Onderwerp: Bezoek-historie

Oorlog!

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Column

Oorlog!

Door brigade-generaal professor dr. P.A.L. Ducheine

Mijn vorige column in deze onregelmatig verschijnende rubriek droeg de titel 'Oorlog?' en mijn observatie – of stelling – was dat 'Nederland […] een merkwaardige verhouding met oorlog [heeft]'. Hetgeen vorige maand andermaal bleek. Laat me dat uitleggen.

Na recente discussie over een bombardement in juni 2015 op een explosievenessemblagefaciliteit (mooi woord voor galgje) van Da'esh, in de pers en parlementaire geschiedenis kort samengevat als 'ISIS-bommenfabriek', waar bij de succesvolle aanval – anders dan kennelijk voorzien – ook burgerslachtoffers vielen, heb ik besloten deze column blijvend aan oorlog te wijden. Anders dan de vorige keer treft u nu geen vraagteken ? maar een uitroepteken ! als toevoeging aan.

Deze discussie over de luchtaanval in Hawija (Irak) toont aan dat mijn observatie over oorlog nog immer stand houdt. Anders dan ik als militair en jurist verwachtte, liep de discussie over het bombardement in pers en parlement vooral over de kwestie of de Tweede Kamer tijdig en juist op de hoogte was gebracht over de burgerslachtoffers.

En niet over de vraag of die aanval rechtmatig was geweest. Rechtmatigheid die naar de normen van het oorlogsrecht moet worden bepaald. Want (zie mijn vorige column): we waren immers 'in oorlog' met ISIS. Concreet: de strijd tegen Da'esh in 2014-2015 is een gewapend conflict en bij aanvallen tegen Da'esh moeten de (gewoonterechtelijke) regels voor doelbestrijding c.q. targeting uit het oorlogsrecht worden toegepast.

Wie de scoop van Jannie Schipper en Kees Versteegh in NRC Handelsblad er nog eens bij pakt,1 is waarschijnlijk ook onder de indruk van de menselijke kant in het artikel. En het is volstrekt terecht dat aan de effecten van militaire inzet aandacht wordt besteed. Want: de krijgsmacht is een geweldsinstrument in handen van de staat en de consequenties van geweldgebruik moeten verantwoord worden.

Onder het kopje 'Regels van het oorlogsrecht' volgt echter een even korte als belangrijke conclusie: 'in drie van de vier gevallen ['[de] eerste van de vier beschreven gevallen toont sterke gelijkenis met de gebeurtenissen in Hawija van juni 2015'] is inderdaad sprake van burgerslachtoffers, concludeert het OM – om eraan toe te voegen dat de regels van het oorlogsrecht zijn gevolgd. Het OM besluit niemand te vervolgen.'

Ook in de vervolgpublicaties van de journalist(en) is andermaal veel aandacht voor het leed dat met de aanval gepaard ging.2 Maar verbazingwekkend genoeg was er nauwelijks aandacht voor het normatieve kader – het oorlogsrecht - en de vraag of de aanval rechtmatig was. Terwijl de (nabestaanden van) slachtoffers wel op zoek zijn naar het antwoord op die vraag, die overigens door het OM alvast is beantwoord. Via advocate Liesbeth Zegveld lijken de eerste stappen daartoe gezet, inclusief een mogelijk verzoek om compensatie.3

Het gebrek aan inzicht in het oorlogsrechtelijke kader, alsmede de voorspelbare publieke en politieke verontwaardiging, brachten mij ertoe een tweet-draadje aan dit normatieve kader te wijden.4 Mijn idealistische en professionele doel was een aantal lezers/volgers deelgenoot te maken van die targeting regels. En en passant daarmee mogelijke ongenuanceerde uitingen in parlement en media te voorkomen.

Ik wil hier graag dat 'draadje' herhalen. Uiteraard is het summier en moest ik het met nabranders aanvullen.

@PaulDucheine 19-10-2019
Als militair jurist een paar kanttekeningen. Een aantal zal ze cru en ongepast vinden (want 'technocratisch' en/of juridisch). Desondanks:
A Oorlog is cru, bevat geweld, lijden is niet te vermijden

B Oorlog is realiteit

C De krijgsmacht is een machtsinstrument van Nederland

D De krijgsmacht gebruikt geprivilegieerd geweld

E Het oorlogsrecht erkent dat, maar tracht onnodig lijden te beperken

F De krijgsmacht legt over geweldgebruik verantwoording af

G O.a. door meldingen aan de @marechaussee onder gezag van @Het_OM

H Zo nodig wordt vervolging ingesteld

I Daarbij gaat het om een beoordeling de besluitvorming bij aanvallen (bv bombardement) VOORAF (ex ante)

J Niet dus wat in hindsight (ex post) blijkt

K Waarbij alleen 'military objectives' mogen worden aangevallen

L Dat kunnen strijders zijn of objecten (bv munitiedepot)

M En als Collateral Damage aan burgers of civiele objecten voorzien wordt

N Moet getracht worden die te beperken (bv met precisie wapens)

O Als collateral damage ook na aanpassing van middelen/methoden nog steeds verwacht wordt

P Moet een ultieme disproportionaliteitstoets gesteld worden

Q Dan wordt VOORAF het verwachte militaire voordeel ingeschat

R En afgewogen tegen de verwachte nevenschade

S als de collateral damage excessief wordt ingeschat t.o.v. het militaire voordeel

T dan mag de aanval niet op die wijze worden uitgevoerd

Mind you!

U Excessief (disproportioneel) is niet hetzelfde als extensief (veel)

V Het oorlogsrecht accepteert dus een zekere hoeveelheid voorziene nevenschade

W 'Nevenschade' die achteraf groter blijkt dan vooraf ingeschat is GEEN oorlogsrechtelijk beoordelingspunt.

X Het gaat er om wat VOORAF op grond van de info van toen werd ingeschat

Ik erken:

Y Dat is cru en technocratisch

Z Maar dit is het recht (alle leed ten spijt).

Toch nog paar nabranders:

AA Het oorlogsrecht verplicht niet tot schadevergoeding voor rechtmatige aanvallen

BB Staten (gastland of coalitie) vergoeden desondanks vaak schade (ex gratia) onverplicht

CC Nabestaanden of slachtoffers spraken dan Staten aan

DD voor schadevergoeding moet je dus bij Staten zijn

EE Bij onrechtmatige aanvallen kunnen militairen en hun commandanten of superieuren strafrechtelijk aangesproken worden

FF Het Openbaar Ministerie besluit daartoe (evt na een aangifte)

GG Rechtbank en gerechtshof oordelen

HH Het aanspreken van Staten is via oorlogsrecht dus lastig en daarom zoeken slachtoffers en hun advocaten soms de 'route' via strafrecht (en dus via individuele militairen) en mensenrechten hun recht.

Het draadje werd tot op het moment van het schrijven van deze column – zonder reclame inspanningen – 36.339 maal bekeken en leidde tot ruim 2000 interacties.5 Met het overnemen van dit twitter-feuilleton in deze column los ik op de eerste plaats een belofte in aan de jonge doctor, Jeroen van den Boogaard, die recent op het centrale onderwerp 'proportionaliteit' aan de leerstoel Militair Recht van de Universiteit van Amsterdam promoveerde:6 'Je zou dit eigenlijk op moeten schrijven' zei hij via @JeroenCBoo. Ik beloofde dat. Waarschijnlijk nog niet op de manier zoals hij bedoelde, maar dit is een eerste stap.

Ik los mijn belofte aan Jeroen om twee redenen in. Enerzijds als militair door verantwoording over geweldgebruik in een juist kader te plaatsen. En anderzijds door mijn 'verplichtingen die [de doctorsgraad] oplegt jegens de wetenschap en de samenleving' in te lossen.

Oorlog! wordt dus de vaste titel van deze onregelmatig verschijnende column. Wellicht hoef ik weinig te schrijven. Ik vrees echter het ergste. Ik baseer me daarbij op (het slot van) de oratie van mijn collega commodore prof Frans Osinga bij de aanvaarding van het bijzonder hoogleraarschap Krijgswetenschappen aan de Universiteit Leiden:7 'oorlog [is] historisch gezien de norm [..] en vrede een recente fragiele uitvinding en historische uitzondering. Oorlog, zo vrees ik, heeft een rooskleurige toekomst.'

We kunnen er maar beter op voorbereid zijn! Bijvoorbeeld door de vele kwesties rondom oorlog openlijk te bespreken.

Naar boven