Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel werk- en rusttijden Defensie (BWRD)
Geldigheid:05-09-2005 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Juridische grondslag:

  • Hoofdstuk 7 Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR)
  • Hoofdstuk 4 Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD) 
Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
07-08-03DAVBP/2003005077 07-08-03
10-11-04HDPP/2004008972Bijlage10-11-04
24-05-06HDPP/2006016331Art. 1, 4, 6, 7, 9 en 1105-09-05

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. De begripsbepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 1 en 54a AMAR en artikel 30a BARD, zijn van toepassing op deze beleidsregel.

2. Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  1. commandant:
    de commandant als bedoeld in de Regeling aanwijzing commandanten defensie;
  2. defensieambtenaar:
    de militair in werkelijke dienst, of de ambtenaar in burgerlijke openbare dienst aangesteld bij het Ministerie van Defensie;
  3. hoofd defensieonderdeel:
    het hoofd defensieonderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder i, van het AMAR en artikel 3, eerste lid, onder b, van het BARD.

Hoofdstuk 2 Werk- en rusttijden

Artikel 2 Diensten

In de bijlage is een opsomming opgenomen van diensten als bedoeld in artikel 54a, onder b AMAR.

Artikel 3 Roosters

Roosters als bedoeld in artikel 54a, onder e, AMAR, en artikel 30a, onder c, BARD, worden onderscheiden in:

  1. rooster van werkzaamheden, bestaande uit:
    (1) dagdienstrooster: het dagdienstrooster bevat een schema met tijdstippen van aanvang en einde van: de dagelijkse werk- en rusttijden, pauzes en consignatie. De werktijden zijn zoveel mogelijk gelegen in de periode van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur;
    (2) continu- en ploegendienstrooster (CP-rooster): het rooster van continu- of ploegendienst bevat de regelmatig wisselende tijdstippen van aanvang en einde van: de werk- en rusttijden, de pauzes en consignatie. De werktijden kunnen zijn gelegen buiten de periode 07.00 uur en 18.00 uur. Ook zaterdagen, zondagen en feest- of gedenkdagen kunnen deel uitmaken van het CP-rooster;
  2. rooster van diensten: een schema bestaande uit data en tijdstippen van aanvang en einde van diensten als bedoeld in artikel 54a, onder b, AMAR;
  3. individueel rooster: een combinatie van het rooster van werkzaamheden en het rooster van diensten tot op het niveau van de individuele defensieambtenaar.

Artikel 4 Oefening

Oefeningen worden gehouden in opdracht van het hoofd defensieonderdeel, hetzij een door hem gemandateerde (onder)commandant.

Artikel 5 Registratie van werk- en rusttijden

De registratie van werk- en rusttijden bedoeld in artikel 54h AMAR en 30e BARD dient ten minste de volgende gegevens te omvatten:

  1. de in artikel 3 van deze beleidsregel bedoelde roosters;
  2. de afwijkingen van de onder a bedoelde roosters;
  3. de data en tijdstippen van aanvang en einde van de toepassing van algemene uitzonderingsbepalingen, bedoeld in artikel 55a AMAR en 30i BARD, tot op het niveau van de individuele defensieambtenaar.

Artikel 6 Gelijkstelling met de arbeidsduur

In aanvulling op artikel 54i Amar worden voor het vaststellen van de arbeidsduur van het rooster meegeteld de uren, waarop de militair volgens zijn rooster werkzaamheden of diensten zou verrichten, maar deze vanwege onderstaande activiteiten niet heeft verricht:

  1. het ondergaan van de door het hoofd defensieonderdeel in richtlijnen voorgeschreven verplichte fysieke meting, evaluatietest en de fysieke training;
  2. de door het hoofd defensieonderdeel in richtlijnen vastgelegde sportbeoefening, voor zover de dienst het toelaat;
  3. een om medische redenen noodzakelijk bezoek van de militair aan de arts, tandarts, fysiotherapeut of een medisch specialist.

Artikel 7 Reisduur buiten het rooster

1. Indien de defensieambtenaar buiten de voor hem in het rooster geldende werktijden reist, wordt - onverminderd het tweede lid - de reisduur niet als arbeidsduur aangemerkt.

2. Aan het hoofd defensieonderdeel is in het Mandaatbesluit uitvoerende bevoegdheden AMAR en het Mandaatbesluit uitvoerende bevoegdheden BARD (onder)mandaat verleend, om op grond van artikel 54b, vijfde lid, AMAR en artikel 30b, vijfde lid, BARD, functies aan te wijzen waarbij het reizen, naar en van de plaats waar de defensieambtenaar werkzaamheden of diensten moet verrichten, een wezenlijk
bestanddeel van de functie uitmaakt.

3. Voor de defensieambtenaar, die een in het tweede lid bedoelde functie vervult, geldt, dat de reisduur buiten de voor hem geldende werktijd, na aftrek van de tijdsduur van de pauzes, als arbeidsduur wordt aangemerkt.

4. Van een wezenlijk bestanddeel als bedoeld in het tweede lid is sprake indien de defensieambtenaar gemiddeld meer dan de helft van zijn werkdagen per maand werkzaamheden of diensten moet verrichten op andere onderdelen, dan op het onderdeel waar hij is geplaatst.

Artikel 8 Werk- en rusttijdenregeling (dienst)onderdeel

1. De commandant is gehouden nader invulling te geven aan de uit artikel 4:1 van de Arbeidstijdenwet voortvloeiende verplichting tot het voeren van een onderdeelsbeleid op het gebied van werk- en rusttijden.

2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde verplichting stelt de commandant, nadat daarover met de betrokken medezeggenschapscommissie overeenstemming is bereikt, een werk- en rusttijdenregeling vast waarin in ieder geval de volgende onderwerpen zijn opgenomen:

  1. de procedure van de totstandkoming, wijziging en bekendstelling van roosters, bedoeld in de artikelen 54b en 54c AMAR, en de artikelen 30b en 30d BARD;
  2. de afspraken met betrekking tot het invullen van de ruimte tussen de standaarden overlegnormen als opgenomen in hoofdstuk 7 AMAR en hoofdstuk 4 BARD;
  3. een uitslaapregeling ten behoeve van de defensieambtenaar voor situaties dat een aanwezigheidsdienst of piket in combinatie met meerdere oproepen direct wordt gevolgd door een nieuwe dienst, en het als gevolg daarvan voor de defensieambtenaar niet mogelijk is geweest een redelijke aaneengesloten periode van nachtrust te genieten.

Artikel 9 Beperking van de bewegingsvrijheid

1. Op grond van artikel 60b AMAR kan het hoofd defensieonderdeel, indien de taakstelling van de krijgsmacht dat noodzakelijk maakt, de militair in zijn vrije tijd, in casu de periode buiten de voor hem in het rooster vastgestelde werktijden, een beperking van de bewegingsvrijheid opleggen teneinde hem onmiddellijk of op de zeer korte termijn werkzaamheden of diensten te laten verrichten.

2. De in het eerste lid bedoelde beperking van de bewegingsvrijheid wordt de militair opgelegd in situaties waarbij het noodzakelijk is de gewenste graad van paraatheid of delen daarvan voor de taakuitoefening of in verband met buitengewone of daaraan verwante omstandigheden te garanderen.

3. De beperking van de bewegingsvrijheid, bedoeld in artikel 60b AMAR, is geen consignatie in de zin van artikel 58a AMAR.

Artikel 10 Arbeidsduur tijdens uitzonderingssituaties

Voor het vaststellen van de arbeidsduur, bedoeld in de artikelen 56a tot en met 59i AMAR en de artikelen 30o tot en met 31v BARD, geldt, dat gedurende de periode waarin één van de uitzonderingsbepalingen bedoeld in de artikelen 55a en 55b AMAR en de artikelen 30i en 30j BARD van toepassing is, de arbeidsduur wordt gelijkgesteld met de arbeidsduur die voor de defensieambtenaar zou gelden op grond van het voor hem in die periode geldende rooster.

Artikel 11 Inzet bestuurders bij oefeningen

Onverminderd het gestelde in artikel 55a, lid 2, AMAR en artikel 30i, lid 2, BARD, geeft het hoofd defensieonderdeel, met het oog op de verkeersveiligheid en ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van de defensieambtenaar die als bestuurder wordt ingezet tijdens oefeningen, nadere aanwijzingen over de voor die bestuurder geldende werk- en rusttijden tijdens oefeningen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Intrekking

De navolgende beleidsregels worden ingetrokken.

  1. Beleidsregels werk- en rusttijden zeemacht;
  2. Beleidsregel werk- en rusttijden Koninklijke Landmacht;
  3. Beleidsregel werk- en rusttijden Koninklijke Luchtmacht (BWRTKLu);
  4. Beleidsregel werk- en rusttijden personeel Koninklijke marechaussee;
  5. Beleidsregel werk- en rusttijden van de Centrale Organisatie.

Artikel13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening.

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als "Beleidsregel werk- en rusttijden Defensie" (BWRD) en wordt gepubliceerd in de MP-32 serie (militair en burgerpersoneel).

Bijlage

Opsomming van diensten (artikel 54a, onderdeel b, Amar)

Bij de Koninklijke Marine:

  • de dienst als (staf)officier van dienst;
  • de dienst als (onder)officier van de wacht;
  • de dienst als leerling van de wacht;
  • de dienst als hoofddienst;
  • de dienst als chef van de wacht;
  • de dienst als TC 1 en TC 2;

Bij de Koninklijke Landmacht:

  • de officier van kazernedienst;
  • de orde, rust en discipline-dienst;
  • het wachtpersoneel/de portier;
  • de officier van bataljonsdienst;
  • de officier van compagniesdienst;
  • de onderofficier van compagniesdienst/de militair van dienst;
  • de (onder)officier van dienst;
  • geneeskundige wachtdienst.

Bij de Koninklijke Luchtmacht:

  • de stafofficier van dienst;
  • de officier van basisdienst;
  • de officier van basispiket;
  • de leerling van dienst;
  • de sergeant van de dag;
  • de basisbrandpiket (niet behorende tot het organieke brandweerpersoneel);
  • de transportleider van dienst (niet MT-personeel).

Bij de Koninklijke Marechaussee:

  • de onderofficier van schooldienst;
  • de officier calamiteiten Schiphol;
  • de officier van dienst;

Bij het Defensie Interservice Commando:

  • geen

Bij de Centrale organisatie:

  • geen
Naar boven