Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling vervoer om sociaal/medische redenen en/of re-integratie
Geldigheid:07-04-2015 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling vervoer om sociaal/medische redenen en/of re-integratie

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
01-11-15DAOGBS201501870501-10-15

Referte: A. DP 40-10 Regeling 2250 Patiëntenvervoer

1. Algemeen

In aanvulling op het gestelde DP 40-10/2250 Patiëntenvervoer bestaat de mogelijkheid voor defensiemedewerkers die om sociaal/medische redenen in het kader van re-integratie bij ziekte tijdelijk niet in staat zijn om zelfstandig te reizen van huisadres naar de plaats van tewerkstelling, vervoersfaciliteiten door zorg van Defensie in te zetten.

Het is aan de commandant of, na overdracht aan het Dienstencentrum Re-integratie (DCR) om invulling te geven aan de re-integratie. Binnen dit kader is het wenselijk dat een medewerker zoveel als mogelijk passende werkzaamheden verricht. Daarbij kan het voorkomen dat een medewerker niet zelfstandig of met openbaar vervoer kan reizen, dit ter beoordeling van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts stelt hiertoe een verklaring op. Met deze verklaring kan de commandant of de casemanager van het DCR indien er geen dienstvervoer beschikbaar is een vervoersaanvraag indienen bij het CDC/DF&L/DVVO.

Deze regeling is van toepassing op de bij het Ministerie van Defensie tewerkgestelde defensieambtenaren die tijdelijke vervoersfaciliteiten op basis van sociaal/medische redenen i.h.k.v. hun re-integratie nodig hebben.

2. Definities

  1. Defensieambtenaar: de bij het Ministerie van Defensie aangestelde burgerlijke- en militaire ambtenaar;
  2. Huisadres: adres waar de defensieambtenaar volgens de Basisregistratie Personen staat ingeschreven;
  3. Plaats van tewerkstelling: de locatie waar de defensieambtenaar de opgedragen werkzaamheden verricht.

3. Aanvraag en inzet vervoer

  1. De medewerker, waarbij is vastgesteld dat men niet zelfstandig of met openbaar vervoer kan reizen, verzoekt zijn commandant om toekenning van vervoersfaciliteiten indien de mogelijkheid tot het verrichten van (aangepaste) arbeid is vastgesteld. De bedrijfsarts draagt zorg voor het afgeven van een verklaring t.b.v. de commandant van betrokkene.
  2. Bij het inzetten van vervoersfaciliteiten om sociaal medische redenen i.h.k.v. re-integratie draagt de bedrijfsarts of het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DCBMW) zorg voor het afgeven van een verklaring t.b.v. de commandant van betrokkene.
  3. De commandant van de defensieambtenaar draagt zorg voor het faciliteren van vervoer tussen huisadres en de plaats van tewerkstelling. Indien de inzet van vervoersfaciliteiten van Defensie noodzakelijk is op basis van een verklaring van de bedrijfsarts of het DCBMW, en er geen gebruik gemaakt kan worden van de vervoersfaciliteiten die de commandant ter beschikking heeft, wordt de aanvraag bij de DVVO ingediend.
  4. De aanvraag geldt voor een maximale termijn van telkenmale drie maanden. Toewijzing van het vervoer zal telkenmale eindigen met het verlopen van de periode van drie maanden. Indien na deze periode de vervoersfaciliteiten nog noodzakelijk zijn op basis van een verklaring van de bedrijfsarts of DCBMW, dan kan een nieuwe aanvraag worden ingediend bij de DVVO, nadat de commandant opnieuw heeft vastgesteld niet over eigen middelen te beschikken. De maximale periode van de vervoersfaciliteiten is gelimiteerd tot een jaar te rekenen vanaf de dag waarop de vervoersfaciliteit ter beschikking is gesteld.
  5. In geval van re-integratie is de commandant of, na overdracht het DCR (na ontvangst van de verklaring van de bedrijfsarts of DC BMW) aanvraag gerechtigd voor de vervoersfaciliteiten van de DVVO.
  6. DVVO of een door hen ingehuurde externe vervoerder voert de opdracht uit.  
Naar boven