Gelet op artikel 3, eerste lid, van het Ondermandaat, -volmacht en
-machtigingsbesluit SG Defensie 2005:
Artikel 1
1. Bij afwezigheid van de commandant CDC wordt het aan hem verleende mandaat,
volmacht en machtiging verleend aan de plaatsvervangend commandant CDC, dan wel
(bij diens afwezigheid) zijn waarnemer.
2. Aan het hoofd van een organisatie-eenheid, dan wel (bij diens afwezigheid)
zijn plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het
nemen van besluiten en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van
de taken die ingevolge de artikelen 2 tot en met 10 van het Subtaakbesluit
Commando DienstenCentra 2010 tot zijn werkterrein behoren.
3. Aan de eerstaanwezend-ingenieur directeuren van de regionale directies en
de directeur van de directie beveiliging vastgoed van de bedrijfsgroep vastgoed
wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en
het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken ingevolge
artikel 9 van het Subtaakbesluit Commando DienstenCentra 2010 ten aanzien van
hun directie.
4. Aan de directeur coördinatiecentrum expertise militaire gezondheidszorg
wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en
het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken op het gebied
van autorisatieverlening en registratie betreffende stralingshygiëne.
5. Aan het hoofd en de senior-medewerkers van de sectie vorderingen,
inhoudingen en kortingen van het DienstenCentrum Juridische Dienstverlening
wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de
aangelegenheden die voortvloeien uit de volgende taken:
- het vertegenwoordigen van de minister van defensie bij het voeren van
gerechtelijke procedures;
- het geven van uitvoering van de onder defensie gelegde executoriale en
conservatoire beslagen op de inkomsten van defensiepersoneel en gewezen
defensiepersoneel, het toepassen van kortingen en inhoudingen, alsmede het
verlenen van bemiddeling bij aflossing van schulden;
- het behandelen van aktes van overdracht tot zekerheid alsmede het geven
van uitvoering aan incassovolmachten van defensiepersoneel;
- het incasseren van vorderingen van defensie op gewezen defensiepersoneel
en derden.
6. De verlening van bevoegdheden, bedoeld in het eerste tot en met vijfde
lid, is niet van toepassing op:
- de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift indien degene die
het besluit waartegen het bezwaar zich richt, het besluit krachtens mandaat
heeft genomen;
- stukken bestemd voor de Nationale ombudsman;
- voordrachten voor onderscheidingen;
- beslissingen en stukken over onderwerpen met een principieel beleidsmatig
of een mogelijk gevoelig karakter.
7. In aanvulling op het zesde lid is de verlening van bevoegdheden, bedoeld
in het tweede lid, niet van toepassing op aangelegenheden betreffende de
Diensten Geestelijke Verzorging.