Artikel 1
De mededeling in de Staatscourant, bedoeld in artikel 1 van het Besluit
beëindiging mogelijkheid militair noodtestament defensie, geschiedt
overeenkomstig het model dat als bijlage bij deze regeling behoort.
Artikel 2
1. De commandant draagt er zorg voor dat de onder hem ressorterende personen
worden geïnformeerd omtrent de beëindiging van de aanwijzing van een gedeelte
van de krijgsmacht waartoe betrokkenen behoren.
2. Daarbij wijst de commandant erop dat:
- de mogelijkheid om als behorend tot een aangewezen gedeelte van de
krijgsmacht een militair noodtestament op te maken niet meer bestaat nadat de
aanwijzing is beëindigd;
- een noodtestament vernietigbaar is indien de erflater overlijdt meer dan
zes maanden nadat voor hem de mogelijkheid is geëindigd om een noodtestament
te maken, welke termijn telkens met een maand wordt verlengd, indien de
erflater redelijkerwijze niet in staat is geweest in de laatst verstreken
maand een uiterste wil te maken.
3. De commandant wijst tevens op de mogelijkheid om in buitengewone
omstandigheden een noodtestament te maken.
Artikel 3
De regeling van de Minister van Defensie van 16 november 1990, nr. C 90/268,
houdende regels ter uitvoering van de artikelen 993 e.v. Burgerlijk Wetboek
betreffende het maken van uiterste willen in buitengewone omstandigheden en het
Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand, wordt ingetrokken.
Bijlage, behorende bij artikel 1 van de Regeling bekendmaking beëindiging mogelijkheid militair noodtestament defensie
Ministerie van Defensie
Onderwerp: Beëindiging mogelijkheid militair noodtestament
Nummer
De Minister van Defensie
Gelet op artikel 1 van het Besluit beëindiging mogelijkheid militair
noodtestament defensie;
Maakt het volgende bekend:
Enig artikel
De aanwijzing van een gedeelte van de krijgsmacht als bedoeld in artikel 98,
tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek is voor de categorieën
militairen en andere personen die staan vermeld op de bijlage die bij deze
bekendmaking behoort, geëindigd met ingang van het aldaar genoemde tijdstip.
Deze bekendmaking heeft tot gevolg dat de mogelijkheid tot het maken van een
uiterste wil als bedoeld in artikel 98, tweede lid, van Boek 4 van het
Burgerlijk Wetboek (het militair noodtestament) met ingang van het in de
bekendmaking bedoelde tijdstip niet meer bestaat.
Deze bekendmaking zal in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering
van de bijlage, die ter inzage ligt bij (..)
De Minister van Defensie
voor deze,
(..)
(functie, handtekening en naam)