Onderwerp: Bezoek-historie

Vergunning Wet natuurbescherming verlenging project Zwaaikolk Zwarte Schaar Doesburg
Geldigheid:10-06-2020 t/m 31-12-2020Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

1 BESLUIT

Geachte,

Op 17 september 2018 verleende ik u vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor het project Zwaaikom Zwarte Schaar te Doesburg (kenmerk: DGAN-NB/108204878).

Op 29 oktober 2018 stuurde ik u een wijzigingsbesluit (kenmerk: DGAN NB/18273532) op voornoemde vergunning inhoudende een wijziging van het tijdvak waarbinnen de werkzaamheden mochten worden uitgevoerd. Beide besluiten hadden een looptijd tot 1 maart 2019.

1. AANVRAAG

Op 30 juli 2019 ontving ik via Lievense CSO de mededeling dat de werkzaamheden voortvloeiend uit het bovengenoemde vergunde project nog niet geheel waren afgerond vanwege de lage waterstand in de IJssel. Voor het dit deel werd opnieuw een Wnb-vergunning aangevraagd, inclusief een kleine aanpassing.

1.1. Onderwerp

De aanvraag heeft betrekking op:

  • afronden van baggerwerkzaamheden in de havenkom

  • baggerwerkzaamheden aan de oostelijke IJsseloever

Op 31 juli 2019 heb ik per e-mail de ontvangst van de aanvraag met de daarbij toegestuurde documenten bevestigd.

In de periode 1 augustus 2019 tot nu is er met u diverse keren zowel telefonisch als e-mail contact geweest over deze aanvraag.

De uit te voeren werkzaamheden hebben stikstofdepositie tot gevolg op de Natura 2000-gebieden Veluwe en Rijntakken.

Vanwege de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 31 mei 2019, de zogeheten stikstofuitspraak, was er eerst in het geheel geen en later onder voorwaarden vergunningverlening voor projecten mogelijk.

U stuurde een aangepaste stikstofberekening Aerius Calculator 2019A.

Ik verleen u hierbij de gevraagde vergunning.

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

1.2. Bevoegdheid

Op basis van artikel 1.3, lid 5, van de Wnb en de artikelen 1.2 en 1.3, lid 1 aanhef en onder a ten 1e, van het Besluit natuurbescherming ben ik bevoegd om te beslissen op uw vergunningaanvraag.

De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'.

1.3. Vergunningplicht

De aangevraagde activiteit kan, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000-gebieden Veluwe en Rijntakken, een significante gevolgen hebben voor de instandhoudingsdoelen die voor deze gebieden zijn aangewezen. Daarom geldt een vergunningplicht op grond van artikel 2.7, lid 2, Wnb.

1.4. Beoordeling van het project

1.4.1. Project met mogelijk significante gevolgen

De activiteit waarvoor u een vergunning aanvraagt, is een project in de zin van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb dat, afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura-gebied.

1.4.2. Passende beoordeling

Voor een project dat afzonderlijk of in cumulatie kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen, kan alleen een vergunning verleend worden als de aanvrager een passende beoordeling (hierna: PB) heeft overgelegd, waaruit zonder redelijke wetenschappelijke twijfel kan worden geconcludeerd dat het project niet zal leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied. Deze moet rekening houden met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De PB biedt de grondslag voor de vaststelling van de aard en omvang van de gevolgen of de cumulatieve gevolgen en de manier waarop in mitigatie van die gevolgen is voorzien. De PB toetst de effecten aan de instandhoudingdoelstellingen uit de aanwijzingsbesluit en van de Natura 2000-gebied Veluwe en Rijntakken.

Een PB hoeft niet (opnieuw) te worden gemaakt ingeval het project een herhaling of voortzetting is van een project waarvoor al eerder een PB is gemaakt en een nieuwe PB redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten kan opleveren over de significante gevolgen van dat project.

Daar is in dit geval sprake van.

Het afronden van de baggerwerkzaamheden in de havenkom was reeds vergund met het besluit met kenmerk DGAN-NB/108204878 en is daarmee een voortzetting van dit project. De effecten op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwe waren reeds beoordeeld in de passende beoordeling behorend bij die aanvraag.

De baggerwerkzaamheden aan de oostelijke IJsseloever betreffen hetzelfde project maar zijn aanvullend en zeer gering van aard. De totale werkzaamheden hebben een geschatte tijdsduur van 2 tot 4 weken.

