Gelet op artikel 113, vijfde lid, en artikel 115, tweede lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement;
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
hoofd defensieonderdeel:
1°. de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf;
2°. de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten, de Commandant Koninklijke Marechaussee, voor het desbetreffende commando;
3°. de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf;
4°. de commandant van het Commando DienstenCentra, voor zover het betreft het Commando DienstenCentra.
- echtgenote:
de echtgenote als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel a, van het AMAR; - gezinsleden:
1° de echtgenote van de militair, die voor zover metterwoon gevestigd in een gebied buiten Nederland daartoe de goedkeuring heeft van de Minister van Defensie;
2° de eigen, aangehuwde, stief- of pleegkinderen van de militair of van zijn echtgenote, voor zover zij met de militair samenwonen en waarvoor bij verblijf in een gebied buiten Nederland aanspraak bestaat op een verhoging van de toelage buitenland; - kernbemanning:
een door de commandant van een schip, eenheid of inrichting aangegeven groep militairen die, tijdens een periode waarbij de bemanning collectief vakantieverlof geniet, (wacht)diensten verrichten; - militair:
de militair als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, en artikel 1, vijfde lid, van het AMAR; - naaste betrekking:
1°. de gezinsleden;
2°.de eigen, aangehuwde, stief- of pleegkinderen van de militair of van zijn echtgenote voor zover zij niet met de militair samenwonen;
3°.de eigen, stief- of pleegouders van de militair of van zijn echtgenote;
Artikel 2 Tegemoetkoming algemeen
1. Aanspraak op een tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten bestaat slechts
indien het hoofd defensieonderdeel gezag toestemming voor de reis heeft verleend.
2. Het hoofd
defensieonderdeel neemt bij de afweging voor het verlenen van toestemming
voor de reis, het advies van de behandelend arts, indien van toepassing in deze
regeling, in beschouwing.
3. De tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten bedraagt uitsluitend de
noodzakelijk te maken kosten.
4. Indien uit anderen hoofde reeds aanspraak bestaat op een tegemoetkoming
ter zake van reis- en verblijfkosten, als bedoeld in deze regeling, wordt deze
in mindering gebracht op de tegemoetkoming, als bedoeld in de artikelen 11 en
12.
5. Het hoofd
defensieonderdeel bepaalt de plaats van aanvang van de reis en de plaats
van beëindiging, voor zover die in deze regeling niet nader zijn aangeduid.
Paragraaf 2 Reizen
Artikel 3 Reizen van de militair binnen Nederland
De militair heeft voor de reizen die geheel binnen Nederland verlopen
aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten indien hij:
- reist in verband met de gezondheidszorg, bedoeld in
hoofdstuk 9 AMAR, voor zover de reis
niet als dienstreis of in het kader van woon-werkverkeer wordt vergoed;
- dient te verschijnen in het kader van:
1º. de Wet militair tuchtrecht;
2º. een schorsingsbesluit;
- vergaderingen bijwoont van commissies en werkgroepen, ingesteld bij dan
wel krachtens het
Besluit georganiseerd
overleg sector Defensie;
- wegens dienstongeschiktheid de dienst zal verlaten en hem ter verwerving
van een burgerbetrekking buitengewoon verlof is verleend;
- geen aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de reiskosten ingevolge het
Verplaatsingskostenbesluit militairen en:
1°. hij deel uitmaakt van een kernbemanning: voor elke reis binnen Nederland
tussen de woonplaats en de plaats waar de wachtdienst wordt vervuld;
2°. aan hem in- of ontschepingsverlof is verleend;
3º. hij in de regel van rijkswege is gehuisvest en onvermijdelijke
werkzaamheden of diensten moet verrichten die van te voren bekend waren, mits
tussen het tijdstip waarop het voor hem geldende rooster eindigt en het
tijdstip van aanvang van de werkzaamheden of diensten alsmede tussen het
tijdstip van einde van die werkzaamheden of diensten en het tijdstip van
aanvang van het voor de militair geldende rooster een tijdsbestek van ten
minste 19 uren is gelegen;
- anders dan tijdens een verlof niet van te voren bekende onvermijdelijke
werkzaamheden of diensten moet verrichten;
- moet voldoen aan een wettelijke verplichting of actief het kiesrecht wil
uitoefenen, tenzij er gelegenheid is (geweest) dat op een andere wijze te
doen;
- deelneemt aan een rayonbijeenkomst voor Joodse militairen.
Artikel 4 Reizen van de militair geheel of gedeeltelijk buiten Nederland
1. De militair geplaatst aan boord van een schip kan, voor de tijd waarin hij
met dat schip buiten het land verblijft waar zijn gezinsleden woonachtig zijn,
waaronder ingeval van plaatsing in de Nederlandse Antillen mede wordt verstaan
een verblijf op een ander eiland behorende tot de Nederlandse Antillen, worden
toegestaan voor rekening van het rijk voortijdig naar dat land terug te keren of
over te komen, indien naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel die terugkeer of
die overkomst gezien de omstandigheden van de gezinsleden noodzakelijk is.
2. De militair, als bedoeld in het eerste lid, alsmede de militair geplaatst
buiten Nederland, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de gemaakte
reiskosten in verband met het overlijden, dan wel het in levensgevaar verkeren
van een naaste betrekking, tussen de plaats waar de militair verblijft en de
plaats in Nederland waar zijn aanwezigheid wordt vereist.
3. De militair heeft voor reizen als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, die
geheel of gedeeltelijk buiten Nederland verlopen aanspraak op een tegemoetkoming
in de reiskosten indien naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel het noodzakelijk
is dat die reizen geheel of gedeeltelijk buiten Nederland worden afgelegd.
4. Voor de toepassing van het gestelde in het tweede
lid van dit artikel wordt onder naaste betrekking tevens verstaan bloed- of
aanverwanten in de tweede graad.
Artikel 5 Reizen van de naaste betrekking bij verpleging van de militair
1. De aanspraak, bedoeld in
artikel 113, eerste lid,
van het AMAR, bedraagt per periode van 7 dagen maximaal:
- bij reizen binnen het land van plaatsing: 7 tegemoetkomingen;
- bij internationale reizen: 2 tegemoetkomingen.
2. De aanspraak ontstaat op de eerste dag van opname van de militair.
3. Een tegemoetkoming in de verblijfkosten kan worden verleend indien:
- de terugreis wegens te grote afstand, beperkte verbindingen of
gezondheidstoestand van de naaste betrekking niet op de dag van de heenreis
kan plaats vinden en hierdoor overnachting noodzakelijk is; of
- naar het oordeel van de behandelend arts de naaste betrekking in verband
met de toestand van de militair in de directe omgeving moet verblijven en de
woonplaats van de naaste betrekking buiten de directe omgeving is gelegen.
Artikel 6 Reizen van de naaste betrekking bij overlijden van de militair
De aanspraak, bedoeld in artikel 113, tweede lid, van het AMAR, bedraagt een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten wegens bezoek aan de plaats waar het stoffelijk overschot zich bevindt:
- voor de militair die voor werkzaamheden in het buitenland verbleef en waarvan het stoffelijk overschot niet wordt overgebracht naar Nederland, ten aanzien van:
1º de gezinsleden; of
2º ten hoogste twee naaste betrekkingen; - voor de militair in Nederland: de naaste betrekking mits woonachtig in Nederland.
Artikel 7 Reiskosten voor de echtgenoot
Indien het
hoofd defensieonderdeel te kennen heeft gegeven dat de aanwezigheid van de
echtgenoot van de militair in voorkomende gevallen gewenst is, heeft de militair
aanspraak op een tegemoetkoming in de gemaakte reiskosten voor de echtgenoot.
Artikel 8 Reiskosten voor de gezinsleden
1. De militair geplaatst buiten Nederland, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten van zijn gezinsleden in verband met het overlijden, dan wel het in levensgevaar verkeren van een naaste betrekking tussen de plaats waar de gezinsleden verblijven en de plaats in Nederland waar hun aanwezigheid wordt vereist.
2. Voor de toepassing van het gestelde in het eerste lid van dit artikel wordt onder naaste betrekking tevens verstaan bloed- of aanverwanten in de tweede graad.
Paragraaf 3 Tegemoetkoming
Artikel 9 Nadere bepalingen
1. Het toekennen van de tegemoetkoming ingevolge artikel 5 geschiedt op basis
van de relatie naaste betrekking met de militair. Hierbij wordt de volgorde
zoals aangegeven bij artikel 1, onderdeel f, aangehouden.
2. Indien een naaste betrekking niet zelfstandig kan reizen en samen reizen
met een andere naaste betrekking niet mogelijk is, kan voor één begeleider
eveneens een tegemoetkoming worden verleend.
3. Meerdere tegemoetkomingen in reis- en verblijfkosten als bedoeld in artikel
5, eerste lid, kunnen worden verleend indien naar het oordeel van de
behandelende arts:
- bezoek van bepaalde naaste betrekking zeer bevorderlijk is voor de
genezing van de militair; of
- de militair in levensgevaar verkeert.
Artikel 10 Uitzondering
Er bestaat geen aanspraak op artikel 5, eerste lid, onderdeel b, indien naar
het oordeel van de behandeld arts de naaste betrekking in verband met de
toestand van de militair niet direct beschikbaar moet zijn en de verpleging
binnen 7 dagen wordt beëindigd of wordt voortgezet in een ander land.
Artikel 11 Reiskosten
1. De tegemoetkoming in de kosten van het reizen is gelijk aan:
- bij gebruik van het openbaar vervoer: de kosten van de goedkoopst
mogelijke wijze van reizen, berekend naar de klasse waarin de militair
ingevolge bijlage A bij de Regeling dienstreizen defensie gerechtigd is te
reizen, die blijkens het overleggen van vervoersbewijzen zijn gemaakt;
- bij gebruik van eigen vervoer: de kosten van het openbaar vervoer berekend
naar de laagste klasse met uitzondering voor het af te leggen traject in
Nederland, waarvoor een tegemoetkoming per afgelegde kilometer ingevolge
artikel 9 van de Besluit dienstreizen defensie wordt gegeven en voor het af te leggen traject in België of in de Bondsrepubliek Duitsland, waarvoor een
tegemoetkoming per afgelegde kilometer ingevolge
artikel 6, tweede lid, van de
Verplaatsingskostenregeling militairen wordt gegeven.
2. Indien naar het oordeel van de behandelend arts de overkomst van de naaste
betrekking van de militair urgent is, worden de kosten voor het gebruik van een
taxi, mits het gebruik redelijkerwijs noodzakelijk is, vergoed.
Artikel 12 Verblijfkosten
De tegemoetkoming in de verblijfkosten is gelijk aan de kosten die blijkens
overgelegde bewijsstukken zijn gemaakt, maar niet hoger dan het bedrag waarop de
militair ingevolge artikel 12, eerste lid, van het Besluit dienstreizen defensie
aanspraak heeft.
Paragraaf 4 Diverse bepalingen; Slotbepalingen
Artikel 13 Voorschot
De militair kan op zijn aanvraag een voorschot worden verstrekt ter zake van
de reis- en verblijfkosten die verband houden met de toepassing van deze
regeling.
Artikel 14 Hardheidsclausule
De Minister kan van deze regeling afwijken voor zover toepassing gelet
op het belang van de tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten voor de
militair zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 15 Overgangsbepaling
Voor een reis die is aangevangen en nog niet is beëindigd voor de dag van
inwerkingtreding van deze regeling, bestaat aanspraak op de meest gunstige
bepaling inzake de tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten.
Artikel 16 Intrekking regelingen
De volgende ministeriële regelingen worden ingetrokken:
- De Regeling tegemoetkoming incidentele reizen.
- De Regeling tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten van betrekking
ingeval van ziekte of overlijden van de militair.
Artikel 17 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. De regeling
wordt gepubliceerd in de MP 31-300, waarvan mededeling wordt gedaan in de
Staatscourant.
Artikel 18 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling incidentele reizen voor de
militair en zijn naaste betrekking.