Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel arbeidsduurverkorting burgerlijke ambtenaren defensie
Geldigheid:05-09-2005 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel arbeidsduurverkorting burgerlijke ambtenaren defensie

Doelstelling: bekendmaking van beleid

Juridische grondslag: artikel 30b van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
03-11-98 DAVB  P/98006986 03-11-98
14-07-01DAVBP/2001004714Art. 2, 4 en (nw) 9a01-07-01
06-04-05HDPP/2005003699Artikel 1, 3 en 4, 1e lid01-01-05
24-05-06HDPP/2006016331Art. 1, 2, 3, 4, 7 en 805-09-05

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. commandant: de commandant als bedoeld in de Regeling aanwijzing commandanten defensie; b. de ADV: de arbeidsduurverkorting; c. het hoofd defensieonderdeel: het hoofd defensieonderdeel als bedoeld in artikel 3, eerste lid onderdeel b van het BARD.

Artikel 2 ADV-varianten

1. ADV vormt een integraal onderdeel van het rooster en mag derhalve niet worden beschouwd als een vorm van vakantieverlof. Met toepassing van week-, maand- of jaarvariant moet op week-, maand-, respectievelijk jaarbasis de gemiddelde arbeidsduur per week worden gerealiseerd waarop het rooster is vastgesteld.

2. De ADV dient te worden gerealiseerd volgens één van de volgende varianten.

  1. de meerjaren variant. Het gaat bij deze variant om een afspraak tussen het bevoegd gezag en medewerker om ADV-dagen te sparen om deze op een ter gelegenheid van die afspraak vastgesteld tijdstip aaneengesloten op te nemen. Dit tijdstip dient binnen een afzienbare periode te liggen. Jaarlijks kan maximaal worden gespaard het aantal ADV-dagen waarop de ambtenaar in enig jaar recht heeft onder aftrek van de jaarlijks eventueel af te trekken collectieve roostervrije dagen die ten laste van het "ADV-tegoed" komen. Indien de ambtenaar voortijdig met ontslag gaat dienen de gespaarde dagen alsnog te worden opgenomen. ADV-dagen kunnen alleen worden gespaard als dit vooraf in het kader van de meerjaren variant is afgesproken. In andere gevallen is het niet mogelijk om niet genoten ADV-dagen over te boeken naar volgende jaren.
  2. de jaarvariant. In deze variant is in feite sprake van een handhaving van de 40-urige werkweek. Op jaarbasis ontstaat een aanspraak op 12 ADV-dagen (96 ADV-uren). Deze dagen zijn niet vrij opneembaar, maar na overleg door de commandant vast te stellen.
  3. de maandvariant. Ook in deze variant is in feite sprake van een handhaving van de 40-urige werkweek. Ter compensatie wordt om de week een vrij dagdeel (ochtend of middag) dan wel eens per 4 weken een gehele vrije dag ingeroosterd. Bij de toepassing van deze variant mogen op jaarbasis niet meer dan 96 ADV-uren worden ingeroosterd.
  4. de weekvariant. In deze variant is er sprake van verkorting van de werkweek tot 38 uur. Aangezien echter wordt vastgehouden aan een 8-urige werkdag zal iedere week 2 uur compensatie plaats moeten vinden. Bij de toepassing van deze variant mogen op jaarbasis niet meer dan 96 ADV-uren worden ingeroosterd.

Artikel 3 Decentrale randvoorwaarden

Voor elk defensieonderdeel kunnen door het hoofd defensieonderdeel na overleg met de respectievelijke bijzondere commissies randvoorwaarden worden gegeven voor de invulling van de ADV

Artikel 4 Collectief ingeroosterde ADV-dagen

1. In het sectoroverleg Defensie is overeengekomen dat het hoofd defensieonderdeel zonder overleg met de respectievelijke bijzondere commissie maximaal 3 ADV-dagen per jaar collectief voor zijn ressort kan inroosteren. 2. Als het hoofd defensieonderdeel collectief ADV-dagen inroostert, behoeven de deelnemers aan de Partiële arbeidsparticipatie senioren (PAS) en de ambtenaren die in het kader van de met hen overeengekomen rooster geen aanspraak hebben op ADVdagen de collectief ingeroosterde ADV-dagen niet te compenseren. 3. Ingeval voor een onderdeel één of meer ADV-dagen zijn aangewezen gelden de volgende richtlijnen bij ontslag, respectievelijk bij indiensttreding in de loop van de periode waarop de ADV van toepassing is:

    b. bij indiensttreding wordt de aan betrokkene naar evenredigheid toekomende ADV in eerste aanleg bestemd voor de eventueel verplicht aangewezen dag/data. Voor zover het aantal verplicht aangewezen dagen ADV voor het resterende deel van het jaar het aantal naar evenredigheid toegewezen dagen voor het resterende deel van het jaar overschrijdt, geniet betrokkene de aangewezen ADV-dagen vrij van dienst zonder nadere beperkingen van de verlofaanspraken.

    Artikel 5 ADV en ziekte

    De omstandigheid dat de ADV deel uitmaakt van de rooster heeft tot gevolg dat ingeval van ziekte gedurende een dag/dagdeel/uren waarop vrij van dienst is vanwege ADV, geen aanspraak bestaat op enige compensatie. Wordt ADV verroosterd volgens de jaarvariant of de meerjarenvariant, dan wordt in elke aaneengesloten ziekteperiode van 30 dagen geacht ten minste één ADV-dag/8 uren te zijn verroosterd.

    Artikel 6 ADV en vakantie

    Op dagen/dagdelen/uren waarop ADV is ingeroosterd wordt geen verlof opgenomen. In de weekvariant bijvoorbeeld wordt zo voor een vakantiedag 8 uren van het verlofsaldo afgeboekt, tenzij het de dag betreft waarop de twee uren ADV waren verroosterd, in welk geval 6 uren vakantieverlof worden afgeboekt.

    Artikel 7 ADV en deeltijd

    1. Tussen de commandant en de (burger)ambtenaar met een deeltijdaanstelling kunnen individuele afspraken worden gemaakt over arbeidsduurverkorting, waarbij op jaarbasis tot ten hoogste 96 uren arbeidsduurverkorting mogen worden ingeroosterd.

    2. Bij individuele afspraken die gemaakt worden tussen de commandant en de (burger)ambtenaar met een deeltijdaanstelling over arbeidsduurverkorting zijn de in deze beleidsregel opgenomen bepalingen naar evenredigheid van de voor de ambtenaar geldende rooster van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 8 ADV en ouderschapsverlof

    Bij individuele afspraken die gemaakt worden tussen de commandant en de (burger)ambtenaar over ouderschapsverlof kan overeengekomen worden dat geen ADV wordt opgebouwd.

    Artikel 9 Intrekking

    De Circulaire arbeidsduurverkorting van 24 maart 1994, nummer PAV360619400881, wordt ingetrokken.

    Artikel 9a Grondslag

    Met ingang van 1 juli 2001 berust deze beleidsregel op artikel 30b van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.

    Artikel 10 Inwerkingtreding

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening.

    Artikel 11 Citeertitel

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel arbeidsduurverkorting burgerlijke ambtenaren defensie.

    Naar boven