Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling winkelorganisatie Defensie in BRD
Geldigheid:31-12-2004 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling winkelorganisatie Defensie in BRD

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
18-12-97DJZ/WRC97/463 9700379501-01-98
21-02-03 C2000/230 2003000648Art. 1, 2 & 527-02-03
17-12-03DJZ/WRC97/463 2003004465Art. 1, 3, 5, 7, 12, 13, 14, 15, 16 en 16a (nw)31-12-04

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. DAS: dutch army shop;

b. de PANT-procedure: de procedure Particuliere Aanschaffingen Nederlandse Troepen, bedoeld in artikel 14 van deze regeling;

c. NASAG: Netherlands Armed forces Support Agency Germany;

d. NSU: National Support Unit;

e. Hoofdkwartierenprotocol: Protocol van 28 augustus 1952 nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantische verdrag (Trb. 1953, nr. 11).

Artikel 2 Kring van rechthebbenden

1. De volgende personen, mits in het bezit van de NAVO-status, zijn gerechtigd gebruik te maken van de belastingvrije permanente winkels van de DAS:

  1. de militair of burgerambtenaar in dienst van het ministerie van Defensie, die voor de uitoefening van de dienst op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland voor drie maanden of langer is geplaatst;
  2. de burgerambtenaar in dienst van de Stichting Bijzondere Scholen voor Onderwijs op Algemene Grondslag III, die voor drie maanden of langer is geplaatst bij een Nederlandse school die in de Bondsrepubliek Duitsland is opgericht ten behoeve van de aldaar gelegerde Nederlandse strijdkrachten;
  3. de functionaris die voor drie maanden of langer op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland in dienst is van de Stichting Algemene Militaire Tehuizen, de Vereniging Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege of de Stichting Jeugdwerk West-Duitsland;
  4. de in de Bondsrepubliek Duitsland wonende: 1° echtgenoot of echtgenote of, 2° persoon, bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel a, onder 1° en 2°, van het Algemeen militair ambtenarenreglement en artikel 4, eerste lid, onderdeel a, onder 1° en 2°, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, van een functionaris als bedoeld onder a tot en met c.
  5. een in de Bondsrepubliek Duitsland wonend kind van een functionaris als bedoeld onder a tot en met c, dat van deze functionaris afhankelijk is voor zijn onderhoud;
  6. een in de Bondsrepubliek Duitsland inwonende naaste bloedverwant van een functionaris als bedoeld onder a tot en met c, die financieel of om gezondsredenen afhankelijk is van deze functionaris en zich met toestemming van de Nederlandse Minister van Defensie op het grond gebied van de Bondsrepubliek Duitsland bevindt.

2. Een militair of lid van de civiele dienst van een van de andere staten, die partij is bij de Aanvullende Overeenkomst van 3 augustus 1959, alsmede de wettige echtgenoot of wettige echtgenote, die in het bezit is van de NAVO-status, is eveneens gerechtigd gebruik te maken van de belastingvrije permanente winkels van de DAS.

2a. Indien een in de Bondsrepubliek Duitsland gevestigd geallieerd hoofdkwartier niet zelf beschikt over een belastingvrije winkel zijn de volgende categorieën van personen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Hoofdkwartierenprotocol gerechtigd gebruik te maken van de belastingvrije permanente winkel van de DAS indien deze voor die personen de dichtstbijzijnde belastingvrije winkel van een krijgsmacht is: 1° binnen de grenzen, bepaald in overeenkomsten tussen Supreme Headquarters Allied Powers Europe en de Bondsrepubliek Duitsland, alle personen genoemd in artikel 3, eerste lid onderdeel a, van het Hoofdkwartierenprotocol; 2° binnen de grenzen, bepaald door de Duitse autoriteiten, het bij dat geallieerd hoofdkwartier tewerkgestelde civiele personeel en de gezinsleden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b en c, van het Hoofdkwartierenprotocol.

3. De in het eerste lid bedoelde personen zijn gerechtigd gebruik te maken van het bureau PANT mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat de plaatsingstermijn minimaal 24 maanden bedraagt.

4. De Nederlandse militair of burgerambtenaar in dienst van het ministerie van Defensie, die deelneemt aan een in de Bondsrepubliek Duitsland gehouden meerdaagse oefening, of op dienstreis is dan wel voor de uitoefening van de dienst voor drie maanden of korter is geplaatst op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, is indien deze in het bezit is van de NAVO-status, gerechtigd gebruik te maken van de belastingvrije permanente en mobiele of tijdelijke winkels van de DAS.

Artikel 3 Controle bij aankopen

1. Aan de rechthebbende, bedoeld in artikel 2, eerste lid, mag slechts worden verkocht nadat deze de NAVO-status heeft aangetoond op de wijze, bedoeld in artikel 6 van de Regeling aanduiding NAVO-status.  

2. Aan de rechthebbende,bedoeld in artikel 2, tweede lid, mag slechts worden verkocht nadat deze de NAVO-status heeft aangetoond aan de hand van een door de in artikel 2, tweede lid, bedoelde staat verstrekt document. 

3. Aan de rechthebbende, bedoeld in artikel 2, lid 2a, mag slechts worden verkocht nadat deze de status, bedoeld in het Hoofdkwartierenprotocol heeft aangetoond aan de hand van een door het geallieerd hoofdkwartier, bedoeld in artikel 2, lid 2a, verstrekt document. 

4. Aan een rechthebbende, bedoeld in artikel 2, vierde lid, mag slechts worden verkocht:

  1. nadat deze de NAVO-status heeft aangetoond aan de hand van een identiteitsbewijs ministerie van Defensie in combinatie met diens individuele of collectieve reiswijzer; en  

  2. nadat door zorg van het personeel van de DAS registratie van de aanschaf heeft plaatsgevonden.

Artikel 4 Rantsoenering

1. Met uitsluiting van de in artikel 2, eerste lid, onder e, genoemde rechthebbende en de in artikel 2, vierde lid, genoemde dienstreiziger, kunnen door de in artikel 2 genoemde rechthebbenden gerantsoeneerde artikelen worden gekocht in de in artikel 7, tweede lid, onder a, genoemde winkels conform de rantsoenering welke is overeengekomen in de tussen de Duitse en de Nederlandse autoriteiten gesloten administratieve overeenkomst.

2. Ter uitvoering van de tussen de Duitse en Nederlandse autoriteiten gesloten administratieve overeenkomst wordt de aanschaf van gerantsoeneerde artikelen geregistreerd.

Artikel 5 Maximum aanschafbedrag rechthebbende, bedoeld in artikel 2, vierde lid

Door een rechthebbende als bedoeld in artikel 2, vierde lid, mag per verblijf als bedoeld in artikel 2, vierde lid, voor maximaal &eurol; 100 aan belastingvrije artikelen worden aangeschaft.

Artikel 6 Doel van de aanschaf

De belastingvrije aanschaf van artikelen door de in artikel 2, eerste tot en met derde lid, bedoelde rechthebbenden is slechts toegestaan indien deze geschiedt met het oog op eigen gebruik of verbruik in Duitsland.

Paragraaf 2 Taken en verantwoordelijkheden sleutelfunctionarissen DAS

Artikel 7 DAS

1. Er is een in de Bondsrepubliek Duitsland gevestigde DAS, die ressorteert onder de commandant NASAG.

2. De DAS omvat de volgende onderdelen:

  1. de belastingvrije winkels in Rheindalen, Rodenbach, Neustadt a/d Weinstrasse, Münster en Zeven/Seedorf;
  2. de mobiele of tijdelijke winkels.

