Onderwerp: Bezoek-historie

Vergunning Wet natuurbescherming project militaire activiteiten Vliehors Range
Ondertekeningsdatum:28-02-2022Geldigheid:28-02-2022 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Op 30 september 2020 heeft u verzocht om een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor militaire trainingsactiviteiten op de Vliehors Range. Ik verleen u de gevraagde vergunning en heb daarbij tevens getoetst of het project in de huidige situatie en de beoogde situatie past binnen het vergunde gebruik ten tijde van de Europese referentiedatum, alsmede binnen de wettelijke bepalingen die nadien van kracht geworden zijn.

De referentiesituatie voor deze vergunning wordt bepaald door de Regeling beperking geluidhinder boven schietrange de Vliehors (2008)1 en de beschikking verandering/werk of werkzaamheden uitvoeren Schietrange De Vliehors (04F06) van 4 november 2020.

Bij deze aanvraag voegde u de rapporten Militaire vliegactiviteiten in Nederland met bijlagen, Ecologische Effectanalyse Militaire Vliegactiviteiten, deel 6: Vliehors en Rapport NLR met toelichting op de stikstofberekening (kenmerk: NLR-CR-2020-310) en de AERIUS stikstofberekeningen.

Procedure

Bij e-mail van 30 september 2020 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Bij brief van 6 november 2021 (DGNVLG/20276168) heb ik u verzocht de aanvraag aan te vullen en heb ik de behandeling van uw aanvraag tot 5 januari 2021 opgeschort. De gevraagde aanvulling betreft het bepalen van de referentiesituatie, vragen met betrekking tot de Ecologische effectenanalyse Militaire Vliegactiviteiten deel 6: Vliehors en het NLR rapport Stikstofdepositie Vliehors Range. Op 29 december 2020 heeft u per brief (BS2020019262) verzocht de opschortingstermijn te verlengen. Bij brief van 5 januari 2021 (DGNVLG/21003188) heb ik de opschortingstermijn verlengd tot en met 16 februari 2021. De gevraagde aanvulling heb ik op 16 februari 2021 per brief (BS2020019262) ontvangen.

Aan dit besluit liggen de onderstaande stukken ten grondslag:

  • Voortoets Militaire vliegactiviteiten in Nederland Fase 2, deelrapport 5 Vliehors Range 2018

  • Voortoets Militaire vliegactiviteiten in Nederland Fase 2, Hoofdrapport 2018

- Bijlage 1 Beschrijving militaire activiteiten.

- Bijlage 2 Stroomschema's juridische beoordeling.

- Bijlage 3 Wet- en regelgeving militaire luchthavens.

- Bijlage 4 bij Voortoets Sovon Voortoets Nb-wetvergunning

- Bijlage 5 Toetsing militaire vliegactiviteiten Niet-vogels fase 1

- Bijlage 6 Gevoeligheid niet-vogels

- Bijlage 7 Hoofdtabel fase 2

  • Ecologische effectenanalyse Militaire vliegactiviteiten, deel 6: Vliehors (PB)

  • Rapport NLR-CR-2020-310-Hzv-1 Stikstofdepositie Vliehors Range

  • Brief ministerie van Defensie van 16 februari 2021 over aanvullingsverzoek Vliehors

  • Berekening AERIUS_bijlage_20210202123859_RvtNbWJuCrsc-effect

  • Berekening AERIUS_bijlage_grond-20201221141131_RvDLZohdB4B7

  • Memo Systematiek bepalen bestaande rechten en referentiesituatie Vliehors/Leeuwarden

Op deze aanvraag is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals

opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), van

toepassing. Onderhavig besluit is als volgt voorbereid:

- Op 14 december 2020 is een voorbereidingsbesluit gepubliceerd in de

Staatscourant (Stcrt. 65117);

- Op 26 april 2021 is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp van

het besluit gepubliceerd in de Staatscourant (stcrt-2021-20722);

- het ontwerp van het besluit heeft van 28 april 2021 tot en met 8 juni 2021

ter inzage gelegen.

Behandeling zienswijzen

Naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit voor militaire

activiteiten op Vliegbasis Leeuwarden zijn er 6 zienswijzen over het ontwerpbesluit

naar voren gebracht. Zie de antwoordnota zienswijzen voor een overzicht van de

behandeling van de zienswijzen. In de antwoordnota vindt u ook de reacties op de

inhoudelijke punten uit de zienswijzen.

