Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2787/GA, 11 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2787/GA

betreft: [klager] datum: 11 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 augustus 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2011, gehouden in de p.i. Lelystad, is klager gehoord. De directeur van de p.i. Leeuwarden heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het opnemen en beluisteren van telefoongesprekken;
b. het stelselmatig onderzoeken van klager aan lichaam (visiteren) en kleding (fouilleren).

De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond verklaard en een tegemoetkoming vastgesteld van € 50,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft belang bij een materieel oordeel omdat artikel 8 en 10 EVRM zijn geschonden. Klager wil de schending bevestigd zien in een uitspraak en
wenst
een hogere tegemoetkoming. Voor de gronden van het beroep verwijst klager naar de voor de beklagcommissie aangevoerde argumenten.

De directeur heeft in beroep daarop gereageerd door te verwijzen naar het voor de beklagcommissie gevoerde verweer.

3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond verklaard. Nu het beroep van klager is bedoeld een materieel oordeel te verkrijgen over de vermeende schendingen van het EVRM, kan hij in zijn beroep worden ontvangen.

De beroepscommissie heeft bij beslissing van 8 februari 2010 met nummer 09/2749/GA en 09/2787/GA ter zake van klachten van dezelfde aard als die thans ter beoordeling voorliggen een oordeel gegeven over de maatregelen die door de directeur zijn
opgelegd
met betrekking tot klager. Zoals in de beslissing van de beklagcommissie van 20 augustus 2010 is overwogen, is na de beslissing van de beroepscommissie het beleid gewijzigd. De thans voorliggende klachten over de incidenten die onder het oude beleid
hebben plaatsgevonden zullen, gedragen door dezelfde overwegingen als in de beslissing van de beroepscommissie voornoemd, die als hier herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd, gegrond worden verklaard. Mitsdien zal het beroep gegrond worden
verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre worden vernietigd en het beklag alsnog materieel gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie kan zich vinden in de door de beklagcommissie vastgestelde tegemoetkoming, nu de periode waarop de klachten betrekking hebben van korte duur is geweest. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog materieel gegrond.
Zij verklaart het beroep voor zover gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 11 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven