Geachte,
Op 19 augustus 2022 heeft LevveL namens u een aanvraag ingediend voor een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor de grondverbetering ter hoogte van dijkvak 17A van de Afsluitdijk.
Bij e-mail van 22 augustus 2022 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.
Na het vervallen van de bouwvrijstelling door de Porthos-uitspraak op 2 november 2022, heb ik u op 3 november 2022 verzocht uw aanvraag aan te vullen met een stikstofberekening. U heeft een aangevulde en deels gewijzigde passende beoordeling aangeleverd op 30 november 2022.
Ik heb uw aanvraag beoordeeld en wijs de aanvraag af, omdat er geen Wnb-vergunning nodig is. Dit licht ik nader toe.
BEVOEGDHEID
De bevoegdheid om op uw aanvraag te beslissen is ontleend aan artikel 1.3, eerste lid, aanhef en onder a, sub 2 van het Besluit natuurbescherming, luidend: 'primaire waterkeringen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Waterwet, voor zover deze in het beheer zijn bij het Rijk'.
De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'.
INHOUD AANVRAAG
In 2018 bleek de voorgenomen binnenwaartse versterking van het dijklichaam van dijkvak 17, tussen Kornwerderzand en de Friese kust, niet mogelijk vanwege het direct ten oosten van Kornwerderzand gelegen viaduct over Rijksweg A7 en de daar gelegen secundaire weg. De versterking zal op deze locatie derhalve aan de buitenzijde van de dijk, in de Waddenzee moeten worden uitgevoerd. De versterking is planologisch mogelijk gemaakt middels een aanvulling van het Rijksinpassingsplan Afsluitdijk in 2019. Voor de aanvulling is een passende beoordeling uitgevoerd op basis waarvan de bestaande Natuurbeschermingswet vergunning (kenmerk: DGAN-NB/15050604) is gewijzigd (wijziging d.d 26 juni 2019 met identificatiecode PUC_279931_17).
Voor de stabiliteit van de dijk in dijkvak 17A (het westelijke deel van dijkvak 17) is het noodzakelijk dat de slibrijke Waddenzeebodem aan de voet van de huidige dijk deels wordt vervangen door zand. Daarvoor zal een deel van de Waddenzeebodem moeten worden ontgraven en vervolgens deels met zand worden gevuld. In de Passende Beoordeling voor de verruiming van het basisplan in dijkvak 17 is wel het verlies aan oppervlak Waddenzeebodem door de buitenwaartse versterking beoordeeld, maar niet het vervangen van slib door zand en de daarvoor benodigde ontgraving van de Waddenzeebodem. Deze grondverbetering leidt tot effecten die niet in de vorige Passende Beoordelingen zijn getoetst. De effecten van de grondverbetering zijn nu getoetst. De planning was om te starten met de voorbereidende werkzaamheden in maart 2023 en te starten met het vervangen van het slib door zand in april 2023.
Later heeft u aangegeven in februari 2023-april 2023 gedurende zes weken te willen werken om de werkzaamheden op tijd af te kunnen ronden.
OVERWEGINGEN
In de voortoets, door u passende beoordeling genoemd, wordt ingegaan op de mogelijke effecten die optreden op relevante beschermde natuurwaarden.
U heeft in de voortoets aandacht gegeven aan de volgende aspecten: verwijderen wadbodem, bedekking, vertroebeling, verstoring.
Er wordt afdoende gesteld dat, in relatie tot de Natura 2000-gebieden Waddenzee en IJsselmeer de voorgenomen activiteit geen significant negatief effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen.
U geeft terecht aan dat het niet nodig is om extra mitigerende maatregelen te nemen dan welke al in de vigerende vergunning voor het project Afsluitdijk staan.
Werken in februari - maart
In de vigerende vergunning voor het project Afsluitdijk is overwogen dat op basis van de reguliere monitoring mitigerende maatregelen kunnen worden aangepast (voorschrift 29 van de vergunning). De aanpassingen dienen in het jaarlijks op te stellen ecologisch werkplan te worden opgenomen en verantwoord (voorschrift 30 van de vergunning).
Voor de periode juni 2022 tot en met mei 2023 gelden de volgende mitigerende maatregelen in dijkvak 17 – Waddenzeezijde waarin het plangebied zich bevindt (Wansink 2022):
• teltraject 38 (dijkvak 17): gedurende het gehele jaar niet werken van 1 uur voor zonsondergang tot 1 uur na zonsopkomst;
• teltraject 38 (dijkvak 17): geen werkzaamheden verrichten in de maanden november tot en met maart.
Bij de uitvoering van de grondverbetering wordt het eerste punt, niet in het donker werken, in acht genomen. De uitvoering conflicteert echter met het tweede punt.
Dit zou in theorie negatieve effecten kunnen hebben op niet-broedvogels die dan in dijkvak 17A rusten. Evenwel maakt u in paragraaf 6.4 van de passende beoordeling aannemelijk op basis van uitgevoerde tellingen dat de verstoring van de toppereend (daartoe strekte de bescherming) niet zal optreden in de aangevraagde periode op deze locatie. Bovendien heeft u terecht aangegeven dat niet aan de dijk zelf wordt gewerkt.
Stikstof
Voor het aspect stikstof heeft u een Aerius-berekening overlegd waaruit afdoende blijkt dat er ten gevolge van deze werkzaamheden geen significant negatieve effecten te verwachten zijn.
BESLUIT
Aangezien er geen significant negatieve effecten kunnen optreden op de relevante instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden Waddenzee en IJsselmeer is vergunningverlening in het kader van de Wnb niet noodzakelijk. De natuurlijke kenmerken van de gebieden worden niet aangetast door de voorgenomen activiteit zoals opgenomen in de natuurtoets. Ik wijs uw aanvraag daarom af. Dit houdt in dat het is toegestaan de activiteiten behorende bij de grondverbetering dijkvak 17A zonder Wnb-vergunning uit te voeren.
Hoogachtend,
De Minister voor Natuur en Stikstof,
namens deze:
MT-lid Directoraat-Generaal Natuur en Visserij
Bijlagen:
– aangepaste Passende Beoordeling d.d. 30 november 2022