 

De antwoordnota maakt, voor zover de zienswijzen zich richten tegen het ontwerp van onderhavig besluit, onderdeel uit van het besluit. In de antwoordnota is aangegeven of de zienswijzen aanleiding geven om het onderhavige besluit aan te passen.

 

In dit besluit vindt u de voorschriften voor deze vergunning en de inhoudelijke overwegingen die aan deze vergunning ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen zijn onderdeel van dit besluit.

1. AANVRAAG

1.1. Onderwerp

Op de Vliehors Range vinden het gehele jaar door militaire vliegoefeningen plaats. Tijdens deze oefeningen wordt door jachtvliegtuigen en helikopters langs bepaalde routes gevlogen waarbij doelen vanuit verschillende posities kunnen worden aangevallen. Op het terrein van de range zijn twee doelgebieden aanwezig voor bommen, boordwapens en raketten. In deze doelgebieden zijn verschillende doelen opgesteld. De aanvalspatronen zijn divers en de doelen worden ook op lage hoogte (<200 ft) aangevlogen. Helikopters maken vooral gebruik van het gebied boven de Vliehors Range zelf en voor het oefenen is een laagvlieggebied vastgesteld (Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters).2

U heeft een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van de Vliehors Range. Het betreft de volgende activiteiten:

Luchtgebonden activiteiten:

  • jachtvliegtuigen: 1.190 sorties of 595 uur, uitgaande van een sortie van een half

    uur;

  • helikopters: 175 sorties of 200 uur, uitgaande van een sortie van ruim een uur;

  • transportvliegtuigen: 10 sorties.

Dit is inclusief het bondgenootschappelijk medegebruik.

Grondgebonden activiteiten:

  • verkeersbewegingen voor vervoer van personen en materieel;

  • gasgebruik voor verwarming van de gebouwen;

  • het gebruik van shovels en heftrucks;

  • het schieten met boordwapens en het afwerpen van maximaal 70 live weapons per jaar.3

Activiteiten die geen deel uit maken van deze Wnb-vergunning

De militaire grondgebonden activiteiten, te weten het rijden met militaire voertuigen over de Vliehors van en naar de verkeerstoren en naar het doelgebied en terug, het ruimen van munitieresten, het vervangen van rietschermen langs de vaste aanvliegroutes en het verlagen van de duinen rond de vaste schietdoelen voor het behoud van het zicht vanuit de verkeerstoren op de doelen vallen binnen de reikwijdte van het beheerplan Vlieland en het deelbeheerplan Natura 2000 Schietrange de Vliehors en de Cavalerie Schietkamp Vlieland. Deze activiteiten zijn vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van de Wnb. Verwezen wordt naar het genoemde deelbeheerplan, waarin voorwaarden zijn gesteld ten aanzien van het minimaliseren van de negatieve invloed van het rijden, het verlagen van het duin en de bescherming van strandbroeders. Ook vallen de vliegtuigbewegingen (een start of een landing) op de helikopterlandingsplaats Vliehors Range buiten de scope van deze vergunning.


Het oefenen met oefenmunitie (niet-scherpe munitie), het ruimen daarvan en het rijden met voertuigen op het oefenterrein op de Vliehors Range vallen ook onder de reikwijdte van het deelbeheerplan en zijn vrijgesteld van de vergunningplicht.

Bij besluit van 25 mei 2020 (DGNVLG/2014544), gewijzigd op 16 september 2020 (DGNVLG/202366320) is het verplaatsen van de zogenoemde strafing targets (de doelen voor de uitvoering van schietoefeningen met boordwapens) op de Vliehors Range vergund. Dit besluit is inmiddels onherroepelijk. U vraagt nu ook de omkering van de aanvliegrichting naar de strafing targets aan.4

Gerubriceerde gegevens

Bij uw aanvraag geeft u aan dat een deel van de gebruikte gegevens gerubriceerd is. Dat betekent dat voor de aanvraag informatie is gebruikt die als staatsgeheim of van vitaal belang is verklaard. Die gegevens heeft u ook niet bij de aanvraag opgenomen. Het betreft de volgende gegevens: het aantal vliegbewegingen per vliegtuigtype; emissiegegevens in de beoogde situatie; resultaten die (in)direct terug te rekenen zijn tot niet-openbare data en prestatieprofielen van vliegend materieel.

