Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling bijzondere uitkering ter zake van derving van inkomsten uit arbeid
Geldigheid:01-01-1989 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling bijzondere uitkering ter zake van derving van inkomsten uit arbeid

Regeling ter uitvoering van:

  • artikel 124 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (Stb.1982, 279)
Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
21-09-82DMPZ/SoZaPS 82/065/4304E01-01-83
08-03-89DMP/AMPPB 89/460/1177art. 301-01-89

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder uitkering, de bijzondere uitkering ter zake van derving van inkomsten uit arbeid, bedoeld in artikel 124, eerste lid, van het AMAR en artikel 84, eerste lid, van het RRDpl.

Artikel 2

1. De uitkering wordt toegekend met ingang van de dag waarop de inkomstenderving aanvangt. Voor de militair in werkelijke dienst is dat de dag waarop hij met klein of groot verlof zou zijn gegaan.

2. De uitkering wordt telkenmale toegekend voor een periode van ten hoogste drie opeenvolgende maanden.

Artikel 3

De militair of gewezen militair die meent in aanmerking te komen voor een uitkering, moet een aanvraag indienen bij het hoofd van het gewestelijk kantoor van de Maatschappelijke Dienst Defensie, waaronder de woonplaats van betrokkene ressorteert.

2. In de aanvraag dient de omvang van de inkomstenderving in beginsel te worden aangetoond.

Artikel 4

1. De aanspraak van een niet in werkelijke dienst verblijvende militair of gewezen militair kan leiden tot het niet verlenen van een uitkering, indien betrokkene:

  1. niet is ingeschreven als werkzoekende bij het gewestelijk arbeidsbureau;
  2. nalaat passende arbeid te aanvaarden;
  3. nalaat passende scholing, herscholing of omscholing te aanvaarden of bij het ondergaan daarvan, onvoldoende ijver betracht;
  4. onvoldoende tracht passende arbeid te verkrijgen.

2. Ten aanzien van een in het buitenland wonende betrokkene kan van het bepaalde in het eerste lid worden afgeweken.

3. Het gestelde in het eerste lid vindt geen toepassing indien de betrokkene naar het oordeel van de minister volledig arbeidsongeschikt is.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen 124 van het AMAR en 84 van het RRDpl in werking treden.

Naar boven