2. BEOORDELING

2.1 Afbakening

Gebied

De voorgenomen activiteit vindt plaats binnen het Natura 2000-gebied

Rijntakken, dat is aangewezen als speciale beschermingszone onder zowel de Habitat- als de Vogelrichtlijn. Het plangebied ligt in alleen Vogelrichtlijngebied. Het plangebied bevindt zich op een afstand van 2,5 km tot het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied. Verstoring en/of verslechtering van habitattypes en/of leefgebied van habitatsoorten is daarmee uitgesloten. Dit met uitzondering van effecten als gevolg van stikstofdepositie. Hiervoor is een afzonderlijke effectbeoordeling gemaakt.

Onderstaand volgt een weergave van de instandhoudingsdoelen die mogelijk een effect ondervinden van de voorgenomen activiteiten.

Broedvogels

Dodaars, Aalscholver, Roerdomp, Woudaapje, Porseleinhoen, Kwartelkoning, Watersnip, Zwarte stern, IJsvogel, Oeverzwaluw, Blauwborst en Grote karekiet.

Niet broedvogels

Fuut, Aalscholver, Kleine zwaan, Wilde zwaan, Toendrarietgans, Kolgans, Grauwe gans, Brandgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde eens, Pijlstaart, Slobeend, Tafeleend, Kuifeend, Nonnetje, Meerkoet, Scholekster, Goudplevier, Kievit, Kemphaan, Grutto, Wulp en Tureluur.

De te beschermen natuurwaarden en de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied staan vermeld op www.rijksoverheid.nl/lnv ('Onderwerpen' >'Natuur en Biodiversiteit' > 'Natura 2000').

Conclusie afbakening

Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied, de gevolgen en de natuurwaarden welke door de aangevraagde activiteit beïnvloed zouden kunnen worden, in de ecologische toets op een juiste wijze heeft plaatsgevonden.

  1. Mogelijke effecten en mitigatie

3.1.1 Algemeen

Ten behoeve van de beoordeling van de mogelijke effecten op de voor het Natura 2000-gebied Rijntakken geldende instandhoudingsdoelen, is geïnventariseerd welke in redelijkheid denkbare typen gevolgen onderzocht moeten worden. Dit betreft gevolgen als optische verstoring, geluid, licht, verontreiniging, fysieke aantasting en vermesting door stikstofdepositie. Deze verstoringseffecten kunnen zich voordoen tijdens de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden, die 2 tot 4 weken in beslag nemen. Na afloop van de werkzaamheden zullen er waarschijnlijk beperkt meer scheepsbewegingen plaatsvinden dan nu het geval is.

  1. Effect als gevolg van de verstoringsfactoren

De voorgenomen afrondende werkzaamheden worden uitgevoerd met gebruikmaking van schepen, machines en mensen, die fysiek aanwezig zijn in het plangebied. Daardoor ontstaat optische verstoring. Draaiende motoren, bewegende mensen en schepen kunnen geluidsbelasting voor relevante vogelsoorten opleveren. Bij de werkzaamheden kan gebruik gemaakt worden van kunstmatige lichtbronnen waar uitstralend licht vogels kan verstoren.

Aanwezige vogelsoorten kunnen door aanwezigheid, geluid en uitstralend licht verjaagd kunnen worden en wat aanvliegende vogelsoorten belemmert om in de buurt van die lichtbronnen te gaan rusten of foerageren.

Ook ontstaat door het gebruik van de draaiende motoren stikstofdepositie wat een negatief effect kan hebben op leefgebieden van relevante soorten.

Fysieke aantasting vindt plaats door het afgraven en verleggen van de noordelijke oever. Van de oostelijke oever ten noorden van de zwaaikom wordt de zomerkade verlaagd.

Bij uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan er verontreiniging optreden op die plaats door een bedrijfsongeval. Voor de te nemen maatregelen in dat geval is een voorschrift in de vergunning opgenomen waarmee mogelijk significante effecten worden voorkomen.

  1. Effect op de natuurwaarden

Algemeen

De uit te voeren werkzaamheden zijn tijdelijk, beperkt in omvang en tijd en de aantasting zal met zekerheid geen permanente gevolgen hebben voor de habitats van soorten of significante verstoring ten aanzien van de relevante vogelsoorten opleveren.