Voor het berekenen van de emissies van luchtgebonden activiteiten heeft u een verkeersscenario opgesteld. Een verkeersscenario beschrijft onder andere het aantal vliegtuigbewegingen, de vliegprocedure, de gebruikte start- en landingsbaan, de gebruikte vliegroute en welke vliegtuigtypes aan de orde zijn. U geeft in de aanvraag aan dat deze gegevens niet altijd openbaar zijn en verwijst naar artikel 34 van het Besluit militaire luchthavens, waarin de openbaarheid van gegevens zijn opgenomen. Ik deel uw conclusie dat bij het opstellen van verkeersscenario's militaire gegevens in het geding zijn.5

Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorgenomen activiteit verwijs ik naar de aanvraag en de bijlagen daarbij.

1.2. Bevoegdheid

Op basis van artikel 1.3, lid 5, van de Wnb en de artikelen 1.2 en 1.3, lid 1, onder a, sub 3 van het Besluit natuurbescherming ben ik bevoegd om te beslissen op uw vergunningaanvraag. Dit betreft de aanleg, uitbreiding en, voor zover van toepassing, inrichting, alsmede wijziging, gebruik, beheer en onderhoud van: militaire terreinen en oefengebieden, alsmede de inrichtingen, bedoeld in categorie 29 van bijlage I, onder C, bij het Besluit omgevingsrecht.

De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'Landelijke wet- en regelgeving'.

1.3. Vergunningplicht

Wijzigingen ten aanzien van luchtgebonden activiteiten

Het ministerie van Defensie exploiteert al sinds jaren de Vliehors Range als militair oefenterrein. De vroegste Europese referentiedatum is 10 juni 1994. De effecten op Natura 2000-gebieden die als gevolg van het gebruik van Vliehors Range op de referentiedatum konden en mochten worden veroorzaakt, worden bepaald door de Hinderwetvergunning die op 11 april 19606 aan Defensie is verleend. Blijkens de bij die vergunning gevoegde bescheiden wordt het terrein gebruikt voor schietoefeningen met mitrailleurs en raketten (boordwapens) vanuit vliegtuigen en oefeningen met het werpen van bommen, met dien verstande dat gedurende de periode tussen 1 maart en 15 september niet met explosieve bommen zal worden geoefend, alleen met oefenbommen.

De Hinderwetvergunning kent, behalve de hiervoor genoemde voorwaarden, geen beperking in het aantal oefeningen en vliegbewegingen die hiermee samenhangen. Op de referentiedatum is sprake van bestaande rechten, omdat er immers vanaf 11 april 1960 toestemming naar nationaal recht was verleend voor vliegbewegingen en grondgebruik vanaf, naar en op de Vliehors Range. Daarbij is geen beperking ten aanzien van geluid of aantal vliegtuigbewegingen opgenomen.

 

Daarmee verkreeg het ministerie van Defensie bestaande rechten ten aanzien van zijn activiteiten. Met de inwerkingtreding van de Regeling beperking geluidhinder boven schietrange de Vliehors werd de Hinderwetvergunning d.d. 11 april 1960 ingeperkt.

Deze regeling bevat beperkingen ten aanzien van formaties, aanvliegen, uitvliegen, instellen circuitpatroon, vliegsnelheid, geluidsbelasting met de grenswaarde (50 dB(A)Lden). Met de Regeling beperking geluidhinder boven schietrange de Vliehors is de vastgestelde geluidszone van 50 dB(A) bestendigd en daarmee is de vastgelegde geluidszone in 2008 te beschouwen als de referentiesituatie.

Wijzigingen ten aanzien van grondgebonden activiteiten

Na de Europese referentiedatum van 10 juni 1994 is de ruimte die de Hinderwetvergunning uit 1960 voor de Vliehors Range gaf, beperkt door de volgende besluiten. In de milieuvergunning d.d. 23 september 2009 is het maximaal aantal schoten en detonaties alsmede de als gevolg hiervan (op de immissiepunten) optredende maximale dagniveau geluidsbelasting in voorschriften vastgelegd. Tevens is een maximum opgesteld van de aard en omvang van de jaarlijks te gebruiken munitie (i.c. boordwapens en live weapons). Met deze milieuvergunning is het grondgebonden gebruik van de Vliehors Range ingeperkt. In de periode van 15 september tot 1 maart mogen op de Vliehors Range maximaal 70 live weapons (bommen) worden afgeworpen. In de Wijziging omgevingsvergunning van 26 februari 2018 Schietrange De Vliehors wordt het maximaal aantal schoten per jaar voor de boordwapens en live weapons over zowel de dag- en avondperiode gereguleerd. Met de Wijziging omgevingsvergunning van 26 februari 2018 Schietrange De Vliehors (26 juli 2018) wordt de milieuvergunning d.d. 23 september 2009 ingeperkt. Op 31 maart 2020 is voor het wijzigen van het type te verschieten munitie een beschikking verleend (kenmerk 2020/0820). Deze wijziging van type munitie is verder ingeperkt met de omgevingsvergunning van 4 november 2020, omdat door het verplaatsen van de strafing targets de wijziging van het type munitie niet meer actueel was. Hiermee is de referentiesituatie vastgelegd op 4 november 2020.

