Onderwerp: Bezoek-historie

Instelling paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI
Geldigheid:07-03-2015 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Instelling paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI

 

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
27-02-15HDPBS/201500560307-03-15

 

Gelet op

  • de vragen die zijn gerezen over de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik van CARC en chroom VI houdende stoffen bij defensie
  • het onderzoek dat door het RIVM uitgevoerd wordt
  • de wens van de centrales van overheidspersoneel betrokken te worden bij het onderzoek
  • gelet op de toezegging aan de Kamer ten aanzien van de onafhankelijke uitvoering van het onderzoek
  • de wens dat de commissie de minister in haar rol als formeel opdrachtgever adviseert opdat het onderzoek op een professionele en onafhankelijke wijze wordt aangestuurd
  • de onafhankelijkheid en integriteit van de betrokken onderzoeksinstellingen

Artikel 1 Instelling en samenstelling

1. Ingesteld wordt met ingang van 1 maart 2015 de paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI, hierna te noemen: de commissie.

2. De commissie bestaat uit;

  1. een onafhankelijke voorzitter, niet verbonden aan het ministerie van Defensie of de centrales van overheidspersoneel;
  2. een onafhankelijke deskundige, niet verbonden aan het ministerie van Defensie of de centrales van overheidspersoneel;
  3. vier leden en vier plaatsvervangende leden, benoemd door de minister van Defensie;
  4. vier leden en vier plaatsvervangende leden, benoemd door de minister van Defensie op voordracht van de centrales van overheidspersoneel;
  5. een vertegenwoordiger van het RIVM als toehoorder.

3. De commissie wordt ondersteund door een onafhankelijk secretariaat, verbonden aan het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

4. De commissie kan deskundigen van onderzoeksinstituten, of andere deskundigen van binnen of buiten Defensie uitnodigen om als adviseur of als toehoorder deel te nemen aan de vergaderingen van de commissie.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

1. Ten aanzien van de onderzoeken die betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik van chroom VI houdende stoffen binnen Defensie in het algemeen heeft de commissie de volgende taken;

  1. het adviseren van de minister ten aanzien van: (1) het afbakenen en uitbreiden van de opdracht; (2) de consequenties van de uitkomsten van de onderzoeken, inclusief structurele ARBO-zaken gerelateerd aan de problematiek van het gebruik van chroom VI houdende stoffen bij Defensie;
  2. het adviseren van de betrokken onderzoeksinstellingen ten aanzien van de onderzoeksplannen, inclusief de kwaliteitsaspecten daarvan;
  3. het vaststellen van de onderzoeksvragen;
  4. het prioriteren van de deelonderzoeken;
  5. het bewaken van het proces van het onderzoek en het bevorderen van de voortgang van het onderzoek, zonder de onafhankelijke uitvoering te beïnvloeden;

2. De commissie heeft de volgende overige taken;

  1. het informeren over de voortgang en de uitkomsten van de onderzoeken van de voorzitter en de leden van het Sector Overleg Defensie en de bevoegde medezeggenschapscommissies;
  2. het adviseren van de voorzitter en de leden van het Sector Overleg Defensie over rechtspositionele aangelegenheden die een relatie hebben met de problematiek van de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik van chroom VI houdende stoffen bij Defensie.

3. De commissie is voorts bevoegd tot;

  1. het bevragen van het dienstonderdeel van defensie dat met de ondersteuning van het onderzoek is belast;
  2. het aansturen van de dienstverlening door het CAOP als informatiepunt;
  3. het vragen om inlichtingen en advies aan (voormalig) defensiepersoneel, externe deskundigen, of andere relevante personen en onderzoeksinstituten in het kader van de problematiek van het gebruik van chroom VI houdende stoffen bij Defensie.

Artikel 3 Kosten en vergoedingen

1. De voorzitter en externe adviseurs van de commissie worden bezoldigd op basis van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies (2009), waarbij geldt dat de commissie wordt aangemerkt als een zware commissie in de zin van die regeling.

2. De leden hebben daarnaast recht op een vergoeding wegens reiskosten en verblijfkosten overeenkomstig het Besluit dienstreizen Defensie voor zover deze niet onder een regeling uit de eigen organisatie worden vergoed.

3. Kosten die de commissie maakt ten behoeve van de uitoefening van haar taken komen ten laste van het Ministerie van Defensie.

Artikel 4 Werkwijze

De commissie stelt zijn eigen interne werkwijze vast.

Artikel 5 Opheffing

De commissie wordt opgeheven zodra de opdracht is voltooid.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Naar boven