Geachte ,
Bij besluit van 8 augustus 2018 (kenmerk: DGAN-NB/18203568) is aan u een vergunning op grond van artikelen 2.7, lid 2, jo. 1.3, lid 5, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) verleend voor de zandwinning, het zandtransport en de zandsuppletie Ameland West in relatie tot de Natura 2000-gebieden Duinen Ameland en Waddenzee.
Tijdens de voorbereiding van de suppletiewerkzaamheden Ameland West heeft de aannemer een verzoek ingediend voor het verruimen van de vaargeul Westgat. De eventuele effecten van deze activiteit zijn niet in de eerdere aanvraag overwogen. Per brief van 11 maart 2019 (uw kenmerk: RWS-2019/9259) verzoekt u voor deze activiteit alsnog vergunning te verlenen.
1 Wettelijk kader
De voorgenomen activiteit valt onder artikel 1.3, lid 1, onder b, sub 1°, van het Bnb, luidend: activiteiten ten aanzien van het voorkomen of tegengaan van landwaartse verplaatsing van de kustlijn als bedoeld in artikel 2.7 van de Waterwet.
2 Wijzigingsverzoek
Gebleken is echter dat voor het uitvoeren van dit project de geul die voor het transport gebruikt gaat worden in de vaarroute Ameland-Noordzee voor het verruimd moet worden. De aannemer wenst de ondieptes te baggeren om zodoende een goede en veilige doorvaart voor het suppleren te verzekeren. In de bij de aanvraag voor de verleende vergunning conformiteitstoets 'Beheerplan Zandwinning, zandtransport en zandsuppletie Ameland West', is wel de transportroute beoordeeld, maar niet het baggeren van de geul voor bereikbaarheid suppletielocatie.
De uitvoeringsperiode die u voorziet heeft een duur van ca 3 tot 4 maanden. De periode waarvoor vergunning wordt aangevraagd is 11 maart 2019 tot uiterlijk
31 december 2020.
Het baggeren betreft het deel tussen de boeien WA1 en WA7. Uitgegaan wordt
van een te bereiken diepte van -9,5 m NAP en een breedte van 86 meter en in de
bocht van 94 meter. De verdieping van de geul Westgat heeft een verwachte omvang van initieel 400.000 m3. Het zand zal worden toegepast binnen de strandsuppletie.
3 Vergunningplicht
De aangevraagde activiteit kan mogelijk de kwaliteit doen verslechteren van de volgende beschermde natuurwaarden:
Habitattype:
-
H1330A Schorren en zilte graslanden, subtype buitendijks (Waddenzee);
-
H2120 Witte duinen (Duinen Ameland en Waddenzee);
-
ZGH2120 Witte duinen (Duinen Ameland);
-
H2130A Grijze duinen, subtype kalkrijk (Duinen Ameland en Waddenzee);
-
H2130B Grijze duinen, subtype kalkarm (Duinen Ameland);
-
ZGH2130B Grijze duinen, subtype kalkarm (Duinen Ameland);
-
H2160 Duindoornstruwelen (Duinen Ameland en Waddenzee);
-
H2170 Kruipwilstruwelen (Duinen Ameland);
-
ZGH2170 Kruipwilstruwelen (Duinen Ameland);
-
H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos (Duinen Ameland);
-
H2180B Duinbossen, subtype vochtig (Duinen Ameland);
-
H2190Aom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen (Duinen Ameland);
-
H2190B Vochtige duinvalleien, subtype kalkrijk (Duinen Ameland en Waddenzee);
-
H2190C Vochtige duinvalleien, subtype ontkalkt (Duinen Ameland);
-
ZGH2190C Vochtige duinvalleien, subtype ontkalkt (Duinen Ameland)
-
H1110B Permanent overstroomde zandbanken (Noordzeekustzone).
Vogelrichtlijnsoorten: Steltlopers en schelpdier-etende duikeenden.
Baggeronderhoud
In de Noordzeekustzone wordt niet structureel gebaggerd in geulen. Baggerwerk
kan wel op ad hoc basis worden uitgevoerd. De onderhavige baggeractie is onderdeel van de suppletiewerkzaamheden en daarmee ad-hoc. Na afloop van de suppletiewerkzaamheden zal er geen onderhoud van de geul meer zijn. De geul zal zich, gezien de hoge morfologische dynamiek, zelf weer verondiepen in de maanden nadat het baggeren is gestaakt.
Schelpenbanken en habitattype H1110B
Het beheerplan Noordzeekustzone geeft aan dat baggeren mogelijk een effect heeft op onder meer het habitattype H1110B door veranderende sedimentatieprocessen en op schelpdier-etende duikeenden en op platen foeragerende steltlopers door verstoring en bedekking van voedsel met sediment.
De locatie waar de geleidegeul wordt gegraven is vanwege de sterke morfologische veranderingen niet geschikt voor de ontwikkeling van stabiele schelpenbanken. De condities voor schelpdierbanken in andere delen van het
Amelander Zeegat zijn geschikter. Die gebieden zijn om deze reden dan ook belangrijker als foerageergebied voor schelpdier-etende duikeenden dan de tijdelijk te verdiepen geul.
Op de locatie geul Westgat-Borndiep zijn geen (significante) effecten
van het verruimen van de geul op schelpenbanken van Spisula en Ensis, en
daarmee op habitattype H1110B en de betrokken vogelsoorten te verwachten.
Stikstofdepositie
Het graven vindt dichter bij de kust plaats hetgeen is vergund. Een nieuwe AERIUS berekening heeft plaatsgevonden.
4 Beoordeling
Ik stem in met de conclusie, zoals opgenomen in de aanvullende ecologische beoordeling, dat met de uitvoering van het baggeren van de geul een (significant) negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen is uit te sluiten.
Het project Strandsuppletie Ameland West is in bijlage 1 behorende bij artikel 2.5
van de Regeling natuurbescherming aangewezen als project in de zin van artikel 2.4 lid 1, Regeling natuurbescherming. Dit houdt in dat er binnen het Programma aanpak stikstof (hierna: PAS) reeds ontwikkelingsruimte voor dit project is gereserveerd.
Op 5 maart 2019 heeft een nieuwe berekening plaatsgevonden met AERIUS Calculator. Daaruit is gebleken dat de depositie als gevolg van de voorgenomen activiteit 3,63 mol/ha/j betreft. De stikstofdepositie is hiermee vergunningplichtig. De gereserveerde ontwikkelingsruimte voor dit project komt overeen met de hoeveelheid stikstofdepositie die het project per kalenderjaar op de onderscheiden hectares van de voor stikstof gevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten in de Natura 2000-gebieden Duinen Ameland en Waddenzee veroorzaakt.
Met het PAS, de gebiedsanalyse, de berekening met AERIUS Calculator en de registratie in AERIUS Register acht ik de stikstofdepositie als gevolge van deze activiteit voldoende passend beoordeeld. Ik deel deze gereserveerde ontwikkelingsruimte conform de berekening met AERIUS Calculator toe ter hoogte van de stikstofdepositie in het jaar waarin deze het hoogst is.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
drs. S.P. Band
MT-lid bij het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied
5 Bijlagen:
-
Memo Baggeren geul Ameland suppletie
-
Vaargeul-AML-Westgat_Combi-inpeiling-ontwerp_20190225_1 5000
-
154804_Vaargeul-AML-Westgat_DTM kaart_20190225_3 2500
-
154804-TM-COA-001_vaarrroute Westgat-onderbouwing VTW-003_Rev 1_getekend
-
PDF AERIUS Calculator
-
PDF AERIUS Register
6 Bezwaar
Tegen dit wijzigingsbesluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Afdeling Juridische Zaken
Postbus 40219
8004 DE Zwolle
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:
-
de naam en het adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en
-
de gronden van bezwaar.
Het is raadzaam een kopie van dit wijzigingsbesluit bij het bezwaarschrift te voegen.
7 Publicatie besluit
Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderhavig wijzigingsbesluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Wnb, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op http://vergunningenbank.overheid.nl/wet-natuurbescherming