Dit heeft tot gevolg dat de bovengenoemde wijzigingen ten aanzien van de lucht- en grondgebonden activiteiten gelden als de referentiesituatie. Als gevolg van de aangevraagde omkering van de aanvliegroute voor de jachtvliegtuigen is er een kans op significant negatieve gevolgen als gevolg van verstoring. De mogelijke ecologische gevolgen daarvan zijn ook inzichtelijk gemaakt in het onderliggend onderzoek.

Omdat het ministerie van Defensie haar activiteiten sinds de Europese referentiedatum niet ongewijzigd heeft voortgezet en deze activiteiten kunnen leiden tot significant negatieve gevolgen op Natura 2000-gebieden gelet op de voor die gebieden vastgestelde instandhoudingsdoelen is er sprake van vergunningplicht op grond van de Wnb. Het ministerie van Defensie is voor de door haar uit te voeren activiteiten niet in het bezit van een vergunning op grond van art 2.7, lid 2, van de Wnb.

1.4. Beoordeling van projecten

1.4.1. Project met mogelijk significante gevolgen

De activiteit waarvoor u een vergunning aanvraagt, is een project in de zin van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb dat, omdat het, afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten, kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied. De door u voorgenomen activiteiten zijn te beschouwen als één project, omdat zij met elkaar verbonden zijn.

1.4.2. Passende beoordeling

Voor een project dat afzonderlijk of in cumulatie kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen, kan alleen een vergunning verleend worden als de aanvrager een passende beoordeling (hierna: PB) heeft overgelegd, waaruit zonder redelijke wetenschappelijke twijfel kan worden geconcludeerd dat het project niet zal leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied. Deze moet rekening houden met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De PB biedt de grondslag voor de vaststelling van de aard en omvang van de gevolgen of de cumulatieve gevolgen en de manier waarop in mitigatie van die gevolgen is voorzien. De PB toetst de effecten aan de instandhoudingdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit van de genoemde Natura 2000-gebieden.

Ik merk de door u overlegde ecologische effectanalyse als een PB aan. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de effectenanalyse zoals die is neergelegd in de PB.

2. BEOORDELING

2.1 Afbakening

Gebied

Het project in de huidige situatie en de voorgenomen activiteiten vinden deels plaats binnen de begrenzing van enkele Natura 2000-gebieden. Er kunnen significante effecten optreden op de relevante instandingshoudingsdoelen. In de PB worden de mogelijke significante effecten veroorzaakt door geluid niet op voorhand uitgesloten. De bij deze activiteiten relevante Natura 2000-gebieden zijn Waddenzee, Duinen Vlieland, Noordzeekustzone, IJsselmeergebied, Duinen & Lage Land Texel, Alde Feanen, Duinen Terschelling, Duinen Ameland, Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving en Duinen Schiermonnikoog. Voor de effecten als gevolg van stikstofdepositie verwijs ik naar het bij de aanvraag overlegde NLR rapport.

 

Gevolgen

Voor de beoordeling van de gevolgen inventariseert de PB welke in redelijkheid denkbare typen gevolgen kunnen optreden. Dit zijn:

  • verstoring door geluid door lucht- en grondgebonden activiteiten;

  • stikstofdepositie door lucht- en grondgebonden activiteiten.

Conform de methodiek van AERIUS Calculator is voor de effectbeoordeling van stikstofdepositie op hexagoonniveau in alle stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden getoetst. Deze effectbeoordeling volgt in paragraaf 2.3, Stikstofberekening en effect.

Natuurwaarden

De natuurwaarden die door de genoemde gevolgen beïnvloed kunnen worden, zijn:

  • natuurlijke habitats (habitattypen)

  • leefgebieden van Habitatrichtlijnsoorten

  • leefgebieden van Vogelrichtlijnsoorten:

  • broedvogels

  • niet-broedvogels

De beschermde waarden en de relevante instandhoudingsdoelstellingen van het betrokken Natura 2000-gebied staan vermeld op www.rijksoverheid.nl/lnv ('Onderwerpen' >'Natuur en Biodiversiteit' > 'Natura 2000').

Conclusie afbakening

Ik ben van oordeel dat de afbakening van de gebieden en de inventarisatie van mogelijke gevolgen van het project op de natuurwaarden in de PB op een juiste wijze hebben plaatsgevonden en stem daarmee in.

2.2 Mogelijke effecten en mitigatie

In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de effectbeoordeling van stikstofdepositie. In de onderstaande paragrafen worden de andere relevante effecten besproken.

2.2.1 Verstoring door geluid

Lucht- en grondgebonden activiteiten kunnen geluidseffecten veroorzaken op instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden. Beoordeeld is of sprake is van significante gevolgen als bedoeld in artikel 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn (Hrl) als gevolg van geluid.

Grondgebonden activiteiten

Live weapons en boordwapens

In paragraaf 3.6 van de PB is het gebruik van het aantal live weapons dat jaarlijks gebruikt mag worden opgenomen. Het gaat om 70 stuks (uitsluitend in de periode van 15 september tot 1 maart), zoals dat in de beschikking op grond van de Wet milieubeheer van 23 september 2009 is vastgelegd. Ook het munitiegebruik voor boordwapens is in deze vergunning vastgelegd. In de omgevingsvergunning van 4 november 2020 Beschikking verandering/werk of werkzaamheden uitvoeren Schietrange De Vliehors (04F06) is in voorschrift 1.1.2 opgenomen dat het maximum gebruik aan schoten en detonaties per dagdeel (dag- en avondperiode) per kalenderjaar niet mag worden overschreden. Het beoogd gebruik van live weapons en boordwapens op en rond de Vliehors Range past binnen de bovengenoemde vergunningen en wordt ongewijzigd voortgezet.

In de PB is er een weergave van bestaand gebruik opgenomen in figuren 3.6 en 3.7 met geluidcontouren BS dag [dB], voor het 500 lbs-bronpunt (live weapons), voor de dagperiode, op basis van 70 detonaties per jaar en geluidcontouren BS dag voor het bronpunt van 20 mm-mondingsgeluid (boordwapens), voor de dagperiode, op basis van 99.600 schoten per jaar opgenomen. In de omgevingsvergunning van 4 november 2020 Beschikking verandering/werk of werkzaamheden uitvoeren Schietrange De Vliehors (04F06)) is vastgelegd dat het geluidsniveau veroorzaakt door de in de inrichting uitgevoerde schietoefeningen en het afwerpen van bommen niet meer mag bedragen dan de in voorschrift 1.1.3 opgenomen tabel. De piekgeluiden van live weapons worden in verband met overlast jaarlijks gemonitord op verschillende locaties. De PB stelt dat het om een incidentele knal gaat, dus men kan ervan uitgaan dat de verstoring van kortdurende aard Het aantal van 70 detonaties van explosieve bommen blijft gelijk en de periode waarbinnen deze worden gebruikt verandert ook niet.

In paragraaf 3.6 van de PB wordt geconcludeerd dat verstoring door het gebruik van boordwapens altijd gecombineerd optreedt met de visuele en akoestische verstoring door de helikopters en jachtvliegtuigen zelf. Soms is het geluid van boordwapens amper te horen boven het helikoptergeluid uit en zal het weinig verschil maken in de totale verstoring.

Het beoogd gebruik leidt niet tot een overschrijding van het maximum gebruik aan schoten en detonaties per dagdeel (dag- en avondperiode) per kalenderjaar. Er is als gevolg van de voorgenomen activiteit ten opzichte van de referentiesituatie geen sprake van een toename van de geluidsverstoring. Daarmee zijn er naar mijn oordeel met zekerheid geen significante gevolgen voor de relevante instandhoudingsdoelen van deze Natura 2000-gebieden.

