Regeling goedkeuring verblijf van gezinsleden van militairen buiten Nederland
Regeling ter uitvoering van:
- het Verplaatsingskostenbesluit
militairen;
- de Regeling tegemoetkoming incidentele
reizen;
- de Regeling vergoeding en tegemoetkoming in de kosten overbrengen
stoffelijk overschot bij overlijden buiten Nederland;
- Regeling ziektekostenverzekering
militairen;
- artikel 4 van het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel;
- artikel 29, eerste lid van de Regeling uitrusting militairen zeemacht 1985;
- artikel 26, eerste lid van de Regeling uitrusting militairen land- en luchtmacht
1985;
- artikel 118 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (Stb.1982, 279).
Vastst./Wijz datum | Bron | Nummer | Wijz. t.a.v. | Inwerkingtr. datum |
23-04-87 | DPAM/AMP | PP 87/018/2181 | | 16-04-87 |
10-07-87 | DPAM/AMP | PP 87/018/3453 | art. 1, 3 en 4 | 10-07-87 |
12-08-91 | DAVB | 91.2400 | art. 1, 3 | 01-10-91 |
26-09-95 | DAVB | PAV7135/95018201 | art. 1, onder a | 01-01-95 |
18-01-96 | DAVB | PAV6011/96000856 | art. 1, onder a | 01-01-96 |
11-07-96 | DAVB | P/96002576 | art. 2 | 15-07-96 |
18-09-97 | DAVB | P/97006137 | art. 6a (nw) | 01-01-95 |
| | | Art. 6a | 01-01-96 |
08-09-99 | DAVB | P/99005510 | Art. 4 | 01-09-99 |
23-08-06 | HDP | P/2006026203 | Art. 1, 3 en 4 | 01-01-06 |
04-07-07 | HDP | P/2007013224 | Art. 1 | 01-01-06 |
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. regelingen
- het Verplaatsingskostenbesluit militairen;
- vervallen
- Hoofdstuk 2 van het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel;
- de Regeling uitrusting militairen zeemacht 1985, respectievelijk de
Regeling uitrusting militairen land- en luchtmacht 1985;
- Regeling vergoeding en tegemoetkoming in de kosten overbrengen
stoffelijk overschot bij overlijden buiten Nederland;
- Regeling tegemoetkoming incidentele reizen;
b. EuropaEuropa inclusief Turkije.
Artikel 2
1. Aanspraken krachtens één of meer van de in artikel 1 genoemde regelingen
heeft een buiten Nederland geplaatste militair, ter zake van het vertrek naar, het
verblijf in en de terugkeer uit een buiten Nederland gelegen gebied van zijn gezinsleden, indien de Minister van Defensie aan het verblijf van die gezinsleden in dat gebied
zijn goedkeuring heeft gehecht.
2. De aanspraken, bedoeld in het eerste lid, bestaan niet voor zover op de
militair de Regeling voorzieningen bij
vredes- en humanitaire operaties van toepassing is.
Artikel 3
1. Indien de militair is geplaatst buiten Nederland doch binnen Europa, waarbij:
- de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op tenminste zes maanden,
terwijl op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband
aldaar ten minste drie maanden zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn
gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in de regelingen,
genoemd in artikel 1, onderdeel a, ten 3, 5 en 6;
- de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op ten minste een jaar, terwijl op
goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar
eveneens ten minste een jaar zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn
gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in de regelingen,
genoemd in artikel 1, onderdeel a, ten 3, 5 en 6; In dat geval bestaat
tevens aanspraak op vergoeding van de kosten van vervoer van zijn gezinsleden van de woonplaats in Nederland naar de woonplaats in het gebied
buiten Nederland en terug en vergoeding van de kosten van vervoer en
verzekering tegen schade ten gevolge van of in verband met dat vervoer van
de bagage van zijn gezinsleden tot ten hoogste de kosten van vervoer per
schip van een hoeveelheid van 1 m3 voor de echtgenote/levenspartner en
een ½ m3 voor elk medeverhuizend gezinslid;
- de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op tenminste anderhalf jaar,
terwijl op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband
aldaar ten minste een jaar zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in de regelingen, genoemd
in artikel 1, onderdeel a, ten 1, 3, 5 en 6.
