en 17 van het besluit van 8 november 2023 met als kenmerk DGNVLG / 34095807 als volgt te wijzigen:

12. Het is toegestaan om in de verspreidingslocaties: 'Pas van Terneuzen' en 'Inloop van Ossenisse' in 2025 maximaal 150.000 m3 baggerspecie te storten, waarbij de totaal tijdens het gehele project toe te passen volume baggerspecie maximaal 6.004.000 m3 bedraagt.

17. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is de vergunning tot en met het moment dat de vergunde activiteit wordt beëndigd, doch uiterlijk tot en met 30 juni 2025.

De overige voorschriften en beperkingen blijven onverkort van kracht.

Hoogachtend,

De Staatssecretaris voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

namens deze:

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur en Visserij

Bijlage:

Memo verlenging doorlooptijd vergunning (DGNV-34095807)

Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een

belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een

bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden

ingediend bij:

De Staatssecretaris voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende

elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is,

en

d. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

Publicatie besluit

De Staatssecretaris voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 3.1 van de Wet Open Overheid. Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven