Geachte heer/mevrouw,
Bij brief van 19 oktober 2012 verzoekt u mij om aan u een vergunning te verlenen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor de aanleg en exploitatie alsmede de eventuele verwijdering van twee elektriciteitsverbindingen vanaf het gemeenschappelijk aansluitpunt in de Eemshaven naar twee te realiseren windparken in de Noordzee, voor zover deze verbindingen zijn gelegen op Nederlands grondgebied.
Typhoon Offshore (hierna: 'Typhoon') heeft het voornemen door Buitengaats C.V. en ZeeEnergie C.V., voorgenoemde beide windparken te realiseren. Beide parken komen te liggen in de Nederlandse Exclusieve Economische Zone ('EEZ') - buiten de Nederlandse territoriale wateren. Voor de twee genoemde windparken tezamen wordt de projectnaam 'Gemini' gehanteerd.
De windparken hebben elk een geïnstalleerd vermogen van 300 MW: 75 turbines met een vermogen van 4 MW elk.
Aanvraag
Voor de windparken moeten twee elektriciteitsverbindingen naar het aansluitpunt op vasteland worden aangelegd om de opgewekte elektriciteit aan het bestaande elektriciteitsnet te kunnen leveren. De route die de bekabeling in de territoriale zee volgt, wordt aangeduid als de 'Ballonplaatroute'.
De voorliggende vergunningaanvraag heeft betrekking op het aanleggen, exploiteren en verwijderen van deze verbindingen, voor zover gelegen in territoriaal gebied.
Het tracé ten noorden van de Waddeneilanden gaat in principe buiten langs de begrenzing van het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. Vanwege technische redenen is het mogelijk dat de verbindingen toch voor een gering deel binnen de begrenzing moeten komen te liggen. De maximale lengte van het eventuele baggerwerk door het Natura 2000 gebied Noordzeekustzone (binnen de begrenzing) is ca. 400 meter.
1 Procedureel
De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I), thans het ministerie van Economische Zaken.
Op 19 oktober 2012 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 23 oktober 2012 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.
Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.
Bevoegdheid tot vergunningverlening
De voorgenomen activiteit valt onder artikel 2, sub 'j', van het Besluit vergunningenNb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594; gewijzigd per 1 oktober 2010, Stb. 2010, nr. 231), luidend: 'aanleg, uitbreiding en wijziging van hoogspanningsverbindingen met een spanning van 220 kV of hoger'.
2 Besluit
Ik ben voornemens u de gevraagde vergunning te verlenen, omdat ik van mening ben dat de betreffende activiteit, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden 'Waddenzee' en 'Noordzeekustzone' niet zal aantasten.
Tevens is met de inhoud van de betreffende passende beoordeling de zekerheid verkregen dat de aangevraagde activiteit de wezenlijke kenmerken van het beschermd natuurmonument Waddenzee niet zal aantasten.
Deze conclusie geldt nadrukkelijk met in acht neming van de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften en beperkingen.
Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag, de relevante wet- en regelgeving alsmede het van toepassing zijnde beleid verwijs ik naar bijlage 1 van dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen aan, waaronder een weergave van de ontvangen zienswijzen en mijn reactie hierop.
De aanvraag en de door u aangeleverde passende beoordeling maken integraal onderdeel uit van onderhavig besluit. Deze documenten zijn door u opgesteld en aan ons verstuurd. Ik voeg deze dan ook niet bij dit besluit. Bij strijdigheid van de inhoud van deze documenten met de onderstaande voorschriften en beperkingen, prevaleren deze laatste.
3 Voorschriften en beperkingen
Ter bescherming van de in de Natura 2000 gebieden 'Waddenzee' en 'Noordzeekustzone' en het beschermd natuurmonument Waddenzee aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.
Algemeen
-
Deze vergunning staat op naam van Buitengaats CV & ZeeEnergie CV.
-
Deze vergunning mag uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) een vergunninghouder of in opdracht van een vergunninghouder handelende (rechts)personen. De vergunninghouders blijven daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.
-
De in het vorig voorschrift genoemde personen dragen bij werkzaamheden een kopie van de beschikking bij zich en tonen deze op eerste verzoek aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren.
-
Het tijdstip waarop daadwerkelijk wordt gestart met werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de kabels in de territoriale zee wordt minimaal twee weken voor de aanvang ervan schriftelijk gemeld aan het Nb-wet team van DG Natuur & Regio (hierna: het Nb-wet team).
-
De vergunde activiteiten worden overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling - voor zover niet strijdig met deze voorschriften en beperkingen - uitgevoerd.
-
Het voornemen tot het uitvoeren van een activiteit in afwijking van de aanvraag wordt, naar de aard van de afwijking ofwel telefonisch ofwel schriftelijk, vier weken voorafgaand hieraan, gemeld aan het Nb-wet team. Uitvoering ervan kan uitsluitend plaatsvinden na verkregen schriftelijke instemming van het bevoegd gezag.
-
Van opgetreden incidenten wordt terstond, doch in ieder geval binnen een week na optreden, melding gedaan aan het Nb-wet team onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incidenten wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis, waarbij onbedoeld schadelijke stoffen in het milieu vrijkomen, dan wel waardoor anderszins schade aan de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied kan worden toegebracht'.
-
Vergunninghouders zijn verplicht de eventuele verontreiniging direct te (laten) verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen.
-
Alle door of namens de DG Natuur & Regio te geven aanwijzingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd.
Nadere inhoudelijke voorschriften
-
Vergunninghouders zorgen ervoor dat zij tijdens aanleg, onderhoud / herstel of verwijdering van de kabels - indien en voor zover nodig - onverwijld kunnen beschikken over onmiddellijk voor gebruik gereed zijnde middelen ter bestrijding van de gevolgen van een calamiteit. Hiertoe behoort ook het opruimen en verwijderen van ongewild te water raken van verontreinigde of verontreinigende stoffen.
-
De lichtbelasting afkomstig van het convertorstation bedraagt minder dan
0,1 lux op de grens van het Natura 2000-gebied Waddenzee. Uitzondering op dit voorschrift betreft de situatie waarbij veiligheid of calamiteiten tijdelijk andere lichtbronnen vereisen.
-
Ter voorkoming van verstoring van zeehonden is het in de periode tussen
15 mei en 1 september niet toegestaan te werken in de tijdelijk gesloten gebieden.
-
De jaarlijkse surveys binnen Natura 2000-gebied Waddenzee kunnen alleen worden uitgevoerd buiten de periode 15 mei en 1 september. Het moment van uitvoeren van de surveys dient minimaal 2 weken voorafgaand te worden gemeld aan MS Harder. De uitkomsten van de surveys dienen maximaal 2 maanden na uitvoering daarvan te worden overlegd aan het Nb-wet team.
-
Ter voorkoming van verstoring van zeehonden buiten de tijdelijk gesloten gebieden als gevolg van werkzaamheden (inclusief de survey's) dient, bij eventueel op de droogvallende platen aanwezige rustende zeehonden, een verstoringsafstand van 1.200 m in acht te worden genomen.
-
Voorafgaand aan het bepalen van het definitieve tracé in het gebiedsdeel bij de kruising van de Ra, dient conform voorschrift 16 eerst een werkplan voor dit gebied ter schriftelijke instemming aan het bevoegd gezag te worden voorgelegd.
-
Ter invulling van bovenstaande voorschriften wordt een werkplan ter schriftelijke instemming van het Nb-wet team, minimaal vier weken voor de daadwerkelijke aanvang van de werkzaamheden overgelegd.
-
Voor verwijdering van de kabels dient minimaal vier weken voor daadwerkelijke aanvang, ter schriftelijke instemming een werkplan te worden ingediend bij het Nb-wet team. Uitgangspunt daarbij is het behoeven te baggeren.
-
Gedurende de werkzaamheden binnen de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone dient, door middel van het toezenden van een wekelijkse planning aan het toezichtsvaartuig MS Harder, te worden gemeld binnen welke tijdsbestekken op welke locaties en met welke vaartuigen (onder vermelding van scheepsregistratiegegevens) zal worden gewerkt alsmede met welke andere machines daarbij gebruikt zullen worden.
-
In het op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 gesloten gebied tussen KP9 en KP17 zullen, ook bij eventuele verschuiving van de aanlegperiode, geen werkzaamheden worden uitgevoerd tussen 15 mei en 1 september.
-
Het piekbronvermogen door het heien ten behoeve van het convertorstation mag de waarde van 131 dB(A) (LWAmax) niet overschrijden.
-
Er wordt een registratie bijgehouden van het baggerwerk. In deze registratie wordt in elk geval bijgehouden de omvang van het baggerwerk in relatie tot de locatie. Tevens wordt aangegeven welk deel van het gebaggerde sediment weer is teruggelegd in de geul en welk deel van het sediment naast de geul wordt achtergelaten. Deze registratie wordt maandelijks voorgelegd aan het Nb-wet team;
-
Vergunninghouder draagt er zorg voor dat de in de aanvraag benoemde maximale baggervolumes niet worden overschreden.
De maximale gebaggerde hoeveelheden worden daartoe tevens opgenomen in de registratie als bedoeld in voorschrift 21.
-
Bij ontmanteling en verwijdering van de kabels dient minimaal een maand voorafgaand aan de werkzaamheden een werkplan te worden overgelegd. In dit werkplan dient een gedetailleerde beschrijving van het te gebruiken materieel en werkwijze per tracedeel te worden opgenomen. Uitvoering van de werkzaamheden is toegestaan na schriftelijke instemming van het Nb-wet team.
Het wijzigen of intrekken van de vergunning
-
De voorschriften en beperkingen waaronder deze vergunning is verleend, kunnen worden gewijzigd of aangevuld indien naar het oordeel van het bevoegd gezag, de vergunde activiteiten andere of nadeliger gevolgen hebben voor de relevante beschermde waarden dan zoals beschreven in de bij de aanvraag gevoegde passende beoordeling.
-
Indien op enig moment mocht blijken dat de vergunde activiteiten zodanige schade aan de relevante beschermde waarden dreigen toe te brengen en het geven van aanwijzingen, het wijzigen of aanvullen van de voorschriften of beperkingen deze schade niet kan voorkomen, dan kan deze vergunning (gedeeltelijk) worden ingetrokken.
-
Voordat tot wijziging van vergunningvoorschriften of (gedeeltelijke) intrekking van de vergunning wordt overgegaan, worden de vergunninghouders in de gelegenheid gesteld zienswijzen naar voren te brengen (tenzij spoedeisendheid onmiddellijke intrekking c.q. wijziging noodzaakt).
Toezicht
-
De vergunninghouders geven, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan aangewezen toezichthouder(s).
Looptijd/geldigheid
-
De vergunning is geldig van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 voor de aanlegfase (als omschreven in bijlage 1 onder 'de aanvraag'). Voor verlenging van deze periode is de voorafgaande schriftelijke instemming (een verlengingsbesluit) van het bevoegd gezag noodzakelijk; een noodzaak tot actualisatie van de passende beoordeling kan daarbij aan de orde zijn.
-
Voor de exploitatiefase en de eventuele verwijdering van de kabel(s) is de vergunning geldig voor onbepaalde tijd. Ingeval van verwijdering kan actualisatie van de passende beoordeling aan de orde zijn.
-
Deze vergunning vervalt wanneer binnen drie jaar nadat zij onherroepelijk is geworden daarvan geen gebruik gemaakt is.
-
Het niet naleven van de voorschriften van deze vergunning kan, naast eventuele strafvervolging, intrekking van de vergunning tot gevolg hebben.
Beroep
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze over het ontwerp van dit besluit naar voren heeft gebracht.
Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepgronden meer worden aangevoerd. Het wordt aanbevolen in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
Sharon A.M. Dijksma
Staatssecretaris van Economische Zaken
Bijlage: Inhoudelijke overwegingen