Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0529/GB, 10 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/529/GB

Betreft: [klager] datum: 10 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. van Schaik, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing om zich op 28 februari 2011 in de locatie De Kruisberg te Doetinchem te melden voor het ondergaan van een vrijheidsstraf van 480 dagen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 27 november 2007 door het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 480 dagen. Dit arrest is op 29 juni 2010 onherroepelijk geworden. Op 15 september 2010 is om gratie verzocht en dit verzoek is
op 14 januari 2011 afgewezen. Op 7 februari 2011 is klager opgeroepen zich op 28 februari 2011 te melden bij de locatie De Kruisberg te Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager exploiteert een eenmanszaak, gericht op het kweken van paddenstoelen op biologische basis. Vanwege de aard van het bedrijf is klager van februari tot en met april 2011 onmisbaar in verband met de in die periode te verrichten, zeer
specialistische
werkzaamheden, waaronder het enten van hout. De werkzaamheden na genoemde periode kunnen worden opgevangen door een zakelijke partner en klagers broer. Zij hebben zich hiertoe bereid verklaard. Het verzoek om uitstel ziet op een relatief korte periode.
Klager zou per 1 mei 2011 alsnog zijn gevangenisstraf zonder zakelijke implicaties kunnen ondergaan
Van belang is dat het verzoek is gedaan conform de vigerende beleidsregels, namelijk de Beleidsregels OM met betrekking tot het zelfmeldbeleid. Als reden voor uitstel wordt in de beleidsregels onder meer genoemd het zoeken van een zaakwaarnemer
gedurende de detentieperiode. ‘Hiervoor is vaak enige tijd nodig’, aldus de beleidsregels.
De selectiefunctionaris verwijst naar het ondertekenen van de ‘zelfmeldverklaring’ eind september 2010. Klager is reeds medio 2009 begonnen met een marktonderzoek, waarna eind 2009 de testfase van de teelt en oogst is afgerond. Voorts zijn er medio
juni
2010 onderhandelingen met het bedrijf Groene Takken en de verhuurder van een bedrijfspand gestart, een en ander dus nog vóór het moment dat het vonnis van het Hof onherroepelijk werd. De materiële bedrijfsactiviteiten zijn medio december 2010 gestart,
terwijl reeds op 12 februari 2011 de benodigde vervanging is geregeld. De benodigde vervanging kan echter pas per 1 mei 2011 worden ingezet.
Er is geen sprake van een juiste belangenafweging. Het verzochte uitstel verzekert klager van werk en inkomen na ommekomst van zijn detentie, hetgeen resocialiserend en recidivebeperkend werkt. Het procedureverloop van klagers strafzaak heeft 18 jaar
in
beslag genomen en daarbij valt de duur van het verzochte uitstel volledig in het niet.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager had bij de start van de eenmanszaak op 3 november 2010 kunnen weten dat hij op korte termijn zou worden opgeroepen voor het ondergaan van zijn vrijheidsstraf. Klager had in het kader van een goede bedrijfsvoering, mede gelet op de lengte van de
vrijheidsstraf, maatregelen kunnen treffen. Hetgeen door klager wordt aangevoerd, doet niets af aan het feit dat klager een bedrijf heeft opgestart en een huurovereenkomst heeft ondertekend voor de periode van vijf jaar, terwijl hij wist dat hij nog
een
vrijheidsstraf moest ondergaan. Het feit dat klager zakelijke verplichtingen is aangegaan komt voor zijn rekening en risico. Het beroep dient ongegrond te worden verklaard.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klagers verzoek om
uitstel van de oproepdatum tot 1 mei 2011 een relatief korte periode betreft en klager een vrijheidsstraf van 480 dagen dient te ondergaan. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze
uitspraak.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 10 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven