Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling bijdrage kosten kinderopvang buiten Nederland
Geldigheid:01-07-2010 t/m Versie:vergelijk
Vergelijk versie 2 met:
Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling bijdrage kosten kinderopvang buiten Nederland

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
13-12-06HDPP/20060036337 01-01-07
11-05-07HDPP/2007013034Art. 1, 4 en 501-05-07
10-06-10HDPBS/2010018417Art. 4 en 501-07-10

 

Gelet op:

  • artikel 114a van het Algemeen militair ambtenarenreglement en artikel 87a van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. de militair: de militair in werkelijke dienst, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Algemeen militair ambtenarenreglement;

b. de burgerambtenaar: de ambtenaar, als bedoeld in artikel 1 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, die dienst verricht bij het Ministerie van Defensie;

c. de defensiemedewerker: de militair of burgerambtenaar, die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en waarop de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties niet van toepassing is;

d. ouder, kinderopvang, gastouderopvang, kindercentrum, gastouderbureau: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet kinderopvang.

Artikel 2 Aanspraak

1. De defensiemedewerker die tevens ouder is, heeft aanspraak op een bijdrage in de door hem te betalen kosten voor kinder- of gastouderopvang, indien deze plaatsvindt in een kindercentrum of door tussenkomst van een gastouderbureau.

2. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is bestemd voor kinderopvang op de tijdstippen dat de defensiemedewerker en, in het geval van een twee-oudergezin, de partner zijn of hun diensten of werkzaamheden verricht/verrichten en niet beschikbaar is of zijn voor de verzorging of opvoeding van het kind.

Artikel 3 Hoogte financiële bijdrage

1. De bijdrage bedraagt na aftrek van de loonheffing en inhoudingen, bedoeld in paragraaf 5 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, die in voorkomend geval zijn verschuldigd en voor rekening van Defensie komen, een zesde deel van de door de defensiemedewerker te betalen kosten van kinder- of gastouderopvang.

2. Wanneer de partner van de defensiemedewerker niet in aanmerking komt voor een werkgeversbijdrage of sprake is van een éénoudergezin bedraagt de bijdrage na aftrek van de loonheffing en inhoudingen, bedoeld in paragraaf 5 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, die in voorkomend geval zijn verschuldigd en voor rekening van Defensie komen, een derde deel van de door defensiemedewerker te betalen kosten van kinder- of gastouderopvang.

Artikel 4 Aanvraag

1. De defensiemedewerker dient zijn aanvraag voor een bijdrage in bij de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie uiterlijk drie maanden na de ingangsdatum van zijn overeenkomst met het kindercentrum of gastouderbureau. Indien de aanvraag later plaatsvindt, wordt een bijdrage door het bevoegd gezag met een terugwerkende kracht van drie maanden toegekend.

2. Bij de aanvraag voegt de defensiemedewerker een afschrift van zijn overeenkomst met het kindercentrum of het gastouderbureau.

3. Op de aanvraag wordt uiterlijk binnen zes weken nadat deze is ingediend door de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie beslist. Als de defensiemedewerker in aanmerking komt voor een bijdrage stelt het bevoegd gezag een voorlopige bijdrage vast, die bij wijze van voorschot in maandelijkse termijn aan de defensiemedewerker wordt uitbetaald.

4. De defensiemedewerker doet van alle omstandigheden die van belang zijn voor de beslissing op en de uitvoering van de aanvraag direct mededeling aan de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie.

5. Wijzigingen in evenals opzeggingen van de kinder- of gastouderopvang, waarvoor een bijdrage wordt ontvangen, worden door de defensiemedewerker aan de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie.

Artikel 5

1. Uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarover een voorlopige bijdrage is ontvangen, legt de ambtenaar een door het kindercentrum of het gastouderbureau opgestelde gespecificeerde opgaaf van de gemaakte kosten van kinder- of gastouderopvang over aan de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie.

2. Binnen uiterlijk zes weken nadat de in het eerste lid genoemde opgaaf is overgelegd wordt door de directeur van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie de definitieve bijdrage vastgesteld. Indien nodig vindt verrekening plaats met de verstrekte overschotten.

Artikel 6 Intrekking regeling

De Regeling bijdrage kosten kinderopvang defensie wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Belastingplan 2007 in werking treedt.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijdrage kosten kinderopvang buiten Nederland.

Naar boven