Onderwerp: Bezoek-historie

Wnb; vergunning; wijziging voorschriften; mosselhangcultuur Westerschelde;
Geldigheid:05-03-2024 t/m 01-03-2029Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Bij besluit van 3 maart 2024 is aan u een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend voor het uitvoeren van het project Mosselhangcultuur Westerschelde.

Per e-mail van 4 maart 2024 heeft u mij verzocht om de voorschriften 23 en 42 van deze vergunning te wijzigen. U heeft aangegeven dat met het bepaalde in die voorschriften u praktische belemmeringen ziet in de uitvoering van uw activiteit.

In de eerste plaats geeft u aan datde specifieke activiteiten behorende bij plaatsen van de installaties in praktische zin niet plaats kunnen vinden bij laagwater. Het met een waterspuit in de waterbodem inbrengen van de palen voor de mosselhangcultuur is niet mogelijk bij hoogwater.

Ik constateer dat, mede op basis van de binnen mijn organisatie aanwezige specifieke ecologische kennis, het wijzigen van het betreffende voorschrift niet kan of zal leiden tot (een kans op) een significante verstoring van de relevante beschermde vogelsoorten.

Besluit

Gezien het voorgaande besluit ik tot het wijzigen van voorschrift 23 naar het onderstaande:

23. Alle activiteiten dienen alleen plaats te vinden tussen 90 minuten (1,5 uur) voor en 210 minuten (3,5 uur) na hoogwater met uitzondering van activiteiten die betrekking hebben op het plaatsen van de systemen.

In de tweede plaats geeft u aan dat u alleen tijdens werkzaamheden aanwezig bent op de projectlocatie, en dat deze aanwezigheid zeker in het eerste jaar niet meer dan enkele weken bedraagt. Verder blijft het gebied onverstoord (met uitzondering van de (in het eerste jaar geplaatste) 5 installaties. In de jaren volgend op het eerste jaar nemen de werkzaamheden wel meer weken in beslag.

Ik constateer dat het opleggen van het rapporteren van vogels en hun gedrag voor 52 weken per jaar, als opgelegd in voorschrift 42, daarom niet proportioneel is. Om voldoende beeld te krijgen van het gebruik van het gebied door verschillende vogelsoorten is het van belang dat gedurende weken waarop werkzaamheden plaatsvinden deze vogels worden gerapporteerd.

Besluit

Gezien het voorgaande besluit ik tot wijzigingen van voorschrift 42 naar het onderstaande:

 

42. Het aantal vogels dat zich in nabijheid (binnen 500 meter) van de locatie bevindt dient in weken dat er wordt gewerkt door de vergunninghouder te worden gerapporteerd. Hiervoor dient een gecertificeerd ecoloog te worden ingeschakeld. Het gaat dan om de soort, het geschatte aantal vogels per soort en het gedrag dat de vogel vertoond (ruien, foerageren, rusten etc.). Dit dient te worden toegevoegd aan het kopje 'overige bevindingen' uit het werkplan.

De minister voor Natuur en Stikstof,

Namens deze:
 

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur en Visserij

Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister voor Natuur en Stikstof

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

 

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

Naar boven