Luchtgebonden activiteiten

De PB stelt dat vluchten boven land en boven de Waddenzee zoveel als mogelijk vaste vliegroutes van en naar de luchthavens aan zullen houden. Vliegbewegingen via een vast patroon en via vaste routes leveren minder verstoring op. Frequent uitgevoerde vluchten kunnen leiden tot gewenning en daarmee tot een lagere kans op verstoring. Snellere vliegtuigen bevinden zich gedurende kortere tijd boven een bepaald gebied, en de duur van de verstoring op aanwezige vogelsoorten is daarmee korter dan van vliegtuigen die langzamer gaan, wat een gunstig effect heeft op de mate van verstoring. Bij vliegoefeningen op de Vliehors Range werden bij het laag overvliegen van jachtvliegtuigen over de hoogwatervluchtplaatsen vaak bij de eerste oefening op een dag vluchtreacties waargenomen van steltlopers. Deze groepen gingen reeds na enige minuten weer rusten, soms op dezelfde plaats, soms op iets grotere afstand van de verstoringsbron. De PB stelt dat er bij vervolgoefeningen meestal geen vluchtreacties werden waargenomen. Er lijkt dus een hoge mate van gewenning op te treden (Meervelt 2019).

Samenvattend geldt dat voor vliegactiviteiten die op of boven 3.000 ft (915 m) plaatsvinden, een significant effect in het licht van de instandhoudingsdoelen kan worden uitgesloten. Voor de overige (lagere) vlieghoogtes geldt dat de mate van verstoring en dus ook de kans op een negatief effect afhangt van het type vliegtuig, de frequentie van vliegen en de hoogtecategorie (zoals hierboven beschreven).

In de referentiesituatie is de aanvliegroute op de doelen op de Vliehors Range van zuid naar noord. In de beoogde situatie is Defensie van plan om de aanvliegrichting om te draaien van noord naar zuid.7 Daarbij wordt het gebied dan aangevlogen vanaf de Noordzee. Na het passeren van de schietdoelen maakt het jachtvliegtuig snel hoogte, waardoor er effectief minder laag zal worden gevlogen boven de Waddenzee. In de berekening van de geluidscontouren zijn beide aanvliegroutes meegenomen en is de worst case contour weergegeven.

Habitattypen

Storingsfactoren samenhangend met luchtgebonden vliegactiviteiten zijn beperkt tot visuele verstoring, auditieve verstoring en aanvaringen. Deze storingsfactoren zijn niet relevant voor de in het gebied aanwezige habitattypen.

Leefgebieden van Habitat- en vogelrichtlijnsoorten

Als gevolg van de beoogde wijziging van de aanvliegroute zal er effectief minder laag boven de Waddenzee worden gevlogen. Dit leidt ten opzichte van de huidige situatie tot minder verstoring van zeezoogdieren en vogels in dat deel van het beïnvloedingsgebied. Er zijn geen aanwijzingen dat de aantallen broedvogels en niet-broedvogels beduidend lager waren ten tijde van een veel intensiever militair gebruik op de Vliehors. Waar sprake is van een negatieve trend van vogels, volgt deze meestal de landelijke negatieve trend, vaak kunnen andere factoren zoals een verslechterend voedselaanbod en/of recreatiedruk als reden voor een dalende trend worden geïdentificeerd. In een aantal gevallen is sprake van een geringe mate van overlap van de effectzone met het totale Natura 2000-gebied en zijn er relatief geringe aantallen kwalificerende soorten binnen deze effectzone. In het geval van niet-broedvogels is veelal sprake van voldoende alternatief foerageer- en rustgebied in de directe omgeving binnen het betreffende Natura 2000-gebied indien (incidentele) verstoring op zou treden.

Hoewel in sommige gevallen individuen van habitat- en vogelrichtlijnsoorten hinder kunnen ondervinden, zijn effecten op populatieniveau van deze soorten en daarmee op het behalen van de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden in alle gevallen met zekerheid uitgesloten.

In paragraaf 2.3 van de PB wordt gesteld dat het beoogd gebruik van helikopters en jachtvliegtuigen niet is toegenomen ten opzichte van de referentiesituatie. Ik ben het met deze analyse eens. Er is als gevolg van de voorgenomen activiteit ten opzichte van de referentiesituatie geen sprake van een toename van de geluidsverstoring. Daarmee zijn er naar mijn oordeel met zekerheid geen significante gevolgen voor de relevante instandhoudingsdoelen van deze Natura 2000-gebieden.

2.3. Stikstofdepositie en effect

In het rapport Stikstofdepositie Vliehors Range (NLR, 2021) is de referentiesituatie inzichtelijk gemaakt. Het vliegverkeer voor de referentiesituatie bestaat uit de vliegtuigtypes F-16 en Tornado en de helikoptertypes Chinook, Apache en Cougar.