2. Indien de militair is geplaatst buiten Europa, waarbij:
- de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op ten minste zes maanden,
terwijl op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband
aldaar ten minste veertien dagen zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn
gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in de regelingen,
genoemd in artikel 1, onderdeel a, ten 2, 3, 5 en 6;
- de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op ten minste een jaar, terwijl op
goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar
eveneens ten minste een jaar zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn
gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in de regelingen,
genoemd in artikel 1, onderdeel a, ten 2, 3, 5 en 6;
In dat geval bestaat tevens aanspraak op:
1. een tegemoetkoming in de kosten van vervoer van zijn gezinsleden
van de woonplaats in Nederland naar de woonplaats in het gebied
buiten Europa en terug;
2. een tegemoetkoming in de kosten van vervoer en verzekering tegen
schade ten gevolge van of in verband met dat vervoer van de bagage van zijn gezinsleden tot ten hoogste de kosten van vervoer per
schip van een hoeveelheid van 1 m3 voor de echtgenote/levenspartner en een ½ m3 voor elk overig medeverhuizend gezinslid;
c. de tijdsduur van zijn plaatsing is vastgesteld op ten minste twee jaar, terwijl
op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar
eveneens ten minste twee jaar zal bestaan, wordt aan het verblijf van zijn
gezinsleden aldaar de goedkeuring verleend als bedoeld in alle regelingen,
genoemd in artikel 1.
3. De goedkeuring bedoeld in artikel 2 wordt verleend onverminderd de vorige
door de Minister van Defensie gestelde (bijzondere) voorwaarden ter zake.
Artikel 4
1. Indien de militair, bij beëindiging van zijn plaatsing buiten Nederland, zijn
gezin aldaar moet achterlaten kan de commandant
operationeel commando, op verzoek van de militair, de in
artikel 2 bedoelde goedkeuring verlengen tot het tijdstip waarop - naar het oordeel van de commandant operationeel commando - voor het gezin gelegenheid bestaat de militair te volgen dan wel naar
Nederland terug te keren.
2. De goedkeuring als bedoeld in de regeling, genoemd in artikel 1, onderdeel a,
ten 5 en 6, wordt -ingeval het in het vorige lid bedoelde verzoek wordt
afgewezen- niettemin verlengd tot ten hoogste dertig dagen na dagtekening van de
beslissing op dat verzoek mits dit vóór de beëindiging van de plaatsing is ingediend,
tenzij de militair zijn gezin uitsluitend in verband met het doorbrengen van een
vakantie tijdelijk buiten Nederland in het betreffende gebied heeft achtergelaten.
Artikel 5
De Minister van Defensie kan indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding
geven:
- de in artikel 2 bedoelde goedkeuring onthouden;
- in afwijking van de in deze regeling gestelde regelen ten gunste van de
militair beslissen.
Artikel 6
De ministeriële beschikking van 3 april 1974, nr. P 130.371/4D wordt ingetrokken.
Artikel 6A
Deze regeling berust met ingang van 1 januari 1996 op:
- Artikel 10 van het Verplaatsingskostenbesluit militairen;
- de Regeling tegemoetkoming incidentele reizen;
- de Regeling vergoeding en tegemoetkoming in de kosten overbrengen stoffelijk
overschot bij overlijden buiten Nederland;
(Red. Deze is ingetrokken. Zie nu de Regeling incidentele reizen voor de militair en zijn naaste betrekking, artikel 6)
- de Regeling ziektekostenverzekering militairen;
- artikel 4 van het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel;
- artikel 29, eerste lid van de Regeling uitrusting militairen zeemacht 1985;
- artikel 26, eerste lid van de Regeling uitrusting militairen land- en luchtmacht 1985 en
- artikel 118 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (Stb. 1982, 279).
Artikel 7
Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening en werkt
terug tot en met 16 april 1987.
Artikel 8
Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling goedkeuring verblijf gezinsleden
van militairen buiten Nederland".