Artikel 8 Taken en verantwoordelijkheden sleutelfunctionarissen DAS

1. Het hoofd DAS is belast met de volgende taken:

  1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de commandant NASAG geven van leiding aan de DAS;
  2. het houden van toezicht op de exploitatie en het beheer van de belastingvrije permanente winkels en de mobiele of tijdelijke winkels;
  3. het houden van toezicht op de inkoop van de artikelen ten behoeve van de belastingvrije permanente winkels en de mobiele of tijdelijke winkels;
  4. het opstellen en uitvoeren van het door de commandant NASAG goed te keuren beleidsplan van de DAS;
  5. het opstellen en uitvoeren van het door de commandant NASAG goed te keuren jaarplan van de DAS.

2. Het hoofd inkoop is met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van het hoofd van de DAS belast met de inkoop van artikelen ten behoeve van de belastingvrije permanente winkels en de mobiele of tijdelijke winkels.

3. Elke belastingvrije permanente winkel staat onder leiding van een bedrijfsleider die met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van het hoofd van de DAS is belast met het exploiteren en beheren van die belastingvrije permanente winkel.

4. De mobiele of tijdelijke winkels staan onder leiding van het hoofd ondersteuning oefeningen die met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van het hoofd van de DAS is belast met het exploiteren en beheren van de door het hoofd van de DAS aangewezen mobiele of tijdelijke winkels.

Artikel 9 Aanschaf en vastlegging winkelassortiment

Het hoofd van de DAS stelt het winkelassortiment van de belastingvrije permanente winkels en de mobiele of tijdelijke winkels vast. Daarbij wordt rekening gehouden met lokale omstandigheden.

Artikel 10 Bepaling verkoopprijs

1. Het hoofd van de DAS stelt, met inachtneming van het tweede lid, voor alle artikelen de verkoopprijzen vast.

2. De verkoopprijs van een artikel bestaat uit de volgende componenten:

  1. de inkoopprijs van het artikel; en
  2. een opslagpercentage ten behoeve van de exploitatie;
  3. een opslagpercentage ten behoeve van de reservering voor investeringen.

Artikel 11 Openingstijden winkels

Het hoofd van de DAS stelt de openingstijden van de belastingvrije permanente winkels, de mobiele of tijdelijke winkels vast. Daarbij wordt rekening gehouden met lokale omstandigheden.

Paragraaf 3 PANT-procedure

Artikel 12 Algemeen

De commandant NSU stelt de openingstijden van het onder hem ressorterende bureau gemeentezaken vast.

Artikel 13 Taken en verantwoordelijkheden commandant NSU

Het commandant NSU is belast met de volgende taken:

  1. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van commandant NASAG geven van leiding aan het bureau gemeentezaken dat is belast met de uitvoering van de PANT-procedure;
  2. het registreren van aangeschafte artikelen op grond van de PANT-procedure.
  3. de controle op de uitvoering van de PANT-procedure.

Artikel 14 Belastingvrije aanschaf via PANT-procedure

1. De procedure volgens welke belastingvrije aankopen kunnen worden gedaan bij civiele leveranciers door middel van de PANT-procedure, wordt vastgesteld door de Bevelhebber der Landstrijdkrachten na overleg met de Duitse autoriteiten.

2. De gegevens van alle artikelen, die door middel van de PANT-procedure worden aangeschaft, worden ten name van de in artikel 2, derde lid, genoemde persoon geregistreerd.

3. Uitgesloten van de aankoop via de PANT-procedure zijn:

  1. levensmiddelen;
  2. artikelen bestemd voor kapitaalvorming;
  3. zaken die naar hun aard of bestemming onroerend zijn;
  4. verlening van diensten.

4. Aanschaf van motorrijtuigen door middel van de PANT-procedure is alleen mogelijk indien voor het motorrijtuig een BFG-registratie is afgegeven of deze naar verwachting binnen vier weken wordt afgegeven.