Door verstoringsbronnen als stikstof, geluid, licht en optische verstoring kan een tijdelijke effect op de kwaliteit van het leefgebied optreden. De relevante natuurwaarden (instandhoudingsdoelen) die mogelijk effect gaan ondervinden zijn:

Broedvogels

Het plangebied bestaat uit stenige en zanderige oevers met kort gemaaid gras. Er zijn geen rietoevers, hoge oeverwanden of extensief beheerde hooilanden aanwezig. Goed biotoop voor relevante broedvogelsoorten ontbreekt. De aard en de oppervlakte van het gebied veranderen niet als gevolg van de voorgenomen werkzaamheden. De werkzaamheden zullen plaatsvinden buiten de broedperiode van relevante soorten. Een voorschrift hiertoe is in de vergunning opgenomen.

Daarmee is er met zekerheid geen sprake van verslechtering van de natuurlijke habitats van de relevante soorten of significant verstorend effect op deze soorten.

Niet broedvogels

Het plangebied zelf bevat geen open graslanden maar grenst daar wel direct aan. Deze open graslanden zijn met name geschikt als rust- en foerageergebied voor de relevante soorten eenden, ganzen en weidevogels. Figuur 3.2 en de toelichtende tekst in de ecologische toets geven aan dat uit waarnemingen van de afgelopen 5 jaar is gebleken dat deze soorten zich meer in het aangrenzende gebied ophouden voor rust en foeragering dan in het gebied wat gevormd wordt door het plangebied. Bovendien is er langs de oevers van de IJssel tussen de rivier en de dijk, binnen het Natura 2000-gebied Rijntakken ruim voldoende geschikt gebied voor deze soorten om te rusten of te foerageren. Als er al een effect optreedt zal dit tijdelijk zijn en bestaan uit het op een andere plaats rusten en/of foerageren.

De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen zonsopgang en zonsondergang. Daarbij is ten aanzien van te gebruiken lichtbronnen bepaald dat deze zo worden op- en afgesteld dat geen uitstraling plaatsvindt naar de in de nabijheid gelegen graslanden. Voorschriften hiertoe zijn in de vergunning opgenomen.

Er is daarom met zekerheid geen sprake van verslechtering van de natuurlijke habitats van de relevante soorten of significante verstorend effect op deze soorten.

  1. Stikstof

Uit de stikstofberekening blijkt dat er als gevolg van de inzet van machines stikstofdepositie plaatsvindt op het Natura 2000-gebied Rijntakken met een hoogste tijdelijke (2 tot 4 weken) bijdrage van 0,6 mol/ha/jr op leefgebied aangeduid als ZGL911 Kamgrasweide en Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied. Dit grasland wordt beschouwd als leefgebied voor de kwartelkoning, als instandhoudingsdoel opgenomen in het Aanwijzingsbesluit Rijntaken.

Het betreffende gebied is feitelijk ongeschikt als leefgebied voor deze soort vanwege het huidige beheer met weidekoeien en wijze van intensieve bemesting. De geringe tijdelijke depositie zal de kwaliteit van dit gebied niet verder aantasten. Door de provincie Gelderland, als trekker van het beheerplan Rijntakken, wordt aangegeven dat er op dit moment geen plannen zijn om het betreffende gebied verder te ontwikkelen als leefgebied voor de kwartelkoning. Het gebied blijft wel aangewezen als potentieel gebied en kan daardoor betrokken worden bij toekomstige plannen voor het aanwijzen van kerngebieden voor deze soort. Aangegeven wordt dat de geringe depositie die nu zal gaan plaatsvinden, daar geen verandering in brengt en het gebied niet blijvend ongeschikt maakt.

Op Natura 2000-gebied Veluwe bedraagt de hoogste bijdrage 0,01 mol/ha/jr op de habitattypes Beuken- en Eikenbossen met hult en Eiken- en Beukenbossen van lemige zandgrond.

In de gebruiksfase is de hoogst berekende stikstofbijdrage 0,01 mol/ha/jr op zowel het Natura 2000-gebied Veluwe als Rijntakken. De verwachte scheepvaartbewegingen zullen niet significant meer worden dan in de huidige situatie.

