1. Ten aanzien van voertuigen die worden gebezigd ten behoeve van de strijdkrachten, gelden van het bepaalde bij de
Wegenverkeerswet 1994 de
artikelen 1, eerste tot en met derde lid,
2, 5, 6, 7, 8, 9, eerste lid, 10, 11, 12, 13, 20, 146, 147, 149, 150, 151, 159, 160 voor wat betreft de in het eerste lid bedoelde verplichting tot het stilhouden van een motorrijtuig en het vierde tot en met zesde lid, 162, 163, 165, 168, 169, derde lid, 175, 176, 177, 178, 179, met uitzondering van het zevende lid, 180, eerste tot en met derde lid, 181, 184, 185 en 188.
relaties0