De totale toegestane omvang van het vliegverkeer in de referentiesituatie is:

  • 8.500 sorties van jachtvliegtuigen en

  • 500 sorties van helikopters

Beoogde situatie
De aanvraag heeft betrekking op een beoogde situatie met 1190 sorties met jachtvliegtuigen en 175 sorties met helikopters. Het betreft voor het overgrote deel sorties met de meest voorkomende jachtvliegtuigen, inclusief het vliegtuigtype F-35 en daarnaast een beperkt aantal sorties van transportvliegtuigen.


De totale omvang van het vliegverkeer, inclusief bondgenootschappelijk medegebruik, in de beoogde situatie is:

  • 1.190 sorties van jachtvliegtuigen, waaronder de F-16 en de F-35.

  • 175 sorties van helikopters

  • 10 sorties van transportvliegtuigen8

Op 1 oktober 2020 heeft u met AERIUS Calculator uitgevoerde stikstofberekeningen overlegd. Met een verschilberekening is inzichtelijk gemaakt wat de depositie was op basis van het maximum gebruik in de referentiesituatie en de depositie in de beoogde situatie. Een verschilberekening met een vergelijking van de Europese referentiedatum van het luchtgebonden gebruik voor stikstof met de referentiesituatie voor het luchtgebonden gebruik voor stikstof heeft geen meerwaarde en is ook niet uitgevoerd.

De stikstofberekening bestaat uit een verschilberekening waarbij inzichtelijk is gemaakt a) de stikstofdepositie en -emissie volgens het maximaal toegestaan gebruik in de referentiesituatie en b) de stikstofemissie en -depositie in de aan te vragen situatie.

De emissie als gevolg van het vliegverkeer is 89.419 kg NOx in de referentiesituatie en 15.397 kg NOx in de beoogde situatie. Dit verschil wordt verklaard door het lagere aantal sorties en de daarmee gepaard gaande lagere NOx-emissie in de beoogde situatie in vergelijking met de referentiesituatie. Het aandeel in de totale emissie van de grondgebonden activiteiten op de Vliehors Range is relatief beperkt (79 kg NOx/jaar) en minder dan 1 kg NH3/jaar. De grondgebonden activiteiten zijn identiek in de referentiesituatie en de beoogde situatie. De depositie in de beoogde situatie ten opzichte van de referentiesituatie leidt op geen enkel stikstofgevoelig habitattype tot verschillen boven 0,00 mol/ha/jaar.

Conclusie

Ik heb geconcludeerd dat met de verschilberekeningen is aangetoond dat de wijziging van het project in de aangevraagde situatie niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie (intern salderen), waardoor op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat deze wijziging significante gevolgen heeft. De emissie van de grondgebonden activiteiten en de depositie als gevolg daarvan in de beoogde situatie valt ook binnen de berekende emissie en depositie in de referentiesituatie en staat daarmee niet in de weg aan vergunningverlening.9

2.4. Cumulatie

Bij vergunningverlening voor een project moet een beoordeling plaatsvinden van de cumulatieve gevolgen als het project, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten, significante gevolgen kan hebben voor het desbetreffende Natura 2000-gebied. Een vergunning kan alleen verleend worden als het project afzonderlijk of in combinatie met andere projecten geen significante gevolgen heeft.

Ik heb hiervoor al geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteit zelfstandig beschouwd, geen significante gevolgen kan hebben op de soorten en habitattypen waarvoor de betrokken gebieden zijn aangewezen.

Ik concludeer dat in de aangeleverde PB een volledige en juiste cumulatietoetsing is uitgevoerd.

2.5. Conclusie

Met de door u uitgevoerde PB en de daarbij behorende rapporten en berekeningen met AERIUS Scenario en met de gestelde vergunningvoorschriften is de zekerheid verkregen dat het project waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden.

Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend.

Algemeen

  1. Deze vergunning ziet op het project exploitatie Vliehors Range voor het grond- en luchtgebonden gebruik en alle samenhangende onderdelen van de aanvraag.

  2. Deze vergunning staat op naam van het ministerie van Defensie (hierna vergunninghouder) of diens rechtsopvolger.

  3. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door het ministerie van Defensie (medewerkers van) de vergunninghouder of door (rechts)personen die aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelen. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een (digitaal) exemplaar van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende bijlagen.