Ik constateer dat de ingezette mobiele werktuigen en de daaraan verbonden vervoersbewegingen van het bedienend personeel, verspreid over het geheel van Nederland op vrijwel continue basis actief zijn, op telkens wisselende locaties. Het gaat daarmee naar mijn mening om bestaande bronnen die onderdeel zijn van de al aanwezige achtergronddepositie zoals over het gehele land reeds aanwezig.

Deze depositie is opgenomen in de achtergronddepositie en hoeft daarom geen belemmering te zijn voor deze vergunning.

Er is met zekerheid geen significant effect op de relevante instandhoudingsdoelen als gevolg van het project.

  1. CONCLUSIE VERGUNNINGVERLENING

Met de door u uitgevoerde ecologische toets is de zekerheid verkregen dat met het uitvoeren van de aangevraagde activiteit, rekening houdend met de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de in de vergunning opgenomen voorschriften, waaronder mitigerende maatregelen, geen aantasting zal optreden van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Rijntakken.

Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend.

6 Cumulatie

Bij vergunningverlening voor een project moet een beoordeling plaatsvinden van de cumulatieve gevolgen als het project, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen, significante gevolgen kan hebben voor het desbetreffende Natura 2000-gebied. Een vergunning kan alleen verleend worden als het project afzonderlijk of in combinatie met andere projecten geen significante gevolgen heeft.

Ik heb hiervoor al geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteit zelfstandig beschouwd, niet kan leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betrokken Natura 2000-gebied of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.

Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend.

7 VOORSCHRIFTEN

Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Rijntakken aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.

Algemeen

  1. Deze vergunning staat op naam van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening (hierna vergunninghouder) (of diens rechtsopvolger).

  2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelende (rechts)personen. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  3. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende bijlagen, waaronder het ecologisch werkprotocol.

  4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven.

  5. Het tijdstip waarop de vergunde activiteit daadwerkelijk wordt gestart, wordt minimaal 2 weken voor de aanvang ervan gemeld aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter attentie van het Team Natuurvergunningen (hierna: het bevoegd gezag).

  6. De vergunde activiteit wordt overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende Ecologische toets, inclusief Ecologisch werkprotocol uitgevoerd, met inachtneming van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of Ecologische toets en/of Ecologisch werkprotocol met de voorschriften en beperkingen in onderhavige vergunning, prevaleren deze laatste.

  7. Bij een opgetreden incident wordt onverwijld melding over de aard en omvang van het incident gedaan aan het bevoegd gezag onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incident wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht' (bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een vogelsoort bedreigen.)

  8. Bij een opgetreden incident is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te laten verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  9. Alle door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen en/of uitvoeringsbepalingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd.

  10. Zodra de werkzaamheden met betrekking tot de vergunde activiteit feitelijk zijn beëindigd, wordt dit uiterlijk binnen een week bij het bevoegd gezag gemeld.

  11. Alle correspondentie uit hoofde van deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) worden gedaan.

Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen 06.00 uur en 20.00 uur.

  2. Verlichting wordt uitsluitend toegepast wanneer dat noodzakelijk is voor het veilig kunnen verrichten van de desbetreffende werkzaamheden.

  3. Verlichting is zodanig opgesteld, afgesteld, ingericht en de lampen zijn zodanig afgesteld dat er geen uitstraling plaatsvindt naar de naastgelegen graslanden waarmee verstoring voor de relevante beschermde vogelsoorten wordt voorkomen.

  4. De werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen van de relevante broedvogelsoorten.

Toezicht

  1. De vergunninghouder voert een administratie waarin alle op deze vergunning betrekking hebbende documenten en bewijsstukken ten aanzien de naleving van de voorschriften en beperkingen van deze vergunning, zijn opgenomen.

  2. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s).

  3. Gevraagde informatie en documenten worden, op eerste vordering aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren, getoond.

Looptijd/geldigheid

  1. De vergunning is geldig tot 31 december 2020.

  2. De vergunning waarin ontwikkelingsruimte is toegedeeld kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien het project of de andere handeling waarop dit besluit betrekking heeft, nadat het besluit onherroepelijk is geworden, niet is gerealiseerd, onderscheidenlijk is verricht.

TER INFORMATIE

Op grond van afdeling 4.1.1 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Als de vergunninghouder handelt in strijd met de vergunning, kan op grond van artikel 7.2, lid 2, van de Wnb een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

namens deze,

w.g.

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

BEZWAAR

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

PUBLICATIE BESLUIT

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur. Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven