Onderwerp: Bezoek-historie

IM Erelid No Dörenberg

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

IN MEMORIAM GENERAAL-MAJOOR BD A.J.T. DÖRENBERG (1932-2018)

Op 27 januari jl. overleed generaal-majoor b.d. van de Koninklijke Luchtmacht mr. A.J.T. (No) Dörenberg. Hij bereikte de leeftijd van 85 jaar. Hij werd in 1985 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.

 

Van gewoon dienstplichtig soldaat, in opleiding genomen voor schrijver (1952), via een verbintenis als kvv-officier, gevolgd door de benoeming tot officier voor speciale diensten en een studie Nederlands recht op rijkskosten aan de  aan de Rijksuniversiteit Leiden, tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof in de rang van generaal-majoor. Voorwaar een schitterende  carrière voor een alom gewaardeerd collega, scherpzinnig jurist en voorbeeldig militair.

 

Na zijn rechtenstudie vervolgde generaal Dörenberg zijn loopbaan als administratief- en later personeelsofficier. Hij werkte bij de Afdeling Rechtstoestand van de DOOPKLu  en was Chef Personeelsdienst van de Vliegbasis Twente. Daarna vervulde hij bij het Directoraat Generaal Personeel als kolonel de functie van Hoofd Afdeling Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel en als commodore de functie van Directeur Militaire Personeelszaken. Hij sloot zijn carrière af als lid van het HMG. Vanuit zijn functie bij het HMG ging hij in 1991 met functioneel leeftijdsontslag.

 

Kort daarna trad hij toe tot het bestuur van de Koninklijke Vereniging van Eervol Ontslagen Officieren, waar hij gedurende vijf jaar de functies van bestuurslid en vervolgens voorzitter vervulde. Bij zijn aftreden in 2003 werd hij wegens zijn grote verdiensten tot erelid van deze vereniging benoemd.

 

Generaal Dörenberg stond alom bekend als een autoriteit op het gebied van ambtenarenrecht en arbeidsvoorwaarden. Hij bezat daarnaast brede belangstelling voor uiteenlopende rechtsgebieden. Hij schreef artikelen over de rechtspositie van de militair, de juridische aspecten van vredesoperaties, en de rechten van de mens in de krijgsmacht. Hij was van 1985 tot 1994 Vice-President van de International Society for Military Law and the Law of War (ISMLLW), waarvan hij vanaf 1994 Honorary President was. Hij was voorzitter van de Militair Rechtelijke Vereniging en zat tevens in de redactie van het Militair Rechtelijk Tijdschrift. Daarvoor schreef hij artikelen en annoteerde hij vonnissen. Terwijl hij actief was voor de KVEO was hij ook lid van de Krijgsraad en trad hij op als Plaatsvervangend lid van de Centrale Raad van Beroep, Rechter-plaatsvervanger van de Rechtbank in Utrecht en Raadsheer-plaatsvervanger van de Centrale Raad van Beroep. Daarnaast was hij jager en juridisch adviseur van de Luchtmacht Jagers Vereniging en voorzitter van de Auto Hobbyclub op de Vliegbasis Ypenburg. Dat laatste niet omdat hij zoveel verstand had van auto’s, maar omdat de club om tactische redenen altijd een generaal als voorzitter koos.

 

Generaal Dörenberg was een belezen, erudiete,  ruimdenkende man, een innemende, aimabele persoonlijkheid, een man zonder kapsones, wars van uiterlijk vertoon, zeer benaderbaar voor iedereen, steeds bereid advies te geven of hulp te verlenen. Hij had een sterk normbesef, onder meer tot uitdrukking komend in de wijze woorden die hij bij gelegenheden als vader, als officier en als rechter sprak: “Tussen zwart en wit zit altijd een beetje grijs, maar uiteindelijk is er een scherpe lijn tussen kwaad en goed. Als je daar overheen gaat kun je moeilijk terug.”  

 

(Met dank aan kolonel Klu b.d. M. Halma, Secretaris KVEO)

Naar boven