Paragraaf 4 Controle, sancties en mandaat

Artikel 15 Controle

1. De commandant NASAG is belast met de controle op de juiste naleving van deze regeling door de commandanten NSU, de in artikel 8 bedoelde functionarissen, het winkelpersoneel en de rechthebbenden.  

2. Ten behoeve van de controle door commandant NASAG brengt het hoofd Controller NASAG aan de commandant NASAG minimaal tweemaal per jaar rapportage uit omtrent onderzoeken bij de bureaus gemeentezaken van de NSU’s en bij de belastingvrije permanente, mobiele of tijdelijk winkels.  

3. Het hoofd van de DAS stelt jaarlijks voor 1 april ten behoeve van de commandant NASAG een jaarverslag over het afgelopen kalenderjaar op, dat is voorzien van een accountantsverklaring van de directeur van de auditdienst defensie. Een exemplaar van dit verslag wordt verzonden aan de Bevelhebber der Landstrijdkrachten. 

4. De Bevelhebber der Landstrijdkrachten draagt zorg voor een integrale controle op de juiste naleving van deze regeling. 

5. De Minister van Defensie kan in voorkomend geval andere instanties belasten met de controle op de juiste naleving van deze regeling.

Artikel 16 Sancties

In geval van handelen in strijd met het bepaalde in deze regeling of in geval van misbruik of oneigenlijk gebruik van de in deze regeling genoemde faciliteiten kan schriftelijk voor een bepaalde duur van ten hoogste 12 maanden een rechthebbende de belastingvrije aankoop worden ontzegd:

  1. in de belastingvrije permanente, de mobiele of tijdelijke winkels van de DAS¸ of

  2. door middel van de PANT-procedure.

Artikel 16a Mandaat

1. Aan commandant NASAG wordt mandaat verleend tot het nemen van besluiten ter uitvoe­ring van deze regeling met uitzondering van een besluit als bedoeld in artikel 15, vijfde lid.

2. Ten aanzien van het nemen van besluiten waarvan ingevolge het eerste lid mandaat is verleend aan commandant NASAG kan deze schriftelijk aan door hem aan te wijzen personen geheel of gedeeltelijk ondermandaat verlenen, tenzij het betreft een in artikel 16 bedoeld besluit tot ont­zegging welke een periode van drie maanden te boven gaat.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Regeling belastingvrije verkopen winkels BRD, 17 augustus 1981, directie juridische zaken, afdeling administratiefrecht, nr. PZ 81/035/2278 (Laonr. 81016, codenr. 55.3/213 en Luonr. 65520, codenr. 23.1/47) wordt ingetrokken.

Artikel 18 Overgangsbepaling

1. Tot het tijdstip van inwerkingtreding van de administratieve overeenkomst geldt met uitsluiting van de in artikel 2, eerste lid, onder e, genoemde rechthebbende en de in artikel 2, vierde lid, genoemde dienstreiziger, dat door de in artikel 2 genoemde rechthebbenden gerantsoeneerde artikelen kunnen worden gekocht overeenkomstig de volgende rantsoenering:

  • een in de kazerne wonende rechthebbende: 10 pakjes sigaretten per week;
  • een buiten de kazerne wonende rechthebbende: 10 pakjes sigaretten per week en 5 flessen gedistilleerde drank, met een maximum van circa 1 liter per fles, per maand;
  • een met zijn gezin in de Bondsrepubliek Duitsland wonende rechthebbende bovendien,
  • ten behoeve van zijn echtgenote : 30 pakjes sigaretten per maand;
  • ten behoeve van ieder ander gezinslid van 16 jaar en ouder:20 pakjes sigaretten per maand;

In plaats van 2 pakjes sigaretten kan worden aangeschaft:

  • 1 pakje shag van 50 gr.

2. De aanschaf van gerantsoeneerde artikelen wordt geregistreerd.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998 met uitzondering van artikel 4 dat inwerking treedt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de administratieve overeenkomst.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling winkelorganisatie Defensie in BRD.

Naar boven