  5. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen

  6. De vergunde activiteit wordt uitgevoerd zoals aangegeven in de aanvraag en bijbehorende passende beoordeling en volgens de voorschriften en beperkingen die aan deze vergunning zijn verbonden. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en de voorschriften en beperkingen van deze vergunning hebben de laatste voorrang.

  7. Als zich een incident voordoet, meldt de vergunninghouder dit met alle relevante gegevens onmiddellijk aan het bevoegd gezag. Een incident is in dit geval een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in betrokken Natura 2000-gebieden is of kan worden toegebracht, bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een beschermd habitattype en/of een Habitat- of Vogelrichtlijnsoort bedreigen.

  8. Als zich een incident voordoet, is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen; dit staat ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  9. De vergunninghouder volgt de aanwijzingen op die het bevoegd gezag geeft.

  10. Alle correspondentie met betrekking tot deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) worden gedaan.

Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. Het aantal sorties mag niet meer bedragen dan het aantal dat voor de geluidbelasting past binnen de grenswaarde van (50 dB(A) van de Regeling beperking geluidhinder boven schietrange de Vliehors (2008).

Monitoring

  1. De vergunninghouder legt jaarlijks schriftelijk of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) een monitoringsrapportage ter goedkeuring aan het bevoegd gezag voor. In deze Monitoringsrapportage wordt vastgelegd of de geluidsbelasting binnen de grenswaarde (50 dB(A) is gebleven. De monitoring heeft als doel om vast te stellen of er een overschrijding van de geluidsbelasting heeft plaatsgevonden en zo ja, in welke mate er negatieve effecten op vogels, zeezoogdieren en vissen optreden.

Toezicht

  1. De vergunninghouder voert een administratie met daarin alle documenten die betrekking hebben op deze vergunning en op de naleving van de voorschriften.

  2. De vergunninghouder geeft alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder en opsporingsambtenaren.

  3. De vergunninghouder toont informatie en documenten op verzoek aan de bevoegde toezichthouder en opsporingsambtenaren.

Looptijd en geldigheid

  1. De vergunning heeft een onbepaalde geldigheidsduur.

TER INFORMATIE

Op grond van afdeling 4.1.1 van de Awb kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van artikel 5.4, eerste en tweede lid, van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Als de vergunninghouder handelt in strijd met de vergunning, kan op grond van artikel 7.2, tweede lid, van de Wnb een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, eerste lid, van de Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

Hoogachtend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

BEROEP

Bent u het niet eens met het definitieve besluit? Als belanghebbende kunt u hiertegen in beroep gaan. Bent u geen belanghebbende? Dan kunt u in beroep gaan als u op tijd een zienswijze heeft doorgegeven. Verschilt het definitieve besluit inhoudelijk van het ontwerpbesluit? Dan kunt ook in beroep gaan als u geen belanghebbende bent en geen zienswijze heeft doorgegeven.

U kunt uw beroepschrift digitaal of via een brief indienen.

Digitaal dient u in via het beroepschriftformulier:

https://formulier.rechtspraak.nl/burger/bestuur/beroepschrift/rechtbank

U heeft hier een DigiD voor nodig. Let op: het digitale beroepschriftformulier is niet bruikbaar voor rechtspersonen of voor gemachtigden van rechtspersonen. Bedrijven als een besloten vennootschep (bv) of naamloze vennootschap (nv) en organisatie als een stichting of vereniging dienen hun stukken op papier in. Een eenmanszaak, vennootschep onder firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv) kan de formulieren wel gebruiken. Zij kunnen inloggen met hun DigiD.

Via een brief. Vermeld in uw beroepschrift:

  • uw naam en adres

  • het besluit waartegen u in beroep gaat

  • waarom u het niet eens bent met de beslissing van het bestuursorgaan

  • wat de beslissing volgens u moet zijn

Dateer en onderteken het beroepschrift. Uw woonplaats is bepalend bij de vraag bij welke rechtbank u uw beroepschrift moet indienen. Heeft u geen woonplaats in Nederland dan is de zetel van het bestuursorgaan bepalend.

Via https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Contact#contactgegevens

kunt u nagaan bij welke rechtbank u uw beroepschrift moet indienen.

Stuur de stukken die belangrijk zijn voor de rechter mee met het beroepschrift. In elk geval:

  • het besluit waartegen u beroep instelt.

  • eventuele documenten en foto's waarmee u uw standpunt onderbouwt.

Naar boven